99 resultaten

metselaar | 1352-05-10

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 18/Reg EL 25 fol 12v
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt: "want mr Huge die maetselaer onsen ouders lange tijt gedient heeft, soe hebben wi hem ontfangen tot onsen maetselaer onse werck te werken, soe waer dats te doen is, en daer sal hi of hebben jaerlix een paer cleder, gelyc anders onse werclude. Ende soe wilc tiden hi ons werck sinen vollen dach ure, in onser cost, sal hi hebben sdages 1 ½ grote. Ende soe welc tiden hi ons werck in syn sleves cost sal hi hebben 3 groten", de rentmeester moet dit uit betalen

Oostende, van | 1459-10-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 370v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert oorkondt dat jvr Lysbeth, vrouw van Peter van Ostende, hem opdroeg 2 ½ gemeten tiende in de parochie van ser Abbenkerke in Zuidbeveland, en Willem van Bruelis van de abdij in leen hield; Lijsbeth wordt beleend tegen betaling van een jaarlijkse pacht van 4 oude groet Conincs Tourn en een goede maaltijd, of 2 Tourn daarvoor; haar man Peter van Ostende doet hulde en manschap voor haar (akte is doorgehaald). "Nota dit heeft Wolfert Henricx van Zuijtwege ontfangen bij overgift Joncfr. Lysbeth voors"

mannen: Henric van Bruelis en van den Abele en zijn broer Anthonis van Bruelis

Huessen, van | 1583-09-14

R.A.H. O.R.Arch 4877 fol 35
Achternamenindex

schepenregister Enkhuizen: "Alijt Cornelis Dolsdochter ende mr Willem Cornelijsz als procuratie hebbende van de voochde heurder kinderen contra jonckheer Jasper Poelgeest, gearresteerde, concludeert tot restitutie van alsulcken gouden tantstoelkel als Egbert van Heussen, haar zal man, heeft achtergelaten ende onder desen gedaechde es berustende, mitsgaders tot restitutie van alsulcke geweren als deselve Huessen achtergelaten ende dese gedaechde heeft ontfangen, alst te weeten een harnaijs, twee lange roers, twee corte roers, twee vlesk (enen ?) ofte anders ints tot betalinge van de j ? uste estimatie van dien cum expensis, ofte andersins tot alsulcke fijne als mijn heeren bevinden zullen d'arrestanten oirbaerlijcxt te zijn"

Fouter | 1403

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Louwe Foutersz: (833 fol 8v) van de tienden van Hensbroec 40sc, van Opdam, 40sc; 1404-1405: (835 fol 2v) van de tienden van Opdam en Hensbroec 5 £; 1406: (837 fol 7v) van de tienden van Hensbroec en Opdam 3+3£, (fol 9) dat clochuys tot Hensbroec totte pittoren mede te aren; 1407: (838 fol 8v) van de tienden van Hensbroec 50sc, van Opdam 50sc, Midwoud en Oestenwoude 5£; (fol 10) dat clochus tot Hensbroec den pijttoren mede te azen, daerof niet ontfangen; 1409: (840 fol 26v) die de besterfte en zwanen bewaert in Wognummerkogge van zijn roc 3£ 10sc

Fouter | 1414

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Louwe Foutersz: (844 fol 3v) van de tienden van Opdam en Hensbroec 3 £, (fol 5) het clochuys te Hensbroec heeft hij gehad en daarof niet ontfangen; 1413: (843 fol 4v) van de tienden van Opdam en Hensbroec 3 £, op zine brieven; (fol 6) het clochuys te Hensbroec; 1412: het clochuys te Hensbroec heeft hij gehad (842 fol 6v); 1409: (840 fol 17v) van de tienden van Hensbroec 3£, van Opdam 3£; 1424-1425: (856 fol 9v) van zijn dienst, voor zijn roc 3£; 1422-1423: (852 fol 12) afterstal van 1421 van de tiende van Hensbroec en Opdam 24 sc 8d

