97 resultaten

Duvenvoorde, van | 1530-11-29

Arch Duivenvoorde Inv no 20 regest 209; V.R.O.A. 1920 dl I p 378 regest 234/Arch Kasteel Duvenvoorde Inv 35
Achternamenindex

heer Johan van Duvenvoorde wordt door de heer van Ysselsteyn beleend met al de goederen hem aangekomen van zijn moeder Margriete, enige dochter van Gysbert van Ysselsteyn en weduwe van Aernt van Duvoirde. 1544-10-28: Johan van Duvenvoirde heren Johansz wordt door de heer van Ysselsteyn beleend met al de goederen hem aangekomen van zijn vader. In dorso: item dit leen heb u versocht uyt 30 Kar gulden en twe voirscr gulden voirt segel endetwe voir scriven

Herlaer, van | 1486-08-11

Reg Leenaktenboeken Gelre 10e stuk kwartier Nijmegen p 752, 788
Achternamenindex

Beest: Johan van Herwinen Johansz ontvangt 6 morgen in Janniscamp, belend boven: heer Arnts erfgenamen van Herler, ridders, beneden: erve Adriaen van der Poirten (in 1414 was belending boven: Gysbert van Deyl, in 1423: Gysbert Pieck); alle tienden te Renoy: 1529-04-12: Wilhelmina Pieck, zuster van Walraven Pieck, vrouw van Jasper van Baex, bij deelinge. Zij erfde het goed van haar vader, haar broer en haar tante Aleyt Pieck, weduwe van Arnt van Herler, ridder

Quint | 1481-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 222v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem Quint Henricsz wordt na dode van zijn vader Henric Quijnt Johansz beleend met een tiende geheten Wolffswynkel, Roijwinkel, Berchorst en Heijngenscamp, grof en smal, gelegen in het kerspel van Scherpenzeel, zoals Henric die in leen gehouden had, tot een onversterfelijk erfleen te Zuftfense rechte, tegen een jaarlijkse pacht van 2 mudden rogge en 1 mud gerst Amersfoortse maat; "modo Geertrudis ipsius filia, vide in libro abbatis Wilhelmo fol 177"

mannen: Johan de Coninck, Henric van Ringenberge

Haen, de | 1410~

Leenregister Culemborg fol 14, 18
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Reyner die Heelt 12 morgen in het Vreedstro in Culenborgerbroek, belend beneden: de heer van Culemborg met 4 morgen, boven Reyner zelf, met het overste einde aan de Bisschopsgrave en andere einde aan de Vreedstrose Steeg (en hier uit heeft hij verkocht Symon den Haen dat hij opgedragen heeft en Henric Symonsz weer ontvangen heeft, 1 viertel land); - Henric van der Eme Johansz van der Eme 3 morgen voor op Zogewijck, belend boven: Haze Hugen en beneden: Symon de Haen met leen van Culemborg

Zoelen, van | 1402

Leenakten Gelre Nijmegen 7e stuk p 315
Achternamenindex

een hofstad gelegen te Kircke Avesaet, met timmering en toebehoren, een tiende te Alde Avesast in de Weerd, ontvangen door Otto van Zoelen, ridder; 1410: Johan van Zoelen erve van zijn vader Otte, "met bescheijt Hubert van Zoelen nyet te belenen eer syn broder Johan van timmerbouw ende ander costen vernuecht sij"; 1474-03-21: Walraven van Zoelen Johansz eed vernieuwd van een hofstad geheten die Hage met 8 morgen; 1481-07-09: eed vernieuwd; 1486-04-09: Seger van Zoelen erve van zijn vader Walraven

Vuren, van | 1438

Reg Gelderse Leenaktenboeken 9e stuk p 485
Achternamenindex

huis en hofstad met 6 ½ morgen min 1 ½ hont land in het gericht van Hellu, tussen Walraet van Asperen van Vueren en Gysbert de Cock en Jacob Maes, strekkende van de gemene straat tot de Corengrave toe, te leen gemaakt door Gerrit van Beest Johansz tegen een gevrijt goed, nl 6 morgen in het gericht van Tiel gelegen, geheten op de Hare; 1440: Gysbrecht van Haeften bij transport van Gerrit van Beest, huis en hof met 6 morgen te Hellou, belend: Walraven van Vuyren en Gysbert van Haeften

