74 resultaten

Boxtel, van | 1493-12-26 (01-02)

Noordbrabantse Charters p 212/Miraeus: Opera Dipl I p 466-469
Achternamenindex

Hendrik van Ranst heer van Boxtel en zijn vrouw Henrica de Haerften stichten een kapittel van 7 kanununniken in de kerk te Boxtel, bevestigd door de bisschop van Luik. Genoemd: dominus Henricus de Lotthum die dekaan wordt, Leonardus de Boisschot, Theodoricus Brant, pastor ecclesiae parochialis de Gemonden, Johannes Liberti, Walterus de Tuijl, Walterus Dessel, dominus et magister Joannes de Vinckenrode, Thomas de Oeijen, Hermannus filius Gerardi de Kessel. Ook genoemd rectores capellae de Lijemde in parochia de Boxtel. Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis instrumenteert de akte

presentibus: domino Joanne de Hoerne, milite, dom. de Baucignies, dom. Leonardo de Boisschot, presbytero, in ecclesia de Boxtel, Joanne de A, armigero, Arnoldo de Mombeeck, notario jurato Curiae Leodiensis

Lodensteyn, van | 1436-07-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 270v, 149
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Mergrite Geryt Douwersdochter die Gijsberts wijf van Lodensteijn was en haar zoon Evert van Lodensteijn dragen over ½, onderdeylt, van 3 ½ vierendeel veens gelegen in Hezer Veen, strekkende van der (g)ouder graften totter meeren toe die in Hezerveen gelegen is, belend oost, west: Peter Lambertsz van Hamertvelt; vervolgens wordt Henrick Gysbert Henricsz.z ermede beleend, met voorwaarden dat dit veen en alle venen die Evert van Lodensteijn daerboven liggende heeft over malkanderen wegen en wateren sullen alse redeliken is; "nunc Florys, zijn zoen, apud dom. Gerardum de nova ecclesia fol 319"; 1452-08-22: Heynric Gysbrecht Heynrics.z. wordt beleend met de ledige hand, zoals zijn leenbrief van 1436-07-05 inhoudt

mannen: Jacob die Beer Rutgersz, Matheus Gysbertsz; 1452: Otte van Slingelant, Albrecht Heijn Nagelsz

Beer, de | 1473-03-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 210v, 211, 238v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz draagt over tbv Lysbeth Andries Botsdochter, ½ van een stuk land gelegen tot Zoes, geheten Stalbrenck, belend landwaarts: Jacob Jansz, zeewaarts: Evert Jacobsz erfgenamen en Goyert Jacobsz (10-16), 1486: Goijert Jacobsz en Ruert Jacopsz erfnamen; vervolgens wordt Lysbeth ermee beleend; "filius ejus Volken. Vide infra fol 239"; 1473-10-16: Lysbeth draagt dit leen op in eeuwige erfpacht aan Rutger de Beer Jacobsz en zijn nakomelingen, elk jaar voor 6 gouden R gld; 1485-07-04: Geryt Bot Folkensz beleend als voogd van zijn zoon Folken Bot Gerytsz, na dode van diens moeder Lysbeth Andries Botdochter; "dit heeft ontfangen Cors Meijnsz in libro domini Ser (?) de nova ecclesia fol 209"

mannen: Alfer Ruysch, Gysbert Henricsz, Tyman Mouwer van Heersell; Tyman Mouwer van Heersell, Jan van Helmont; 1485: jonghe Vrederick van der Zevender, Willem van Dam Petersz

