32486 resultaten

Egmond, van | 1269-1272~

J Hof: Egmond p 62/Batavia Illustrata bl 1208
Achternamenindex

Hendrik, abt van Egmond. Hij zou afstand gedaan hebben en in 1402 gestorven zjn. Deze Hendrik zou een oom geweest zijn van de latere abt Dirc Schrevel en "dus" eveneens uit het geslacht van Egmond [niet bij Dek!]. Uyt Egmont gesproten (Anth Hovaeus) 1270: Bertolt gezegd Spiering, canonic van het hoogste college te Utrecht, heeft brieven van dit college aan de paus gebracht

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex

afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d

Does, van der | 1395-1396

Rek Baljuw Rijnland fol 5v p 69
Achternamenindex

rekening baljuw van Rijnland, Alphen: Symon Aerntsz, Jacob van der Heede, Henric van der Does en Jan Dirc Willemsz.z. "van aenticht van vechten over een onnosel eerste leets vrede an Dirc Danc(i)er en zinene zoen 30 £ "

Wayer, de | 1342-1343

Rek Houtvester dl VII p 150, 159
Achternamenindex

de boeten die noch achterstaen in 't Lis: Willaem die Wayer, van dien dat hi drifturf in die wildernisse dede besetten ende anevinc buten den houtvorsters, want die turf des heren is, te boeten 16 £ en Symon Ditgher van dierselver sake 10 £; 1343-1344: dezelfde post als afterstal, (p 159) Willem die Waeyer heet hier Willem de Waert

Arkel, van | 1373-10-28

Van Mieris III p 284
Achternamenindex

hertog Albrecht geeft verlof aan de here van Arckel, de heer van Vyanen, de jvr van Ameyde en andere heren landen en luiden, hun sluizen "te ligghen alsoe menich, als hem nuttelic si in der sytwinde twisken der nuwer inlaghe die si ghemaect hebben, roerende aen dan dam ter Ameyden ende den Leckendyck. Ende des slusen sellen utgaen in der Lecke doer die Leckendyc tot horen verbaer"

Duyn, van der | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073v
Achternamenindex

Daem van der Duyn gedaagde door de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt; 1468-07-27: Daem van der Duijn zou de veerstede te Hardincsvelt in bezit genomen hebben; 1468-07-28: Aernt de Juede contra Daem van der Duijn (1468-08-11)

Teylingen, van~ | 1410-07-13

Wapenheraut jg 1904 p 271
Achternamenindex

"doe quam Herman van Afferden weder, so hi in den lande van Gelre gesent was, mit Ghyskin Fey ende mit meer gesellen ende namen Symon Teylinc ut der meynte after Lederdam (…) ende reden doir Reynoy, duer Besde ende duer den lande van Gelre bi Oechten over ende voert tot Afferden dair si II mergen vercoften.."

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"

Brederode, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"

Haerlem, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"