12979 resultaten
Doys | 1423-07-28~
Leenregister Culemborgfol 96v, 97, 97v
Achternamenindex
leenregister Culemborg 1410~: - Geryt Doys Sprunck een hoeve land die Henric Buddinc van Attevelt opdroeg aan Geryt, gelegen in het Merlant, belend boven: Ot Doijs erfgenamen, beneden: Herman Gysbertsz kinderen, strekkende van de Mergrave op aan de wetering; -Ponsken Johansz 14 hont land ter goeder maten, belend boven: Jorden Doijs erfgenamen, beneden: de hertog van Gelre; zijn vrouw Geertruid wordt met de helft van dit leen beleend
Doys | 1423-07-29~
Leenregister Culemborg fol 99
Achternamenindex
leenregister Culemborg 1410~: - Otto van Wyck Ottenz 1 akker land in der maelscap van Rijswick in het Wijfdijcse velt, belend boven: Gerit van Wyck Ottenz, beneden: Jorden Doijs erfgenamen
Doys | 1423-08-19~
Leenregister Culemborg fol 100
Achternamenindex
leenregister Culemborg 1410~: - Gerijt Doijs Willemsz 2 morgen te Scallicwick, in onsen gerichte, belend boven: de heren van St Martyn te Utrecht, beneden: Henric Gerijtsz van Cleve en Jan Tullenz met een gemeijnen eygendom
Doys | 1423-09-21~
Leenregister Culemborg fol 99
Achternamenindex
leenregister Culemborg 1410~: - Jan Kerstansz 2 ½ morgen in de Rijnweert, belend boven: Gerit Doys Sprunc, beneden: Rolof uten Weerde Ottenz
Doys | 1423~
Leenregister Culemborg fol 95
Achternamenindex
leenregister Culemborg 1410~: - Willem van Heteren 4 morgen in Ryswicker maelscap in het nederbroek, strekken met de broeckstege aan Hoeswycskamp, zoals Willem van den Werve dat van ons te houden placht, belend boven: Johan Ottenz, Johan Zurmont, beneden: Gysbert van Vyanen van Beverweerde, Johan Doijs
Doys | 1424
Leenregister Culemborg fol 94v
Achternamenindex
leenregister Culemborg 1410~: - Herman van Wyck Gerytsz 4 morgen en 2 hont land ter goeder mate, belend boven: Kunegont vrouw van Jorden Doijs, beneden: Wolter Wuwes erfgenamen
Doys | 1430-09-23
Navorscher jg 1917 p 214
Achternamenindex
de erfgenamen van wijlen Dirc Hollant, waaronder Jacob Brunincsz als voogd van Bruninc Jacob Claes Brunincsz.z en Dirc Doys als borg voor Bruninc (erfgenaam voor 1/13 deel) verkopen 5 maden land achter de Dam te Amsterdam aan het klooster van St Margariet aldaar. Verder genoemd: Corst Bruninc Meynertsz, Jan Bondgersz, Jacob Brunincsz, Voppe Blanke Heynenz, Pieter Egbertsz, Garwairt Jansz elk 1/13 deel; Claes Dirc Meynertsz en zijn waarborg Gheryt Brantsz, Willem Gerrit Meynertsz.z. met zijn borg Arnt Jacob Willlemsz.z., Jan Egbertsz met zijn oom Peter Egbertsz, Hem [Hein?], elk een 1/13 deel, Allert Fransen en Bruninc Meynertsz tezamen voor 1/13 deel; Volkert Pieter Borstsz 1/26 deel, Dirc Claesz en Bruninc Petersz tezamen ook voor 1/26 deel
Heemskerk, van | 1630-03-26
G.A.Amsterdam DTB no 41 fol 37v
Achternamenindex
gedoopt: Nieuwekerk te Amsterdam Cornelis, zoon van Dirck van Heemskerck en Heijltje Aerjans Vries; getuige: Dirck Aerjansz Vries; 1633-01-30: Dirckje, dochter van Dirck van Heemskerck en Helena Adriaens; getuie: Carsje Dirx
Sandhorst, van | 1437-12-14
Inv Arch Medemblik 1915 regest 42
Achternamenindex
Dirc van Santhorst treft een overeenkomst met zijn neef Jan van der Mye en Jacob heer Jansz over zeker uiterdijks land gelegen vóór het kasteel van Medemblik, in het bezit van eerstgenoemde en reeds ten dele (voor 44 morgen) door laatstgenoemde bedijkt. Dirk houdt aan zich de tienden van al het bedijkte land, de hoge en lage heerlijkheid en het dijkgraafschap en bepaalt dat het overgeblevene van de uiterdijk vóór 5 augustus eerstkomend bedijkt moet zijn en dat van al het bedijkte land ⅕ deel hem zal toebehoren, geheel vrij van dijks-, sluis- en andere lasten
zegels van Dirck van Sandhorst en Jan van der Mye
Mije, van der | 1437-12-14
Inv Arch Medemblik 1915 regest 42
Achternamenindex
Dirc van Santhorst treft een overeenkomst met zijn neef Jan van der Mye en Jacob heer Jansz over zeker uiterdijks land gelegen vóór het kasteel van Medemblik, in het bezit van eerstgenoemde en reeds ten dele (voor 44 morgen) door laatstgenoemde bedijkt. Dirk houdt aan zich de tienden van al het bedijkte land, de hoge en lage heerlijkheid en het dijkgraafschap en bepaalt dat het overgeblevene van de uiterdijk vóór 5 augustus eerstkomend bedijkt moet zijn en dat van al het bedijkte land ⅕ deel hem zal toebehoren, geheel vrij van dijks-, sluis- en andere lasten
zegels van Dirck van Sandhorst en Jan van der Mye