Bot | 1485-07-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 238
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geryt Bot Folkensz wordt als voogd van zijn dochter Kerstyne Gerit Bot Folkenszdochter beleend, na dode van haar moeder Margriet Heinric Botter Goijerstzdochter, met ½ van 2½ vierdel veen in Heserveen, belend oost: Willem Hangoedenz, west: Lysbeth van Weede; "versocht Geryt Both hoir vader tot behouf Dyrck synre dochter, apud dominum Guillelmus fol 125"; "ontfangen Christina Willem Aerntsdochter bij opdracht Dirck Dircksz ut in libro abbatis Wilhelmi de nova ecclesia fol 158"; Gerrit Bot Volkensz als voogd van zijn zoon Folken Bot Gerritsz, wordt na dode van diens moeder Lysbeth Andries Botsdochter, beleend met ½ van een stuk land geheten Stalbrenck, gelegen tot Zoest, landwaarts: Jacob Jansz, zeewaarts: Goyert Jacobsz en Evert Jacobsz erfgenamen. Dit heeft ontfangen Cors Meynsz

mannen: jonghe Vrederic van der Zevender, Willem van Dam Petersz

Zuilen van Nyevelt, van | 1455-07-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 431v, 88v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Steven van Zulen van Nyevelt Willemsz belening verzocht met zijn leengoeden met ledige hand; vervolgens maakt hij tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Geertruide Goeswijnsdochter van Br [ienen ?] 5 morgen land met huising en hofstede tot Vloeten bij der kerk, belend overzijde: erfgenamen van Geryt van der Mije, nederzijde: de kerkweg van Themaet; aan zijn zoon Steven maakt hij op dit goed 100 oude gouden vrancr scilde, hem uit te reiken na de dood van zijn vader; 1459-02-28: Willem van Sulen van Nyevelt beleend na dode van zijn vader Steven van Zulen van Nyevelt Willemsz; vervolgens draagt hij dit leen over aan Bertelmeus van Sulen van Nyevelt; onder staat: "nu Henrick van Eemskerck ut in libro abbatis Wilhelmi de nova ecclesia fol 178"

mannen: Gosen van Scadewijck, Johan van den Anxter; 1459: Volken van Baern, Jan van der Anxter

Coulster, van der | 1395-04-16

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 225
Achternamenindex

Garbrandus de Couster, prepositus ecclesiarum Montensis Hannonie ac curatus ecclesie parrochialis de Haerlem, discreto viro domino Symoni Woester, curato ecclesie beginarum in Haerlem, salutem in domino. Ut in dicta mea ecclesia altare ubicumque aut quocumque voluite in honore munipotentis Dei ae matris virginis ejus fundare, dotare, jusque pro natus ejusdum altaris sive vicarie et jus presentandi ad ipsum pro vobis vris .... successoribus depictaris nb deputuandis per vos libere reservare valeatur et possitis vobis plenam in domine licentiam damus et concedimus per presentes. In cajusr.. testimonium sigillum nostrum per presentibus est appen.. (vgl 1395-04-15 en 1395-06-12) = Gerbrandus de Couster proost van Bergen in Hengouwen en cureit van de parochiekerk te Haarlem vergunt aan heer Symon Woester, cureit van de Begynenkerk in Haarlem om een altaar of vicarie in de parochiekerk te stichten; zijn zegel: klimmende leeuw

Haarlem

Assendelft, van | 1120<

Oork. Abdij Egmond/v.d. Bergh I no 108
Achternamenindex

1083-1120 - blaffert van inkomsten door de abdij van Egmond ten tijde van abt Adallard verkregen: - Alwaer de Eskendelf land aldaar, 2 uncias; - Hildegard de Eskendelf, 2uncias; - Heilwijf de Eskendelf land in Linbon, 3 uncias (2 ons); - Frethericus de Eskendelf met zijn vrouw Ricswyt, 30 den; - Lantdrat gaf land boven Adrichem, 1 sol; - Wlbrandus de Esknemendelf (dedit) terram ibidem 5 uncias persolventem et in Casterkem terram 10 uncias; - Wlbrandus de Eskendelf cum uxore Ricswyt dedit 4 uncias; - Isbrandus frater Barwaldi terram in Esknemendelf; - Bertgarda, conversa et monacha, terram in Linthereswalda, 6 uncias et duos solidos, ad luminaria in ecclesia St Mariae; - Folpertus in Velsen land, 12 den solventem; - Sigerda in Rotholfengabroke, terram 2 uncias solventem; - Rodolfus, conversus et monachus, terram juxta Wisenford [het Weyver], 9 uncias persolventem [vermeld tussen schenkingen in Baccum en Assendelft]; de abdij bezit in Assendelft: juxta Wirefert in broke 8 ½ virgas

