Polanen, van | 1414-12-06

Reg Rotterdam en Schieland no 1916/Lenen van Honingen fol 13v

Achternamenindex

Dirck van der Lecke, ridder, verklaart, nadat Aernt Jansz hem in tegenwoordigheid van Goesen Wolfertsz, schout in het ambacht van Cralingen en van buren, als vrij eigen had opgedragen 7 gaarden land met het daarop staande getimmerte in het ambacht van Cralingen in Willem Janszssate, gemeen met 19 gaarden, strekkende van de Merwe tot de landscheiding, dat land in leen te hebben gegeven aan vooornoemde Aernt, met regeling van erfopvolging

Milde, de | 1342-12-12

Bijdr Hist Gen 1901 p 149

Achternamenindex

lenen in het Bisdom: graaf Willem beleent Jacob Roudenberch met 13 ½ morgen land op het Segvelt in een weer van 27 morgen, de graaf aangekomen na dode van zijn broer Pieter Roudenborch, strekkende van de grote Mye tot aan de Landscheiding van Segvelder land binnen het ambacht Bodegraven, belend west: het land van Gheret Wennenz, oost: Jan die Milde met zijn land; in datzelfde weer van 27 morgen op het Segvelt: 18½ morgen, beleend: .....

Abbenbroek, van | 1332-08-01

Reg EL fol 74 en EL 24 fol 57 v/Reg Rotterdam en Schieland no 422

Achternamenindex

graaf Willem verklaart nadat Clais Jansz van Abbenbroek, gehuwd met Adelijse Jansdochter van der Mije, hem had opgedragen 27 ½ gaarden land in Kathendrecht beoosten de twee sluizen, die van ver Jutte, weduwe van Jan van Abbenbroek waren, strekkende uit de Merewede tot aan de landscheiding, belend aan beide zijden het land van zijn broer Jan van den Broeke, dit land in erfleen gegeven te hebben aan genoemde Clais, met regeling van erfopvolging

Polanen, van | 1412-07-13

Reg Rotterdam en Schieland no 1857/Lenen van Honingen fol 100, 96v

Achternamenindex

Dirck van der Lecke, ridder, verklaart, nadat Florys Jansz hem in tegenwoordigheid van Hemrick Gysbrechtsz en van buren had opgedragen als vrij eigen 2 morgen gelegen in Ommoirden aan de westzijde van de nu door hem bewoonde zate, strekkende van de Rotte tot de landscheiding en belend west: Aernt Symonsz, oost: Florys zelf, dit land in leen gegeven te hebben aan deze Forijs; fol 96v: verstorven op Mertin Jans en Florys Claesz

Leyenburg, van | 1461-04-22 - 1462-09-30

Rek Rentmeester Land van Arkel no 2189 fol 7, 10

Achternamenindex

rekening over het goed van Heukelom, die Zoedslagen: - een camp van 14 hont naast de landscheiding, gebruikt door Adryaen van Leijenborch, voor een som geld die hij van de jonker van Huekelom geleend had; Adryaen ten eigen, waard 6 schilden, daarom hier niet; - de grijendinge om de hofstad van Leyenborch was ook verkocht in het jaar 1460 bij Jan van Rossem [aan] Herberen de Leeuw, voor 44 Beyerse gld, en zal weer houbaar worden in 1464, daarom hier niet

Polanen, van | 1409-09-17

Reg Rotterdam en Schieland no 1765/Leenregister Hodenpijl fol 15

Achternamenindex

Jan van Hodenpijl, ridder, verklaart, nadat Jacob Gysbrechtsz van Velthuysen hem, in tegenwoordigheid van Jan Doezoon, schout in het ambacht van Cralingen, had opgedragen als vrij eigen, 1 ½ gaarde land en 4 ½ voet, gelegen in genoemd ambacht in het land waarop Jan Doezoon nu woont, aan de westzijde gemeen met heer Dirc van der Lecke, strekkende van de Noirtwoude tot de landscheiding, dit land in leen gegeven te hebben aan voornoemde Jacob, met regeling van erfopvolging

Woerden, van | 1385-12-27

Reg Rotterdam en Schieland no 1097

Achternamenindex

Philips van Polanen, ridder, geeft in leen aan Claes Jansz van Woerden, een viertel land gelegen in zijn ambacht van Nieuwerkerk, geheten Oude Coppijnssate, groot tussen de kerkweg en de landscheiding een geheel viertel, en tussen de dijk en de kerkweg 4 gaarden en 10½ voet, belend west: Philips van Polanen, oost: behalve de weg, Geertruid Pietersdochter en Cleymens van der Duyn; aantekening: dit leen is gekomen op Arent Boininck, en van hem op Willem die Weldighe; 1437-09-07: laatste belening

Nieuwerkerk aan de IJssel

Jonge, de | 1364-02-04

Reg Rotterdam en Schieland no 858

Achternamenindex

Jan van Bloys verklaart in erfleen gegeven te hebben aan Poncyaen van Lakervelt, 7 gaarden land, gelegen in Yselmonde in het ambacht van Ogier van Cralingen, in leen gehouden door zijn ouders en hem aanbestorven, waaraan Trude Aernt Belyenzoonsdochter haar lijftocht heeft, belend oost: land dat Daem Mattenz van hem in leen houdt, west: Heyn die Jonge, strekkende van de Merwede tot aan de landscheiding van Barendrecht, in ruil voor welk land Ponciaen hem van zijn eigen goed heeft opgedragen 2 morgen land in Boenrepas, die hij weer in leen geeft (zie 1374-05-25)

Jonge, de | 1374-05-25

Reg Rotterdam en Schieland no 977

Achternamenindex

graaf Jan van Bloys verklaart, nadat Trude dochter van Aernt Belienz, met haar oudste zoon Jan die Jonghe als haar voogd, hem tbv haar neef Aernoldus van Bobnaghel, heeft opgedragen 7 gaarden land die Ponciaen van Lakervelt van hem in erfleen hield in Yselmonde in het ambacht van Ogier van Cralingen, belend oost: de graaf zelf met erf dat Daem Mattenz van hem in leen houdt, west: Hein die Jonghe, van de Merwede tot de landscheiding van Barendrecht, dit land in erfleen gegeven te hebben aan voornoemde Arnoldus (zie 1364-02-04)

Blokland, van | 1601-05-18

R.A.H. Recht Arch 2361 fol 30, 30v

Achternamenindex

schepenen in Nieuweramstel oorkonden dat Gerrit Burchertsz, Asuerus van Blocklant als man en voogd van Yffgen Foppen, Frans Gaeff, man en voogd van Vincente Gerritsdochter en Jacob Geritsz, mede voor zichzelf, alle kinderen van Gerrit Burchertsz, daer moeder off was Trijn Jacobsdochter, erkennen verkocht te hebben, na Gerrit voor 5/8 part, Assuerus, Frans en Jacob elk voor 1/8 part, aan de heer Jacob Hendricsz Zaffius, proost te Haerlem en Evert Pietersz, oudschepen van deze jurisdictie tezamen, een bruyckweer land met huis en watermolen gelegen buiten Veldert, strekkende tot aan de landscheiding van Rieck