29725 resultaten

Arkel, van | 1373-10-28

Van Mieris III p 284
Achternamenindex

hertog Albrecht geeft verlof aan de here van Arckel, de heer van Vyanen, de jvr van Ameyde en andere heren landen en luiden, hun sluizen "te ligghen alsoe menich, als hem nuttelic si in der sytwinde twisken der nuwer inlaghe die si ghemaect hebben, roerende aen dan dam ter Ameyden ende den Leckendyck. Ende des slusen sellen utgaen in der Lecke doer die Leckendyc tot horen verbaer"

Rijsoord, van | 1352-10-06

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 22/Reg EL 25 fol 15
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat "Gheryt Aelwynssone ute Leijden die jaer meer oud ende teder is, ende wi him dicwijl bi ons houden also dat hi tot syns selves goedekijn ende renten die men hem schuldich is niet verstaen en macht daer hi scade ende afterstal bi tijt ende gebreck daerof heeft, waeromme wie ombieden en gebieden allen onsen bailjuwen, scouten, scepenen, geburen en boden overal in onsen lande, so waer syn bode comt gewaert mit sinen brieven van sinen wegen, van sinen renten, van synre schout recht doet ende ghebt jof pande doet hebben sonder vertreck na dier tijt dat die dage verleden syn, ende daerin doet dat hi mit geenre redene voor ons te beeroonen en hebben. Ende des en laat niet"

Zuilen, van | 1421-09-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 56v, 57v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt van St Paulus oorkondt dat jvr Johanna Otto Schaden dochter, vrouw van wijlen Peter van Zulen, belening verzocht met het goed tot Hagenouwen, na dode van haar zoon Jacob van Zulen, waarna zij ermee beleend wordt; dezelfde dag draagt zij dit leen over tbv jvr Kerstyne Petersdochter van Zulen, die beleend wordt; de akte is doorgehaald en er staat: dese joncfrou is doot

Duyk |

Batavia Illustrata bl 1148, 751, 932
Achternamenindex

genoemd: Gysen Duyk, ridder, dochter Catharina Duyk; 1466: edelen van Holland Snellard en Willem Duyk; … Duyk x Dirk van der Does

Merode, van | 1437

De Raadt II p 469/Düss Cologne no 1143
Achternamenindex

Richalt seigneur vom Roide et de Vraentze, a été investi par l'archevêque de Cologne, "myt dryn voyder wijns, manliens in dem ampte van Bonn"

Dalem, van | 1409~

R.A.U. Leenregister Ysselsteijn (1409) leen no 17
Achternamenindex

leen Ysselsteijn: Jan van Dalem Florensz 9 morgen gelegen in Dalem geheten des Rovers kinderen land, belend boven: Coppaert Neutraedsz kinderen, beneden: de heer van Asperen; "dits onversocht van mijns heren doot"

Boekel/Bokel | 1273-08-23

v.d. Bergh II no 256
Achternamenindex

schepenen van Geertruidenberg oorkonden dat Willem en Hendrik zoons van Theodericus Vogatus afstand gedaan hebben "decimae de Dunc [Donk] in grossis et minutis ad opus domini Th Bokel militis"

schepenen: Ghysebertus Mast, Gerardus Eggart en Alardus filius Godeldis

staat ook in fiche Uytter Nesse

Doem, van | 1466-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)

mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse

Arkel, van | 1514-10-20

Nyhoff: Gedenkw VI 2, p 819 no 1312/Liber XI der veertien Registers fol 149,150
Achternamenindex

hertog Karel van Gelre als landvorst en leenheer, doet uitspraak in de geschillen tussen Gerit van Arkel heer van Hoekelom en Reino van Dort, aangaande zekere goederen onder de gerigtsbanken van Tuil en Deil

Cannegieter | 1414

De Raadt II p 178, 255
Achternamenindex

Theeus Cannegieter en Jean Corensnider, "raetslude" des deux " meister van den ghesworen scutten van der stat van Triecht, die waren in den lande van Lutsenburch"