8501 resultaten

Amstel van Mynden, van | 1574-1576

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 640
Achternamenindex

Jacob van Amstel van Mynden, drost van Ysselsteyn, voorganger in dit ambt van Charles Cassiopyn; 1574: proces waarin Charles als drost optreedt

Camerouwer, de | 1359-06-11

Van Mieris III bl 98
Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt de verpanding van het ambacht Schroelshoek in Zwijndrecht door Dirk van Oosterhout aan Roelof Duyk

jussu domini ducis Alberti per dominum de Lec et H. Molnaer, Theodericus Vopponis, S. P. Camerouwer van Haytsteyn, Fricus Fopponus

Dussen, van der | 1312

Livre feudataires du Brabant p 133
Achternamenindex

livre feudataires du Brabant: Johannes de Dusel 50 jugera terre de Heusdenne, et tenet dominationem juxta Haghe

Meurs, van | 1357

Quellen Stift Xanten p 182, 187
Achternamenindex

uitgaven bursa Xantensis: - cum littera ad Johannem de Murse, 10 ½ d ; - pro expensis Theoderici de Asberg pro vino 4 sol et 2d in tractata domini Johannis de Morse (p 182); - servo misso cum litteris capuli ad dom Johannes de Murse, 16d (p 187); 1358: Konnebir misso ad dominum Johannem de Murse; 1367: nunceo eunti Morse ad dominos Johannem de Morse et Hermannum Duvel in causa Gerardi de Boycholt, 18 d

Arkel, van | 1397-08-06

Van Mieris III p 660
Achternamenindex

Johan van Arkel oorkondt dat "ick om ons lants oirbaer dien van Oesterwyck, ende dien van Kedichem, die van Westeringen en van Ryetvelt alle dier erven binnen hebben, dien achterdyck vercoft hebbe haer water mede te keerne, arvelicken ende eeuwelicke te liggene elckermalck jegen sijn erve te behouden in alsulcken rechte als hair erve gelegen is, ende des dyck sal wesen alsve breedt ende alsve lanck als hij placht te wesen in mijns heren tijden mijns vaders eer hij dien lande off genomen wert. Hierbij heb ick doen liggen op desen dyck 3 scouwen in elken jare"

Delen, van | 1423-1665

Wapenheraut jg I: 13, 15,16, 57, 59, 60, 108
Achternamenindex

lid of gildemeester van het St Jorisgilde te Harderwijk: 1423: Arnold van Delen, 1476: Helmigh van Delen, 1527-1616: Brant van Dele, 1647: Evert van Delen, 1652: Herman van Dele, 1665: Peter van Dele

Doem, van | 1466-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)

mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse

Duyk | 1266-02-22

v.d. Bergh II no 132
Achternamenindex

baljuw van Zuidholland, rechter, schepenen en raden van Dordrecht bepalen dat geen poorter aan vreemden mag vergunnen op zijn naam te varen, ter verkorting van 's graven tolrechten

Ripartus, Gerardus Troest, Ghibo zoon van Gertrudis, Rike Everart, Vrodo Godekini zoon van Vroden, Lambertus gener Clawardi, Petrus zoon van Wigerus, Sybrandus gener Johannis, Vrodekinis gener Th. De Mosa, Vader, Allardus, Fredericus en Henricus Sus, Hermannus de Wardis, Willelmus Dukinc, Hugo zoon van Segerardis, Giselbertus Alyenzoon

Duyk | 1278

v.d. Bergh II no 372
Achternamenindex

graaf Floris V geeft zijn gruit te Dordrecht aan de gebroeders Ghise en Willem genaamd Dukinger, poorters van Dordrecht, in leen. Vidimus van 1281

niet opgenomen

Duyk | 1280-09-14

v.d. Bergh II no 405
Achternamenindex

verdrag tussen Johan Hendrickszn van Alblas en Nicolaas van Subburg, ridder, over de tienden ten noorden van Alblas

domina Agnes [de Merwede], Johannes de Wenna, Gerardus de Merwede, Ghiso Dukinc, Gerardus de Scie, Johannes de Almescoete, Everdei en Daniel de Alblaes, Johannis filius Bavae en Wilhelmus filius Gerardi; sigilla mei, domino Ghisonis Dukinc et Gerardi de Scie, oppidani in Dordrecht