32568 resultaten

Dam, van den | 1410~

Leenregister Culemborg fol 6, 19v, 30, 49, 62, 72v, 80v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jacob van den Dam 1 viertel in het gerecht van Jaersvelt; hij draagt dit leen over tbv Willem van den Vliet; - Hubert Corstken Hubertszdochter, de vrouw van Egbert van den Dam, 1 viertel land ter Weijde, belend boven: Egbert van den Dam, beneden: Wenmer Wenmersz; hulde doet haar man Egbert van den Dam (fol 20); - Willemsz van den Dam een acker op Goodbertingervelt van 10 hont bij Pariserwech; - Jan van den Dam, 1 akker op Goodbertingervelt strekkende in de Lek, belend boven: oude Aernt, beneden: Staes; - dezelfde Jan 1 akker van 10 hont op Goodbertingen bij de Pariserwech, belend boven: Ghibe Jacobsz, beneden: Jacob van Wellincwijc; - Johan van Beesde 1 viertel, dat de vrouw van Hubert Egberts van den Damme opgedragen heeft, belend boven: Johan de Rode en Herman Claesz, beneden: Wemmer Wemmersz en het gasthuis van Culemborg; -Gerrit van den Dam 6 ½ hont land aan de Oude A, die Willem Meynaert opdroeg, belend boven: Willem Meynaert, beneden: Roelof Landmeters kinderen; - 1 hofstat van 1 hont en 12 roeden te Buesinchem, belend boven: Geryt van den Dam, beneden: Balthazar van Buren met leen van Vianen; - Henric van der Wade Lambertsz die hij had bij Henricsdochter van Riebeeck heeft ontvangen dat Roelof die Goijer Henricsz opdroeg, o.a. 1 akker in den Hout, belend boven: Jan die Vette, Alijt van Dorn, Claes van Dorn, Kerstken van der Mere, Alijt Zasse en Jutte van den Damme, beneden: Marienweerd

Sparenwoude, van | 1528-01-08

Arch Heeremans; Hoekstra p 57
Achternamenindex

Gerrit van Sparenwoude schrijft: " den 8e dagh in January anno 1528 storff mijn lieve wairde huisvrou, joncfrou Jooste Floris Bollendochter des mergens omtrent 8 uyren, was out 29 jaar min 7 dagen. Wij trouwden den 11e dag in Mey anno XIV, dus hadden wij dair XIV jaer mit groeter vruntschap tesamen geleeft..."

Bitter | 1395

De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex

Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt

Rechede, van | 1395

De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex

Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt

Bergh, van den | 1469-12-30

Arch Huis Bergh Reg Brieven 243
Achternamenindex

de heer van den Bergh schrijft aan heer Derck van der Horst, ridder, maarschalk, dat hij Daem [Adam] Schaep heeft ondervraagd, waaruit bleek, dat deze tot een conferentie bereid was, en deelt mede te betreuren dat dit plan niet is aangenomen door de tegenpartij

Horst, van der | 1469-12-30

Arch Huis Bergh Reg Brieven 243
Achternamenindex

de heer van den Bergh schrijft aan heer Derck van der Horst, ridder, maarschalk, dat hij Daem [Adam] Schaep heeft ondervraagd, waaruit bleek, dat deze tot een conferentie bereid was, en deelt mede te betreuren dat dit plan niet is aangenomen door de tegenpartij

Cuyk, van | 1343-11-11

Van Mieris II p 680
Achternamenindex

"Ic oorconde ende tughe ver Hasetiaen vrouwe van Raephorst, als dat die Borchgrave Dirc ende ver Justine Haren Hughen des Gouwersdochter rechte eerste lid waren als in maechschap, bij deser redenen als hierna beschreven staet: want heren Dirc die Borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die [nl heer Dirk] des Borchgraven Dircx die leste was sijn oudevader was [dwz deze 1e heer Dirk was grootvader van heer Dirk die nu pas overleden was]. Ende heren Hughe van Heenvliet, dat hi deser ver Justinen oudevader was. Ende dat die Borchgrave Dirc die broeder was te Kuucq ende Haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder" [dwz kinderen van een zuster en een broer, dus volle neven]

Does, van der | 1319-09-11

A.R.A. Copie 23 Leenkamer fol 24v/Reg EL 2 fol 9
Achternamenindex

Dieric van der Does krijgt 2 ½ morgen in het ambacht van Leijderdorp, die Jans kinderen van Meerburch van hem hielden en aan deze Dieric verkochten, belend zuid: Huge van Zueten, noord: Harmans land van Heemstede, oost: Costyns land van der Does, west: Dierics land van der Does; in twee andere akten van diezelfde datum komt Dirc van der Does als belending voor

hoofdtak

Beets, van der | 1404-12-16

Reg nr 106b
Achternamenindex

jvr Machteld van der Beets, ½ van: 1) huysinge en erve binnen de vrijheid van Alkmaar, haar aanbestorven van Pieter heer Dircsz, daer die ander ½ of houden Pieter heer Dircszs twee kinderen, want Peter voirs. dese huysinge opdroeg myn heer van Oostervant, vóór hij grave van Holland werd. Zij wordt beleend 1429-09-26: jvr Machteld, die jvr Machteld ende Pieter heren Dircsz.z hoir beider dochter is verliet van dese huse en erve, daar haar broeder dat andere ¼ of hout; 1429: Pieter heren Dircsz en jvr Machtelden van der Beets hoir beider jongste dochter jvr Machteld een uitsetting gedaan en gegeven is van den anderen ¼ deel van den huize en erve na datum van verlyinge van syns moeders ende susters. Ut patet in registro 1429 (fol 10)

Waes, van | 1389-04-24

Van Mieris III p 520
Achternamenindex

Dirc van der Merwede, zoon van Heynric van Waes, draagt over het huis Henegouwen te Dordrecht en het ambacht van Tolloysen en hertog Albrecht beleent hem met het goed hem aanbestorven van heer Daniel van Tolloysen; de graaf scheldt hem kwijt "den dienst, die hi ons op Heneghouwen sculdich was te doen, dats te verstaen beddinghe, taflen, ende scraghen ons te leveren, als wi Tordrecht waren, ende van den ambacht tot Tolloysen ons te dienen mit enen scepe te voeren enen dach buten onsen cost, ende van husinghe ende stallen ons daer te leveren tot onsen orbaer tot alre tijt, als wijs te doen hadden"