Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27

Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Duyn, van der | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073v

Achternamenindex

Daem van der Duyn gedaagde door de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt; 1468-07-27: Daem van der Duijn zou de veerstede te Hardincsvelt in bezit genomen hebben; 1468-07-28: Aernt de Juede contra Daem van der Duijn (1468-08-11)

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142

Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"

Druten, van | 1428

De Raadt I p 400

Achternamenindex

Robert van Drueten, ayant été ennemi du Brabant, dans le parti de Jean de Buren, prévôt d'Aix la Chapelle, déclare donner au duc Philippe de Brabant "een ganse stede soyn voir mij ende mijn knecht, als myt namen: Peeter van Buren, Goedert van Mekeren Johansz, Gaedert van Mekeren Gaedersz, Gheryt dije Man"

Buren, van | 1428

De Raadt I p 400

Achternamenindex

Robert van Drueten, ayant été ennemi du Brabant, dans le parti de Jean de Buren, prévôt d'Aix la Chapelle, déclare donner au duc Philippe de Brabant "een ganse stede soyn voir mij ende mijn knecht, als myt namen: Peeter van Buren, Goedert van Mekeren Johansz, Gaedert van Mekeren Gaedersz, Gheryt dije Man"

Man, de | 1428

De Raadt I p 400

Achternamenindex

Robert van Drueten, ayant été ennemi du Brabant, dans le parti de Jean de Buren, prévôt d'Aix la Chapelle, déclare donner au duc Philippe de Brabant "een ganse stede soyn voir mij ende mijn knecht, als myt namen: Peeter van Buren, Goedert van Mekeren Johansz, Gaedert van Mekeren Gaedersz, Gheryt dije Man"

Witte, (de) | 1315

Van Mieris II p 140

Achternamenindex

"also dat om dese vryheden te hebben die voorsz luyden onse dycken sullen besorgen, alsoo dat di van Werckendam ende die van Houweningen den dyck, die hoort toe tot Geert die Witten lande, ende een deel van 't slijck, dat hem aencoemt, ende die bij Giessenmonde den dijk bij Robbertshouve met een deel van 't slijck die hem aencoemt"

Dove | 1162-08-28

v.d. Bergh I no 143/Batavia Illustrata bl 1204

Achternamenindex

graaf Floris III geeft aan de abdij Egmond de kerk te Vlaardingen terug

Laici: Robbertus frater comiti, Theodericus Persin, Hugo de Teylingen, Isbrandus de Harlem et fratres eius Gerard, Malot et Meinzo, Simon Galo, Aelbrecht Banjaert, Dodo advocatus et fratres eius Theodericus, Bernoldus et Weremboldus, Wilhelm de Forenholda, Theodericus de Scoten, Odger de Riswic, Alard Ove (Oue), Bertolfus dapifer, Frethlif, Maurin, Ekbrecht Calvius, Lydolfus de Utgest, Stephanus, Adalard, Vastrud de Rinnighem, Isbrand Freso, Isbrand Ethelig

Dove | 1174-10-03

v.d. Bergh I no 149

Achternamenindex

graaf Floris III verklaart zich de enige advocaat van Egmond in het geschil tussen het klooster van Egmond en Dodo Berwoudsz

Baldwinus frater comitis, Albuinus et Hugo Capellani, Luso medicus, Florentius de Voern et frater ejus Theodericus, Isbrandus de Harlem et frater eius Gerardus, Simon Galo et frater eius Nicolaus, Wilhelmus de Theylingen, Albertus Baniart, Costinus de Mule, Gerbrandus et frater eius Eylgerus, Everhardus, Theodericus, Alardus Ovo en Hugo de Ackersloot

Dove | 1206-1226

v.d. Bergh I no 377/Bijdr Hist Gen jg 1914 bl 38

Achternamenindex

Lubbert, abt van Egmond, ruilt land gelegen onder Assendelft, met Willem de Ekthorp

Ysbrandus de Haerlem, Theodericus de Alsmar [Alkmer], Isbrandus de Hecmund, Alardus et Florentius fraters eius, Nicolaus et Nicolaus, fratres, filii Nicholai de Heylichloe, Wilhelmus de Ovo [Willem Dove?], Ysbrandus Loef; Isbrandus presbyter, Gregorius, Heinricus, Wilhelmus, Walterus, Isbrandus, Igerus et alii fratres nostrae congregationis; sacerdotes: Bartholomeus de Berghen, Ambrosius de Scoorle