30905 resultaten

Hamelenberge, van | 1467-05-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op tbv zijn zoon Dirc van Hamelenberch, alle lijftocht die hij had aan ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, die Dirc in leen houdt; zijn dochters Mechtelt, Korstijn en Cornelis, die hij heeft bij zijn vrouw Angniese Gerytsdochter van Hensbeeck, met Jan van Lewen en Jacob Henricsz als mombers, afstand tbv van hun broer Dirc, elk van 1 Eng nobel per jaar rente uit dit leengoed; vervolgens draagt Dirc van Hamelenberch dit leen van ½ van ⅓ deel van deze 4 campen, over tbv Pouwels van Malsen, die ermee beleend wordt; "Pouwels is doot ende dit heeft ontfangen Jan sijn soen"; op dezelfde dag wordt met de andere helft van ⅓ deel van deze vier campen beleend Aernt Knoep, na opdracht van Dirc van Hamelenburch

mannen: Henrick de Wit, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersel

Sparenwoude, van | 1528-01-08

Arch Heeremans; Hoekstra p 57
Achternamenindex

Gerrit van Sparenwoude schrijft: " den 8e dagh in January anno 1528 storff mijn lieve wairde huisvrou, joncfrou Jooste Floris Bollendochter des mergens omtrent 8 uyren, was out 29 jaar min 7 dagen. Wij trouwden den 11e dag in Mey anno XIV, dus hadden wij dair XIV jaer mit groeter vruntschap tesamen geleeft..."

Bitter | 1395

De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex

Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt

Rechede, van | 1395

De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex

Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt

Woude, van den | 1381-02-15

Van Mieris III p 366, 367
Achternamenindex

hertog Albrecht doet uitspraak over de doodslagen te Haarlem: - van Claas Mathysz quetsinge 12 £, dit sullen ghelden Roelof Bertoutsz van den Woude, Albrecht Gerrit Bertoutsz en Bertout de Coster, elk voor een derde; - quetsinge van Dirx van den Woude "sullen Ysebrant van Sparrewoude ende Heynric Pontiaen maken een beloken hant, ende zweren ten heyligen dat si hem ende sinen maghen daermede ghebetert hebben met dien dat si daer in brengen sullen ende oflaten; want si int openbaer niet bedreghen en zijn"

Haarlem

Zeelander, de | 1415-06-23

Van Mieris IV p 340
Achternamenindex

hertog Albrecht doet op enige punten nader uitspraak over de doodslag op Simon van Zaenden te Haarlem; "overeede" zullen doen van Simons dood, o.a. Claes Zeelander; als Claes en Dirc Symons bastaarden gekomen zijn en overede gedaan hebben, zullen zij elk uit de zoen 50 £ ontvangen en Willem Hagen, Simons bastaardzoon 25 £. Weigeren zij dit te doen dan zal dit geld bijven bij Claes van Ruyven tot zij zich bereid verklaard hebben. "Item die voirzoen zal hebben Claes Zeelander met een deel van Symons magen, die daer cost om gedaen hebben. Item die machzoen sal men smaldeelen, is dats die mage niet eens en worden, bi Vranc van Zenden, Dirc Wyntgensz, Jan van Sparnwoude, Claes Zeelander"

Cuyk, van | 1343-11-11

Van Mieris II p 680
Achternamenindex

"Ic oorconde ende tughe ver Hasetiaen vrouwe van Raephorst, als dat die Borchgrave Dirc ende ver Justine Haren Hughen des Gouwersdochter rechte eerste lid waren als in maechschap, bij deser redenen als hierna beschreven staet: want heren Dirc die Borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die [nl heer Dirk] des Borchgraven Dircx die leste was sijn oudevader was [dwz deze 1e heer Dirk was grootvader van heer Dirk die nu pas overleden was]. Ende heren Hughe van Heenvliet, dat hi deser ver Justinen oudevader was. Ende dat die Borchgrave Dirc die broeder was te Kuucq ende Haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder" [dwz kinderen van een zuster en een broer, dus volle neven]

Heukelom, van | 1297

R.A.H. Coll Aanw 62 fol 21
Achternamenindex

anno 1297 hadde grave Jan oorloge tegen bisschop Willem so dat die grave dede eyschen Gysebrecht van Yselsteyn Aerntsz dat huys van Yselsteyne also syn op en slot ende aen te leggen den bisschop uijt te oorlogen, twelk Gysbrecht weygerde, Ende hij was op dier tyt maarschalck des bisschops . Doed dede grave Jan dat huijs met groter magt en besitten ende lag daarvoor een jaar en 13 wegen. Bisschop en stad verleende hem geen steun. Zelf werd hij door heer Huybrecht gevangen genomen. Zijn vrouw Baert was nog op het huis en bedong vrije aftocht met de helft van degenen die op het slot waren, 16 personen waren er op het slot. In het meelhuys te Dordrecht werd het lot geworpen, 6 werden er toen onthalsd en 6 vrijgelaten. Ende voer (en) dese met haar tot Hoeckelom. Dus bleef Gysebrecht van Ysselsteyn ontgoet ende onterft van der heerlickhede van Ysselsteyn bij 7 jaren, totdat hij t weder gecreeg met heijlic, of hij hadde daar eweliker of onterft gebleven [zijn zoon Arnoud huwede de dochter van bisschop Guy]

Egmond, van | 1269-1272~

J Hof: Egmond p 62/Batavia Illustrata bl 1208
Achternamenindex

Hendrik, abt van Egmond. Hij zou afstand gedaan hebben en in 1402 gestorven zjn. Deze Hendrik zou een oom geweest zijn van de latere abt Dirc Schrevel en "dus" eveneens uit het geslacht van Egmond [niet bij Dek!]. Uyt Egmont gesproten (Anth Hovaeus) 1270: Bertolt gezegd Spiering, canonic van het hoogste college te Utrecht, heeft brieven van dit college aan de paus gebracht

Keppel, van | 1404, 1418

De Raadt II p 200/Düss Clèves Mark no 633/Arnhem Rekenkamer
Achternamenindex

Gauthier van Keppel prend un amodiation héréditaire du comte de Cleves etc "sijn guet gelegen in Lijmersch, achter deir meyr an deir lantwere toe Nyengraeve" (Nieuwgraaf); 1418: Dirc van Keppel van Verwolde, écuyer, scelle le traité des nobles et des villes de la Gueldre, idem Herman en Dirc van Keppel