64 resultaten
Rijswijk, van | 1569-01-27
R.A.H. Coll Aanw Caput Lecke fol 73
Achternamenindex
lenen van geconfisqueerde heerlijkheden: Joest van Rijswijck houdt, na dode van zijn vader Joost, van de heerlijkheid van der Lecke 1) 7 ½ morgen 1 hont in het gerecht van Uytwijk en Rijswijk, waarvan 3 ½ morgen in Rijswijk, belend noord: de Rijstege, oost: de vicarie van St Cathrijne tot Worcum, zuid: klooster van Bern, west: de pastorie van Rijswijk, waarvan 3½ morgen te Uytwijk, belend oost: Geryt Thonisz, zuid: Philips Uytwyk en Philips Weyburch, oost [!]: Geryt Adriaensz, noord: Jacob van Ryswijk en het klooster Eemsteyn; 2) 2 morgen hoeclant te Uytwijk, belend oost: de erfgenamen van Pieter Jansz te Worcum, zuid: de Ryswykse stege, west: Jan Baerntsz Boot, noord: Joost zelf; 3) 10 hont te Uytwijck, belend oost: de erfgenamen van Pieter Jansz, zuid: Joost met de 2 morgen, west en noord: Jacob van Ryswijk; jaarlijkse opbrengst ± 55£
Arkel, van | 1288-07-13
R.A.U Inv H.S. no 361 dl VIII fol 104v/ Ned Leeuw jg 1949 p 341
Achternamenindex
testament van Mabilia, weduwe van Giselbertus de Goye. Zij wenst dat haar huis gelegen in de immuniteit van St Maarten te Utrecht na haar dood in handen gesteld wordt van de Domproost en de Dom deken om het te verkopen en de opbrengst in 3 gelijke delen te bestemmen voor een memoriedienst op Allerzielendag voor haar eerste man Godescalcus de Merwede, ridder. Het tweede deel voor haar tweede man Giselbertus in vigilia beate Gertrudis [16 maart] en het 3e deel later voor gelijke diensten te houden voor haarzelf, alle te verrichten in de Dom te Utrecht. Zij verzoekt Johannes de Herkele, ridder, en haar beide zoons Johannes en Daniel van der Merwede deze uiterste wilsbeschikking te willen bezegelen [volgens Vermast: Mabilia van Arkel x Ghiselbertus de Goye geboren rond 1200, overleden te Utrecht 1271-03-16; Mabilia zou geboren zijn rond 1210, gestorven na 1288 en een zuster zijn van Jan I van Arkel]
Culemborg, van | 1305-12-06
Regesten Bisschoppen van Utrecht no 60; Van Mieris II 51
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland doen als scheidslieden uitspraak tussen hun neef de heer van Voorne en Jan van Culenborg en bepalen dat: 1) de heer van Arckel moet bezweren of hij de palen gestoken heeft in het land van Ackoy als in eigen goed van Voorne of als in goed behoorend tot de heerlijkheid Voorne; in het eerste geval blijft het land van Voorne, in het laatste mag de heer van Voorne het behouden als hij met 10 welgeboren mannen bezweert, dat het hem toekomt of hij mag het overdoen aan Jan van Culemborg, die dan met 100 welgeboren mannen moet zweren dat het hem toekomt; 2) Jan van Culenborg zijn lenen van Voorne op het huis te Voorne moet verheffen en daarvoor eigen goederen ter waarde van 20 £ zw Tourn per jaar aan de heer van Voorne zal opdragen, die hem er weer mee moet belenen; 3) de heer van Arckel zijn bewijs moet leveren binnen Dordrecht op 28 december a.s, evenals de beide anderen, terwijl scheidslieden alsnog zullen bepalen wat er met de opbrengst van het betwiste gebied moet geschieden, wannneer het den heer van Voorne wordt toegewezen
Arkel, van | 1305-12-06
Regesten Oork Bisschop van Utrecht no 60/Van Mieris II 51
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland doen als scheidslieden uitspraak tussen hun neef de heer van Voorne en Jan van Culenborg en bepalen dat: 1) de heer van Arckel moet bezweren of hij de palen gestoken heeft in het land van Ackoy als in eigen goed van Voorne of als in goed behoorend tot de heerlijkheid Voorne; in het eerste geval blijft het land van Voorne, in het laatste mag de heer van Voorne het behouden als hij met 10 welgeboren mannen bezweert, dat het hem toekomt of hij mag het overdoen aan Jan van Culemborg, die dan met 100 welgeboren mannen moet zweren dat het hem toekomt; 2) Jan van Culenborg zijn leenen van Voorne op het huis te Voorne moet verheffen en daarvoor eigen goederen ter waarde van 20£ zw Tourn per jaar aan de heer van Voorne zal opdragen, die hem er weer mee moet belenen; 3). de heer van Arckel zijn bewijs moet leveren binnen Dordrecht op 28 december, evenals de beide anderen, terwijl scheidslieden alsnog zullen bepalen wat er met de opbrengst van het betwiste gebied moet geschieden, wannneer het den heer van Voorne wordt toegewezen