goudsmit | 1483-1531

Thesauriersrekening, Kerk Rek Haarlem
Achternamenindex

Henrick goudsmit: - 100e penning vermogen: 1483-1484 (thes rek fol 15) 100 R gld; 1493-1494: (fol 166v) 200 R gld; 1495-1496: (fol 169) 200 R gld; 1502: (kerk rek fol 21v) - Henric die goudsmit is ons 8 R gld en 10 st schuldig van een quaed Roernsgens gld; 1510: (fol 10v) - Henric de goudsmit is begraven tot die Jacobinen, over hem geluid al die clocken 30 st; 1516: (fol 14v) - Jannetge Heynric de goudsmitsweduwe; 1531: (fol 13) Jannetgen goudsmit (begraven) over geluid alle die clocken, (fol 40) of ontfangen 50 R gld tot haar testament

goudsmeden Haarlem

Clarenburg, van | 1423-05-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 62v, 63
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat jvr Vrederic Dirck Ruuschendochter met haar man Jacob die Voecht van Rijnenveld als voogd, opdroeg tbv Jacob van Clarenborch "enen tienden also als die gelegen is tot Bunscoten, groff ende small", die zij van de abdij in leen hield, en waaraan zij haar lijftocht behoudt; "Dit goet heeft ontfangen Ghysbert van Raephorst"; 1425-01-20: jvr Gheryt Jans wijf van Clarenburch met haar zoon Jacob als momber, droeg op de lijftocht die zij had aan een tiende te Bunschoten, tbv Ghysbert van Raephorst, die er mee beleend wordt

leenmannen: Tyman die Lange, Willam van der Meerne; 1425: Jan over die Vecht, Willam van Colveschoten, Evert van Doem

Cattenbroek, van | 1422-09-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 118
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Fisce, vrouw van wijlen Jan Scael, wordt na dode van haar dochter Ghijsbert die vrouw van Henric van Heemstede was, beleend met de helft van een camp land gelegen op Zeldrecht tussen de Lodijc en de Nyewer wetering, belend oost: de heren van St Peter te Utrecht, west: Evert Ricoutsz; vervolgens draagt zij dit leen op tbv jvr Alyt Florisdochter van Cattenbroec, die met het hele goed beleend wordt, waarvan de andere helft haar aangekomen was bij dode van haar broer Henric van Heemstede; "dit heeft ontfangen Risselt Dirc Goutsdochter"

mannen: Willam van Colmscoten, Jan van Amerongen, Ghijsbert Goetscalc

Coninck | 1454-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 83v, 99v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest beleent na dode van Godevaert die Coninck, diens zoon Jan de Coninck met het goed tot Emingelaer en Langevoirde, gericht, tins en tiende, hoghe ende lege, wildt ende tam; daar Jan de Coninck onmondig is, doet zijn oudevader Jan over die Vecht hulde en eed; zijn moeder Beatrijs Coninck heeft haar lijftocht hieraan; "item dit goet heeft Goert die Coninck, sijn soen"; 1484-06-05: Godert de Coning heeft zijn leen verzocht na dode van zijn vader Jan de Coning; 1496: dit heeft Godert in een andere brief ontfangen

mannen: Roelof van Baern, Peter van Sconenburch

Borre | 1423-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 124
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt, monniken en capittelaers van St Paulus zetten, met consent van de bisschop, alle hofgoed en tijnsgoed gelegen in den kerspel van Loesden, Zoes, de buerscap van Heze en op Zeyster Oever, om in onversterfelijke erflenen; Jan Borre Claes Bannenz draagt op een hoeve land gelegen in de maelscap van Weede en van Emminglaer in het kerspel van Loesden, geheten Lienlaer, met alle toebehoren, tijnsgoed, en vervolgens ontvangt Jan het in onversterfelijk erfleen. "Dese hoeve heeft Margriet Jan Bannenwijf half ontfangen Pelgrimsdochter. Ende des brief staet over dat 3e blat"

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Johan Lambertsz; voor leenmannen: Geryt Zoes, Gijsbert Godscalc, Gerrit Petersz; Gheryt van Damassche, abt, Jan Binmaert, prior, Florens van Zevenhuysen, Geryt van Amersoyen, Willam uijten Hage en Jan Taers, monniken en capittelaers van St Paulus