Beer, de | 1446-07-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz wordt na dode van zijn vader Jacob die Beer Rutgersz beleend met: 1) ⅓ deel van 7 hoefslagen, belend landwaarts: Vrancken hoeve mitten groeten slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, opstrekkende van Zoester enge an Hezer Veen, 2) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: der nonnensloet, landwaarts: Rutger Goede Scaelsz also sij Rutger Jacobsz was, 3) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Rutgersz en zijn broer Dirck Rutgersz, landwaarts: Jacob van den Doem, 4) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachtwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamellenberch, 5) een kamp land geheten dat Grote Broeck; behalve de lijftocht van zijn moeder Geertruijt Rutgers aan het Cleijnebroeck; "nu: Henric, zyn zoen, apud abb. Wilh. de nova ecclesia fol 76"

mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goese van Scadick

Schagen, van | 1476-07-05

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 385, 322v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwardi oorkondt dat heer Aelbrecht heer tot Scagen, ridder, hem opdroeg het ¼ deel van de tienden en lastgeld in Noordholland in het ambacht van Zevenhuizen, hem aangekomen van "vrouwe Johanna van Hodenpijl vrou tot Scagen, zyn vrou ende moeder", en het ¼ deel van de 3 doijts en tienden in hetzelfde ambacht, hem aangekomen bij dode van joffr. Volken van Zevenbergen; vervolgens wordt heer Albrecht er mee beleend; "quaere supra eodem libro op heren Jan van Hodenpyl ende joffr. Johan Jans wyf van Herler en van Merwijck fol 339"; "item bij joffr. Joest zijn dochter anno 1484 ende heeft ontfangen die dochter mynre vrouwen van Scagen huisvrou van Egmond. Nae joffr Jozyna heeft dat ontfangen bij transport Frans van Nyenrode"; in margine: van joffr. Joest; 1484-08-04: beleend jvr Joost heer Aelbrechtsdochter van Scagen, vrouw van Wouter van Egmond, bij dode van haar vader; "nunc Frans van Nyenrode, apud dom abb. W de novo ecclesia fol 119"

leenmannen: Geryt van Ryn, schout tot Utrecht, Alfert Ruysch; 1484: Alfer Ruysch, Johan van der Anxter

Does, van der | 1342-01-08

R.A.U. Hs Booth-van Buchel 343 I fol 54v, 55, 55v, fol 4/Mededeling kolonel J.P. de Man
Achternamenindex

uyt de memorie van Leyderdorp: Oude Henrick gaf uit een werff bij de kerck de pape jaarlijks 12 penning, de coster idem 6 penn. Costijn van der Does oude Henricsz in dese memorie, testament 18 penn en voor jaargetijde van zijn vader Henrick, en wil dat Henrick en Gerit van der Does of hun nakomelingen deze rente op buerden ende gaven. Verzoek heer Daniel uten Waerde, ridder, deze brief mede te bezegelen, 28-01- 1342. Volgt verlij brief van Hugonis Costine land woont in Leiderdorp, 1351 vrijdach na Kersdach. Volgt ex memorie funebribus, anno 1385 ipso die Lamberti episcopi obiit domina Elisabeth filia Costini van der Does vidua domini Danielis uten Waerde, sepulta in ecclesia de Leyderdorp ante gradus cori in sepulcer viri sui ende heeft den Godshuse te Leyderdorp een eeuwelike gedenckenisse gegeven voor haer vader, moeder tiden ende hoer alder vrinden ziele, 40 sch comans s jaars. Volgt uit EL 23: Hugo van der Does leenman, St Martyn in den somer 1346

1e zijtak