29933 resultaten

Dijk, van | 1552-1560

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 523/7
Achternamenindex

proces: Maritgen van Dijk, stierf in 1538 x 1e Willem Pietersz van Dyck, 2e Cornelis Heijn Arentsz, ex 2e: Willem Cornelisz van Dyk (pest) huwelijksvoorwaarden dd 1535-08-06 met Janueta Jansdochter van Leeuwen, moeder van zijn onwettige kinderen Adriaen en Maritgen

Egmond, van | 1394

Rek Baljuw van Rijnland fol 3 p 49
Achternamenindex

die Uterbuert des heren ambacht van Egmond, scout: Moene Gerytsz [er staat: niet] ; Segwaart: heren Willems ambacht van Egmond, scout: Dirc Jans, gecomen van der turfmaet 5 £, des hadde die ambachtsheer dat 1/3 deel, zoe blijft 3 £ 6sc 8d

Duvenvoorde, van | 1291-07-16

v.d. Bergh II no 779
Achternamenindex

Beatrys gravin van Holland, Ghisebrecht van Amestel, Willaem van Egmonde, ridder, en Philips van Duvenvorde baljuw in Kennemaerlant oorkonden dat "de Kenemaren ende die Vriesen hebben ontfaen van den abbet van Egmonde ende van den menen convent, al dat land dat si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoert in deze manieren, dat si ende hare nacomelingen ewelike dien dyc delien sullen met tien lande"

Egmond, van | 1291-07-16

v.d. Bergh II no 779; De Raadt I p 414
Achternamenindex

Beatrys gravin van Holland, Ghisebrecht van Amestel, Willaem van Egmonde, ridder, en Philips van Duvenvorde, baljuw in Kennemaerland oorkonden dat de "Kenemaren ende die Vriesen hebben ontfaen van den abbet van Egmonde ende van den menen convent, al dat land dat si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoert in deze manieren, dat si ende hare nacomelingen ewelike dien dyc delien sullen met tien lande"

Amstel, van | 1291-07-16

v.d. Bergh II no 779
Achternamenindex

Beatrys gravin van Holland, Ghisebrecht van Amestel, Willaem van Egmonde, ridder, en Philips van Duvenvorde baljuw in Kennemaerlant oorkonden dat de Kenemaren en die Vriesen hebben ontvangen van den abt van Egmonde en van het convent, "al dat land dat si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoert in deze manieren, dat si ende hare nacomelingen ewelike dien dyc delien sullen met tien lande"

Coudekerke, van~ | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

bezegeld door Boudewijn Tancardsz van Stavenisse, Daniel dictus Vreet en Biggo van Coudekerke

Stavenisse, van | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

Boudewijn van Stavenisse, Daniel dictus Vraet, Biggo van Coudekerke

Haerlem, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"

Brederode, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"

Elslo, van | 1329, 1332

De Raadt I p 294/Düss Jul Berg no 381
Achternamenindex

Otto heer van Elslo [van Borne] de l'aveu de sa femme Catherine [vrouwe van Wildenberg], wordt beleend door Guillaume comte de Juliers met de voorburg te Elslo en het dorp, de dorpen Brugele, Erpekeim en de gerecht onder Bichoiltsz: "dat ourboge van unser Burch zo Elslo und dat dorp alda dar zo, so wei id uns zo behurt, oven ind unden dat husze der wardin dat dorp zo Brugele, dat dorp zo Erpeheim und gerechten, ho ind neder ... sunder Bocholz ind dat man van mere greven van Looz zo leen held"; 1332: Catherine de Wildenberg et son mari le sire d'Elsloo et de Wildenberg scellent un acte de Jeanne dame de Wildenburg, cédant à Guillaume de Juliers, son oncle, une rente à Hyllesheim