Arkel, van | 1436-04-17

Nyhoff: Gedenkw IV no 158, p 130
Achternamenindex

verbondbrief Ridderschap van het kwartier Nijmegen: Johan heer tot Culenborch, ter Leck, Derick van Bronchorst, heer tot Batenborch en Anholt, Johan van Arkell, heer tot Hoklem, Johan heer tot Broichusen, Werdenberg en Amerzoyen, Derick van Byland, ridders, Reynalt heer tot Oy, Johan van Groisbeke, here tot Homen, Malden en Beeck, Willem van Druten, Johan van Benthem here tot Spaldorp, Johan van Rossem heer Johansz, Bertout van Gent heer tot Luenen, Balthazar van Buren, Ot van Asperen van Vuren, Ot van Bylant, Gysbert van Ranwick, Willem van Ysendoren Alertsz, Rutger van Galen, voor het kwartier van Arnhem: Ot van Hoekelem en Johan van Hoekelom

Heukelom, van | 1474-07-08

Reg Geld Leenaktenboeken 9e stuk p 473
Achternamenindex

huis en hofstad met 7 morgen land in het gericht van Herwinen, belend: Johan van Herwinen Johansz en de gemene stege van Herwinen, verstorven op van Johan van Culenborch op zijn dochter Jutte, vrouw van Otte van Hoekelem; 1481-07-04: eed vernieuwd: Ott van Hoekelom, haar echte zoon; Johan van Heukelom, Jutta van Heukelom vrouw van Gaert Reiners genaamd Sterck en Rutgera van Heukelem, broer en zusters, kinderen van Otto, refuteren hun recht op: Otto van Heukelem Ottenz, hun oudste broer, aan ⅓ van een huis met hofstad en boomgaard in het kerspel van Herwinen gelegen, welk goed eertijds hun oudevader Otto van Heukelem met nog 7 morgen land ontvangen had, broer Ot zal leendrager zijn, 1549-05-29

Weent, de | 1409-04-19

Repert Stichtse Leenprotocollen p 444
Achternamenindex

de hofstede te Scadenbroec met 20 morgen land [onder Woerden]: beleend Aelberen Henric die Weent, na dode van zijn moeder; 1394-05-19: Dirc Johansdochter van Scadenbroec, vrouw van Evert Johansz; 1420-02-16 en 1435-04-13: Dirc van Maersen Aelberen Henricsz na dode van zijn vader Aelbert; 1456-12-06: Aelbert van Maerssen na dode van zijn broer Dirc, met lijftocht voor zijn vrouw Agete aan de helft van dit goed; 1488-09-20: tbv heer Aernt van Ysselsteyn vestigt hij er een rente op van 12 R gld; 1492-06-24: Dirc van Maerssen na dode van zijn vader Aelbert van Maerssen; 1494-04-24: hij draagt dit leen over

Alphen, van | 1485-10-14

Repert Stichtse Leenprotocollen p 164, 165
Achternamenindex

de helft van de grote Otterdyck te Kortenhoef, genaamd dat Meerland, belend zuid: St Barbara gasthuis te Utrecht en Dirk Kaels, noord: Albert Johansz: Daniel van Alphen draagt dit over aan Gerrit de Grebber, bij kinderloos versterf terug te komen aan van Alphen; 1555-11-28: Johan de Grebber na opdracht door zijn broer Claes de Grebber, met consent van zijn neef heer Dionys van Alphen Pietersz als naaste leenvolger van zijn grootvader Daniel van Alphen; 1556-08-13: heer Dionys van Alphen na dode van Claes de Grebber, hij draagt dit leen over aan heer Ernst van Nyenrode, ridder; 1566-09-16: Gerrit van Alphen Petersz mede namens zijn broer Floris van Alphen overeenkomstig de akte van afstand en kwijtschelding door heer Dionys van Alphen gepasseerd