80 resultaten
Marlijn | 1297-01-08
v.d Bergh II no 975
Achternamenindex
graaf Jan I verblijft zijn geschillen met de hertog van Brabant aan de uitspraak van de koning van Engeland
ten overstaan van: Nicholas le fruz Nicholas, Jehan le fruz Nicholas, Willame Marlyn, de Middelburg
Colfschoten, van | 1373-07-02
Bijdr en Med Gelre 1911 p 272
Achternamenindex
Johan van Rynestein, ridder, beleent Johan van Scherpenzeel met het goed Groot Scherpenzeel; 1380-11-11: Claes van der Soevender, knape, beleent Johan van Scherpenzeel met het goed Groot Scherpenzeel
ten overstaan van Ott van Wolfswynkell, Elys van Colvenschoten; Johan Ottenz van Wolfswinkel, Elys van Colvenschoten
Weldige, de | 1391-06-25
Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 4 afd 2 p 120
Achternamenindex
heer Arnoud van Egmond heer van Ysselsteyn verleent enige rechten aan Ysselstein
ten overstaan van: Claes die Weldige, schout, Evert Ryckoutsz, Henrick die Roide, Gerrit van Strijment, schepenen
Heemskerk, van | 1442-07-27
Van Mieris Chronol Reg Vervolg p 28
Achternamenindex
erfmaking over en weer van Gysbrecht van Vianen heer van Noordeloos, Nieuwkoop en Oosthuizen en zijn vrouw Meine van Heemskerk
ten overstaan van Gijsbrechts broer Jan van Vianen en zijn moeder: Margaretha van Cralingen vrouwe van Heemskerk
Heukelom, van | 1485-08-18
P van Doorninck: Inv Oud Arch Kasteel Ampsen no 284
Achternamenindex
Johan van Waemell, priester, draagt op aan Johan Dericksen tbv het godshuis St Katherijne binnen Arnhem, diverse percelen land gelegen binnen het schependom van Ghent
ten overstaan van: Arnt van Hoeckelem, richter tot Ghent, Evert van den Wall Willemsz, Wyer van Heess, schepenen van die stad
Herlaer van Meerwijk, van | 1517-06-30
A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 45, 78
Achternamenindex
Frederick van Herler, zoon van heer Arien van Herler, ridder, beleent Jan Jansz tbv Jan de Cock Ariensz, met de helft van een tiend op de Ryngmeer [Ringelmeer onder Delwijnen] (uittreksel anno 1520 gemaakt op last van Hillegond van Auwrijn, weduwe van Adriaen die Cock van Delwynen); 1552-10-07: Adriaen van Herlaer van Meerwijk beleent Adriaen de Cock van Delwijnen met deze halve tiende, waarvan Alairt van Haeften de andere helft bezit; 1560 (1566 ?)-01-02: Adriaen van Herlaer van Meerwijk, leenheer van de halve tiende te Delwijnen op de Rengmeer
ten overstaan van Jan Ectoersz, en Theeus Bartoutsz, op bevel van Reijner van den Beern, drost van Ammerzoden, bij gebrek aan leenmannen
Malburg, van | 1343-10-02
Inv Oud Arch Nederhemert regest no 6
Achternamenindex
Wouter die Koc Willemsz van Malborch heeft opgedragen aan zijn broer Rolof den Koc, zijn rechten op een derde van de tienden van Avesaet in leen gehouden van Jan van Benthem en hem bij broederscheiding toegewezen
ten overstaan van Hubrecht van Zoelen Woutersz, Wouter die bastaardvan Wouter van Zoelen, mannen van Jan van Benthem, heer van deze tienden
Benthem, van | 1343-10-02
Inv Oud Arch Nederhemert regest no 6
Achternamenindex
Wouter die Koc Willemsz van Malborch heeft opgedragen aan Rolof den Koo, zijn broeder, zijn rechten op ⅓ der tienden van Avesaet in leen gehouden van Jan van Benthem en hem bij broederscheiding toegewezen
ten overstaan van Hubrecht van Zoelen Woutersz, Wouter die bastart van Wouter van Zoelen, mannen van Jan van Benthem, heer van deze tienden
Goor, van | 1313-12-30
Rek Bisschoppen Utrecht no 279
Achternamenindex
Goeswynus de Ghemene, ridder, en zijn zoon Harmannus, knape, verklaren, op raad van de proost van Deventer en Goedefridus de Goer, ridder, met toestemming van Henricus, Kunegundis, Christine, Sophia en Bertrade, kinderen van Harmannus aan de bisschop van Utrecht te hebben verkocht de voogdij over de mannen van de proost van St Pieter voor 90 mark Munsters, die hun door Albertus voornoemd voor de bisschop betaald zijn
ten overstaan van de proost van Oldenzaal, Ghyselbertus van Yslesteyne, Simon de Benthem, Danyel, ridders; Albertus, plebamus in Oetmershem, Alfardus, schout in Twenthia
Overijssel
Zoelen, van | 1343-10-02
Inv Oud Arch Nederhemert regest no 6
Achternamenindex
Wouter die Koc Willemsz van Malborch heeft opgedragen aan zijn broer Rolof den Koc, zijn rechten op een derde van de tienden van Avesaet in leen gehouden van Jan van Benthem en hem bij broederscheiding toegewezen
ten overstaan van Hubrecht van Zoelen Woutersz, Wouter de bastaard van Wouter van Zoelen, mannen van Jan van Benthem, heer van deze tienden