31665 resultaten

Hombout | 1425-10-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 64v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Janna Johan Homboutsdochter verzocht ⅓ deel van ½ van de tiende op Emenesse, hulde doet voor haar Roloff van Wisschel; Lysbeth Jan Homboutsdochter verzocht het andere ⅓ deel vab ½ tiende op Eemnes, voor haar doet hulse Jacob Johan Walmersz "Item des Manendages na omnium Sanctiorum 14125 dede de abt een opsetten van den leen dat joufroue Margriet hoerde te versoeken van dode Jan Hombouts hoers vaders, bi Willem van Alendorp ende Jacop de Voecht"

Does, van der | 1563-08-12 (07)

Holl Leenkamer no 274 Repert Egmond fol 210, 216v, 217
Achternamenindex

Werner van der Does doet hulde voor zijn vrouw Elisabeth Dever van Minnen, die door de heer van Brederode beleend wordt met 2 ackeren aan de Veerweg te Heemskerk; 1565-03-29: na dode van zijn vrouw wordt hijzelf beleend; 1569-05-07: na dode van Warnaer wordt dit leen blijkens diens testament gemaakt aan Adriaen van der Does, die hem "mijn oom" noemt. Vervolgens op Jan van der Does, daarna Steven van der Does

1e zijtak

Persijn | 1324-09-17

G.A.Amsterdam Alkemade en van der Schelling: Geslacht Persijn dl I p 90/Reg Hann p 131
Achternamenindex

graaf Willem ontbiedt heer Daniel, baljuw van Kennemerland en Vriesland dat hij Janne Persijn de jonge en Janne Persijn de oude, onze trouwe knapen, "hebben doet van allen den genen die in onsen lande van Kennemaerlant voors. brouwen hoppenbier, van elcken voeder twee schellinck Hollants, van gruytgelde, ende zoe wie des niet en dede die panden van onsentwegen voer drie pont Holl"

Lottijn | 1410-02-13

Rechtspraak Graaf van Holland II p 244
Achternamenindex

wijlen Willem Bertout Lottijnsz, schout van Haarlem, op het kerkhof vermoord, "in den duuster dageraet, dair hi quam gaen om die eerste misse in der prochikerke onser stede voorsz te horen, upten vrijen kerchove aldair jammerliken vermoert ende dood geslagen is"; de daders waren de broers Gheryt, Dirc, Claes en Willem zoons van Claes Kybben, die daarvoor ten eeuwigen dage verbannen worden

Haarlem

Heemskerk, van | 1418-01-02 (1417)

Van Mieris IV bl 444
Achternamenindex

"Jacob etc laten weten heren Gheryt van Heemskerc, hoe dat wij onse huys tot Heemskerc, dat ghi van ons houdt, eens bi onsen getrouwen den heere van Brederode dair God die ziel of hebbe, hebben doen eyschen ons te openen, als dair toebehoirt, dair ons weygerinck of ghesciet is, dez wij niet vermoet en hadden. Ombieden u noch, ende manen u ander werven, dat ghi ons of dengenen dien wijs van onser wegen machtigen, ende dairtoe utscicken sullen, onse vorsz slot opent, ende doet openene, so ghi sculdich zijt te doen, opdat ons geen noot en doe anderen raet dair op te hebben. Hier of uwe bescreve antwoirde bi densen bode.."

Herlaer, van | 1350

De Raadt II p 70
Achternamenindex

Thierry van Herlaer seigneur van der Ameyde, hulper van de hertog van Brabant, "in dien verloghe dat hi nu heeft jeghens den bisscop ende dier stat van Utrecht"

Dam, van den | 1410~

Leenregister Culemborg fol 6, 19v, 30, 49, 62, 72v, 80v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jacob van den Dam 1 viertel in het gerecht van Jaersvelt; hij draagt dit leen over tbv Willem van den Vliet; - Hubert Corstken Hubertszdochter, de vrouw van Egbert van den Dam, 1 viertel land ter Weijde, belend boven: Egbert van den Dam, beneden: Wenmer Wenmersz; hulde doet haar man Egbert van den Dam (fol 20); - Willemsz van den Dam een acker op Goodbertingervelt van 10 hont bij Pariserwech; - Jan van den Dam, 1 akker op Goodbertingervelt strekkende in de Lek, belend boven: oude Aernt, beneden: Staes; - dezelfde Jan 1 akker van 10 hont op Goodbertingen bij de Pariserwech, belend boven: Ghibe Jacobsz, beneden: Jacob van Wellincwijc; - Johan van Beesde 1 viertel, dat de vrouw van Hubert Egberts van den Damme opgedragen heeft, belend boven: Johan de Rode en Herman Claesz, beneden: Wemmer Wemmersz en het gasthuis van Culemborg; -Gerrit van den Dam 6 ½ hont land aan de Oude A, die Willem Meynaert opdroeg, belend boven: Willem Meynaert, beneden: Roelof Landmeters kinderen; - 1 hofstat van 1 hont en 12 roeden te Buesinchem, belend boven: Geryt van den Dam, beneden: Balthazar van Buren met leen van Vianen; - Henric van der Wade Lambertsz die hij had bij Henricsdochter van Riebeeck heeft ontvangen dat Roelof die Goijer Henricsz opdroeg, o.a. 1 akker in den Hout, belend boven: Jan die Vette, Alijt van Dorn, Claes van Dorn, Kerstken van der Mere, Alijt Zasse en Jutte van den Damme, beneden: Marienweerd

Hamelenberge, van | 1467-05-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op tbv zijn zoon Dirc van Hamelenberch, alle lijftocht die hij had aan ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, die Dirc in leen houdt; zijn dochters Mechtelt, Korstijn en Cornelis, die hij heeft bij zijn vrouw Angniese Gerytsdochter van Hensbeeck, met Jan van Lewen en Jacob Henricsz als mombers, afstand tbv van hun broer Dirc, elk van 1 Eng nobel per jaar rente uit dit leengoed; vervolgens draagt Dirc van Hamelenberch dit leen van ½ van ⅓ deel van deze 4 campen, over tbv Pouwels van Malsen, die ermee beleend wordt; "Pouwels is doot ende dit heeft ontfangen Jan sijn soen"; op dezelfde dag wordt met de andere helft van ⅓ deel van deze vier campen beleend Aernt Knoep, na opdracht van Dirc van Hamelenburch

mannen: Henrick de Wit, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersel

Sparenwoude, van | 1528-01-08

Arch Heeremans; Hoekstra p 57
Achternamenindex

Gerrit van Sparenwoude schrijft: " den 8e dagh in January anno 1528 storff mijn lieve wairde huisvrou, joncfrou Jooste Floris Bollendochter des mergens omtrent 8 uyren, was out 29 jaar min 7 dagen. Wij trouwden den 11e dag in Mey anno XIV, dus hadden wij dair XIV jaer mit groeter vruntschap tesamen geleeft..."

Bitter | 1395

De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex

Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt