Heukelom, van | 1410~

Leenregister Culemborg/Arch Heren en Graven van Culemborg Inv 4772 fol 12, 75v, 36v, 63v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Otte van Huekelem 1 hoeve land aan die Ketelwade, belend boven: Wouter bastaard van Culenborg, beneden: Gijsbert Craft (fol 12), met latere hand: Maes van Huekelem; - Bor Wolf 18 morgen in Goodbertinge, belend boven: jvr uten Goeije, beneden: Heinric die Wolf, met latere hand: Otten kinderen van Huekelem, zoals Bor Wolf hield; - (fol 75v) Floris van Huekelem tbv zijn broer Maes, 18 morgen te Goedbertinge, belend boven: die Ketelwade en Dirck Doijs van der Eme met een stripen land, beneden: Arnt Dircx Mansz, onder voorwaarde dat Maes zelf de eed zal doen als hij binnenslands komt (hij ontvangt het goed 1412); - Wouter bastaard van Cuelenborg 7 hont op Goodbertingervelt, belend boven: Dirc die Man, beneden: Ot van Huekelem met leen van Cuelemborg (fol 36v), op fol 63v behoort dit leen aan Johan van Ecke Woltersz

Grootenhuijs, van | 1346~

Bijdr Hist Gen jg 1901 bl 151/Reg EL 5 fol 22v

Achternamenindex

leen in het Bisdom: H. van den Grotenhuyse leen: H. van den Grotenhuyze een halve hoeve in het gerecht van heer Ghisebrecht van Loenreslote in Mersenbroeck, belend noord: W. Hughenz, zuid: de zidewinde, "dit is verlyet te versokes"; ± 1364: opgedragen aan de graaf van Holland "dese droecht up tot Herberens behoef van Upburen"; nog latere aantekening: heer Herbaren van Upburen [zoon van Heynric van Grotenhuyse ?] leen

Hurden, van | 1400

Memorien Stift Xanten p 234

Achternamenindex

de agris in Hurden: - 2 maldrata in den Schrage prope agros quos colit Jacobus de Hurden; - 4 modiata prope agros predicti Jacobi; - 2 modiata in den Hogenvelde prope Gerardi de Hurden; 1 maldratum in den Hogenvelde prope Jacobi de Hurden; - mal in den Atraide tussen Gerardus de Hurden en Jacobus; latere aantekening: nunc habent in iisdem agris Everardus de Hurden en zijn vrouw Katharina

Bakenesse, van | 1339-11-19

Van Mieris II p 624

Achternamenindex

graaf Willem verklaart dat zijn neef Willem de Cuser hem heeft opgedragen zijn huis te Scoeten, dat Arnoud des Wilden was, met erve en toebehoren, liggende te Scoeten, belend zuid: Jacob van Bakenesse, noord: Clays moeder van Bakenesse, en het oosteinde de brede wech en het westende de veenwateringhe en heeft hem ermee beleend. Zie ook 1334-05-02: belend te Schoten van het latere huis te Kleef

Haarlem

Steenhuys, van den | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jorden van den Steenhuse zijn goed in Weerderbroec; - Guedert van den Steenhuse zijn goed in Weerderbroec, zoals zijn voorvaderen (later toegevoegd: Gudert van den Stenhuse ontving dit goed "beheltlyck ons ende een igelick sijns rechts") (fol 2); - 2 acker in Rijswiker maelscap, belend boven: Ot van Wijc, beneden: Wendelmoet Doijs; - ½ akker, belend boven: Wendelmoet Doys, beneden: mijn vrouwe van Gulick; latere aantekening: Herman van Lewen Jansz bezit deze lenen, het 1e belend boven: de kinderen van Otte van Wijc, beneden: Wenmer van der Steenhuze, het 2e belend boven: Wenmer van den Steenhuze, beneden: de vrouwe van Gulick (fol 6); - latere aantekening: Heinric van den Steenhuze de andere helft van genoemde 8 morgen (te Wadenoy op de Viergherden), waarvan de andere helft behoort aan Marcelis groot Valkenz; - Jan Aernt Wenmersz.z. van den Steenhuze 4 morgen samen met Heinric van den Steenhuze, in margine: Wadenoij (fol 6v); 1422~: Henric van den Steenhuze ontving 4 morgen (fol 91v)

Leest | 1410~

Leenregister Culemborg fol 5, 6, 53v en 54

Achternamenindex

leenregister Culemborg:( latere aantekening) - Jan Leest dat Gerijt Schaep opgedragen heeft, ½ hoeve op Rietvelt, belend boven: Gerijt Scaep, beneden: Kyllestein; - Peter Jan Leestkensz, 1 akker land van 7 hont, belend boven: Peter en zijn moeder, beneden: de steghe; - Ghijsbert van Culemborg, bastaard, o.a. de tiende over de straat, ½ morgen 85 roeden op Redichemervelt, belend boven: Ghysbert van Culemborg en Geryt Scaep, beneden: Jan van Vrancrijk en Peter Leest (fol 54: Peter Jan Leestkijnsz)

Heteren, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 13, 108v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Bertout van Heteren een Weertacker van 2 ½ morgen, belend boven en beneden: Bertout van Heteren, strekkende van de Weert tot aan de Broecksteghe. Latere aantekening: Coenraet van Heteren 2 ½ morgen in Rijswicker maelschap, strekkende van Verniskensweert tot aan de Dweergrave, te houden zoals zijn vader Bertout en zijn voorvaderen, belend aan beide zijden door Coenraet zelf; - tijns van Culemborg tot Mauderic: Coenraet van Heteren van 1 vijfgerden op het meerlant 6 d

Ackoy, van | 1410~

Arch Heren en Graven van Culemborg Inv no 4772 fol 1

Achternamenindex

de heer van Eckoeije 37 £ per jaar waarvan hij brieven heeft en ontving anno 1392; onder geschreven met latere hand: "item Jan van Eckoije versocht dit goed des Sonnendages na Willibrorde so lange had hem die here van Culemborg dat gegeven int jaer van XVI"; - (fol 60v) jvr Bate Heymerich Barsdochter 2 morgen gelegen op Outena in het gericht van Walravenvan Eckoije, belend boven: Arnt van Everdingen en beneden: het goedshuis tot Everdingen

Witenhorst, van | 1400

Memorien Stift Xanten p 245, 246

Achternamenindex

agri curtis in Bynen: agri pertinentes ad curtem in Bynen dictam ter Camenaden, primo 17 schepelsnit in 3 petiis sita in der Oye, quarum petiarum una sita est infra agros Arnoldi de Holthusen et Johannes de Witenhorst; item voir den Bammathen 3 schepel prope garum ab uno later Johannis de Witenhorst et ab alio latere Henrici de Boicholt (p 245); in Kerstkensmalle 1 maldr prope agrum dom. Giselberti de Witenhorst (p 246)

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 35, 35v, 39

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt Doijs Gerytsz 4 ½ morgen tot Rijswijc, belend boven: Mergriet van Oemeren, dat met Weyndelmoet Doijs gemeen ligt, beneden: Foyse Scelen. Met latere hand: Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderic, belend boven: Henric Doys, beneden: Aernt die Brune (dit heeft Jan Kovoet Woutersz); - Dierck Doijs Doijs Gerijtsz.z. ½ morgen te Mauderic op de meijnte, van de Wetering tot de Huijsmate, belend boven: Dierick Doijs zelf, beneden: Roelant Heymericsz;- Heinric Doys 3 morgen tot Mauderic, die Geryt uten Weerde opdroeg (fol 35v). Mannen: Steven van Lienden en Heinric van Mauderic. - Latere belening: mannen Gysbert bastaard, Joest Doijs, Lambert van de Weteringe; - Willem van der Woert Gherijt Hollenz 11 morgen land in Maudericker maelscap, strekkende van Henrics land van Mauderic en van Aleit Zybrants op in Mauderiker weteringe, belend boven: Evert uten Weerde Roelofsz, beneden: Ot Doys Jan Doijs ende Ot uten Weerde; - Gerijt Doijs van Boemel 6 ½ hove land ter goeder mate gelegen in Rijswiker maelscap in den Sconecamp, strekkenden met het ene eind aan de Broecsteeg, belend boven: Roelof van Boemel, beneden: de vrouwe van Gulik