28577 resultaten

Egmond, van | 1394

Rek Baljuw van Rijnland fol 3 p 49
Achternamenindex

die Uterbuert des heren ambacht van Egmond, scout: Moene Gerytsz [er staat: niet] ; Segwaart: heren Willems ambacht van Egmond, scout: Dirc Jans, gecomen van der turfmaet 5 £, des hadde die ambachtsheer dat 1/3 deel, zoe blijft 3 £ 6sc 8d

Duvenvoorde, van | 1291-07-16

v.d. Bergh II no 779
Achternamenindex

Beatrys gravin van Holland, Ghisebrecht van Amestel, Willaem van Egmonde, ridder, en Philips van Duvenvorde baljuw in Kennemaerlant oorkonden dat "de Kenemaren ende die Vriesen hebben ontfaen van den abbet van Egmonde ende van den menen convent, al dat land dat si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoert in deze manieren, dat si ende hare nacomelingen ewelike dien dyc delien sullen met tien lande"

Egmond, van | 1291-07-16

v.d. Bergh II no 779; De Raadt I p 414
Achternamenindex

Beatrys gravin van Holland, Ghisebrecht van Amestel, Willaem van Egmonde, ridder, en Philips van Duvenvorde, baljuw in Kennemaerland oorkonden dat de "Kenemaren ende die Vriesen hebben ontfaen van den abbet van Egmonde ende van den menen convent, al dat land dat si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoert in deze manieren, dat si ende hare nacomelingen ewelike dien dyc delien sullen met tien lande"

Amstel, van | 1291-07-16

v.d. Bergh II no 779
Achternamenindex

Beatrys gravin van Holland, Ghisebrecht van Amestel, Willaem van Egmonde, ridder, en Philips van Duvenvorde baljuw in Kennemaerlant oorkonden dat de Kenemaren en die Vriesen hebben ontvangen van den abt van Egmonde en van het convent, "al dat land dat si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoert in deze manieren, dat si ende hare nacomelingen ewelike dien dyc delien sullen met tien lande"

Coudekerke, van~ | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

bezegeld door Boudewijn Tancardsz van Stavenisse, Daniel dictus Vreet en Biggo van Coudekerke

Stavenisse, van | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

Boudewijn van Stavenisse, Daniel dictus Vraet, Biggo van Coudekerke

Woert, van der | 1422-09-06

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Ponsken Ponskensz 10 hont in Molderiker maelstat, belend boven en beneden: Dirick de Rover Ponskensz; Ponsken draagt 4 hont over op Diric de Rover, "item rechte voert op die selve tijt aen Otto van der Woerde 6 hont lants daer boven en beneden naest gealnt is Diric dije Rover Ponskensz"; - Ponsken Jansz 4 hont in de maelscap van Molderik, belend: Dirick die Rover Ponskensz, en draagt ze vervolgens over aan Otte van der Woerde, belend boven en beneden: otto zelf (fol 91)

Does, van der | 1428-11-10

Inv Arch Secretarie Leiden regest 436, 438, 895
Achternamenindex

schepenen van Leiden oorkonden dat Ysbrant van der Laen erkennen verkocht te hebben aan Dirc van der Does een huis aan de Bredestraet, afkomstig van Anthonis Coen Vranckenz; 1429 -02-21: draagt Dirc van der Does Heynricsz dit huis over aan zijn zwager Heynric Heynricsz; 1478-08-03: transporteren Jacob van der Does c.s. dit huis aan Dirc van Honthorst

1e zijtak

Drij, van | 1423

Wapenheraut jg I: 13, 14, 57, 58
Achternamenindex

lid van het St Jorisgilde te Harderwijk: 1423 Pelgrim van Drij, 1438: Henrick van Drij, 1548: Gerrit van Drij, 1559: heer Gerrit van Drij

Bentheim, van | 1339-12-08

Van Mieris II p 626
Achternamenindex

heer Simon van Benten, houtvester van onsen houte van Hairlem, wordt door de graaf ontboden "dat ghi van onsen weghen betaelt jaerlix den Minderbroeders, die daer Terminariis jaerlix es tote elken Bamisse 10 sc Holl toit sinen barninghe (=brandstof) te helpen voir enen boem, die si pleghen te hebben te bornen uten Houte, ende dien wi hem wederseyt hebben, ende des neemt jairlix van hen ene kennisse jeghens ons mede te rekenen, dair mede sullen wi u van also vele quiten in juwer erster rekeninghe"