24192 resultaten
Beresteyn, van~ | 1438-09-15
G.A. Amsterdam Arch Gasthuizen no 396
Achternamenindex
voor schepenen van Amsterdam compareerden Duve Ghijsbert Jacobsz vrouw met Ghijsbert Jacobsz, haar man en voogd, en Jacob Jacobsz, zoon van Duve met zijn voogd Jan Scoirt Jansz die screenmaker, dat zij verkocht hebben aan Jan Symonsz 1/6 deel van 1/8 deel van het erf dat Jacob Jansz met Tyman Heynricsz placht toe te behoren en te bewonen, gelegen in de Calverstrate tussen de steeg geheten Ruysch Claessoensstege aan de zuidzijde en Gerrit Heynricxz erf op de noordzijde, strekkende van de halve strate tot aan de Aemstel toe. "In allen schijn alst dair gelegen is ende zijt mitten convents kinderen ter Lely [=oude nonnenconvent] binnen der voorn stede gemeen hadden "
Damme, van | 1451-01-05
Ned Leeuw jg 1911 p 53
Achternamenindex
Philips Aerntsz van den Dam zegelt met de drie wassende manen met de stok eroverheen
Bergh, van den | 1469-12-30
Arch Huis Bergh Reg Brieven 243
Achternamenindex
de heer van den Bergh schrijft aan heer Derck van der Horst, ridder, maarschalk, dat hij Daem [Adam] Schaep heeft ondervraagd, waaruit bleek, dat deze tot een conferentie bereid was, en deelt mede te betreuren dat dit plan niet is aangenomen door de tegenpartij
Horst, van der | 1469-12-30
Arch Huis Bergh Reg Brieven 243
Achternamenindex
de heer van den Bergh schrijft aan heer Derck van der Horst, ridder, maarschalk, dat hij Daem [Adam] Schaep heeft ondervraagd, waaruit bleek, dat deze tot een conferentie bereid was, en deelt mede te betreuren dat dit plan niet is aangenomen door de tegenpartij
Hollander | 1265-03-30
v.d. Bergh II no 123/De Fremery no 148
Achternamenindex
verdrag tussen de abdij Ter Does, en Nicolaas Kervink, filius Wilhelmi dicti Hollander, te Reimerswaal, betreffende de twist over de eigendom van Kervincsmoer. De scheidslieden wijzen dit aan de abdij toe, en Nicolaas doet er afstand van
scheidslieden: Nicolaas, priester te Reimerswaal, Daniel dictus Vraet de Totelzende, Hugo dictus Kempe de Valkenisse, Wilhelmus filius Liedwidis de Reimerswale; getuigen: Joannes de Scoude, miles, Egidius zoon van Egidius de Scoude
Kervink | 1265-03-30~
v.d. Bergh II no 123/De Fremery no 148
Achternamenindex
verdrag tussen de abdij Ter Does, en Nicolaas Kervink, filius Wilhelmi dicti Hollander, te Reimerswaal, betreffende de twist over de eigendom van Kervincsmoer. De scheidslieden wijzen dit aan de abdij toe, en Nicolaas doet er afstand van
scheidslieden: Nicolaas, priester te Reimerswaal, Daniel dictus Vraet de Totelzende, Hugo dictus Kempe de Valkenisse, Wilhelmus filius Liedwidis de Reimerswale; getuigen: Joannes de Scoude, miles, Egidius zoon van Egidius de Scoude
Bennebroek, van | 1418-08-26
Arch Nassau Domeinraad I 2 reg 1074
Achternamenindex
Hertog Johan van Brabant en Jacoba van Beyeren beloven hun moeder Margriete van Bourgondië en hun Raden schadeloos te zullen houden en verbinden hiertoe hun tollen in Holland en Zeeland. De Raden zijn: Willem van den Berge, Gheryt van Poelgeest, Florys van Tol, Jan van der Bouchorst, Reynout van Brakel, Dirc van Santhurst, Claes van Diepenberth, Geryt van Bennenbroek, Jan van Dorp, Adriaen v Mathenesse, Willem van der Does, Costyn van der Does,Philips die Blote; Jan Eggert; Wolfaert van der Duyn; Dirc Saij van der Bede [= Lede], Harman Beyntjer; Lourens van Overvest; Willem van den Couster en Jacob Leen, die zich borg gesteld hebben voor de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda voor 2000 nobels jaars en die deze ten behoeve van de hertogen verkocht hebben aan lijfrenten
Haerlem, van | 1251-01-20
v.d. Bergh I no 535
Achternamenindex
Symon miles de Harlem beleent Jacobus de Hilckebroeke, oppidanus in Harlem, met het land dat Theodericus zoon van wijlen heer Allard Dove dicti van hem in leen hield; vgl 1331-04-01
datum apud Haerlem
Rode, van de | 1450
De Raadt III p 246
Achternamenindex
échevin du duc de Brabant, dans la franchise d'Overijssche: Gilles van den Rode
Wilde, de | 1424~
Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex
vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"