1109 resultaten
Oostende, van | 1463-04-19
Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 377, 377v
Achternamenindex
de broers Willem die Vreze van Oestende en Jan van Oestende worden binnen jaar en dag na dode van hun vader Willem van Oestende beleend met de helft van ⅔ deel van de tienden die Jan de bastaard heer Vranckenz [van Borssele] te leen hield, gelegen in de parochie van Welsingen, waarvan de abdij van Middelburch de handere helft in leen houdt, jaarlijkse pacht 6£ Zwarte Tourn; dezelfde dag worden zij ook beleend met ⅓ deel van tienden in dezelfde parochie, waarvan de abt ⅓ deel heeft en het derde deel door de erfgenamen van Johan heer Vranckenz en de abt gezamenlijk in leen gehouden werden; 1463: Willem van Oestende heeft zijn ⅓ deel overgegeven aan zijn broer en Joest van der Ameijde
Slabbart | 1291-02-26
v.d. Bergh II no 762
Achternamenindex
graaf Floris V benoemt in elk ⅚ deel van Schouwen een persoon om toezicht te houden op de dijken aldaar, maar in het 6e deel, nl Zuydkerke, 2 personen: Rengher Vannenz, Rengher Monekensz, Costin Wolfairtsz, Wouter Waddinsz, Slabbart Huyghenz, Peter Hughenz
Moen | 1291-02-26
v.d. Bergh II no 762
Achternamenindex
graaf Floris V regelt het toezicht op de dijk van Schouwen en benoemt voor elk 5/6 deel iemand, maar voor het 6e deel, nl Zuydkerke, twee personen: Rengher Vannenz, Rengher Monekensz, Costin Wolfartsz, Wouter Waddinsz, Slabart Hughenz, Peter Hughenz
Wilde, de | 1429-07-22
R.A.H. no 56 fol 195/Reg in Beyeren IX fol 103
Achternamenindex
gravin Jacoba beleent Aernt Willemsz die Wilde met ⅔ deel van de nabeschreven goede: 1) een huysinge mitter hofstede in Nuwelant, 2) 12 geersen lants gelegen in Valckencoech, tot een erfleen; en zijn broer Soyer houdt het derde deel van dit leen
Hoogstraten, van | 1559-11-08
Ned Leeuw jg 1911 p 177/Lib Pax Caput Voorne fol 4
Achternamenindex
beleend met ¼ deel van Naters: Gerrit van Hoogstraeten, bij dode van zijn vader Frans
Zaenden, van | 1382-09-22
Liber 4 dl 2 fol 198v, 336v
Achternamenindex
Willem van Zaenden wordt beleend met het derde deel van de vlastienden te Scoten
Zevender, van der | 1534-08-01
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 89v, 92, 105v
Achternamenindex
jvr Soete Ruychrock van de Werve, met haar man mr Florens Gijsbrechtsz Zeeman, advocaat in het Hof van Holland, heeft opgedragen haar lijftocht aan ⅙ deel van ¼ deel en ⅙ van de gehele heerlijkheid van der Middelharnis met alle toebehoren, tbv haar broer mr Willem van der Zevender, die er vervolgens als leen van Putten mee wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen, zoals jvr Soete en haar voorouders, behoudelic jvr Soete haar lijftocht aan de heerlijkheid, haar leven lang. [Zij stond haar lijftocht dus niet af. In het 2e afschrift staat dan ook dat zij opdroeg sonder eenich recht daer meer an te behouden, dan alleenlyck haar lyftochte, een recht ⅙ deel van ¼ deel en van 1/16de deel van de gehele heerlijkheid van Middelhernisse]
Dirck Cuebell van Loo, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen
Dreischire, van | 1237-02-08
v.d. Bergh I no 362
Achternamenindex
de heer van Voorne verklaart op welke voorwaarden de abdij ter Does het land Bonne [Bommenede?] hun door zijn voorouders geschonken, in pacht gegeven heeft aan: Hugo filius Sapientis (¼ deel), Witto filius Bettonis fratris eius (¼ deel); ⅛ deel: Hugo filius Henrici, Wilhelmus filius dictus Verreloef, Martinus filius Hugonis de Duveland, Jacobus Cloet, Betto filius Bavin de Dreischire en hun erfgenamen, voor 32 £ jaarlijks. Tevens schenkt hij de pachters het schepenrecht
Duyveland, van | 1237-02-08
v.d. Bergh I no 362
Achternamenindex
de heer van Voorne verklaart op welke voorwaarden de abdij ter Does het land Bonne [Bommenede?] hun door zijn voorouders geschonken, in pacht gegeven heeft aan: Hugo filius Sapientis (¼ deel), Witto filius Bettonis fratris eius (¼ deel); ⅛ deel: Hugo filius Henrici, Wilhelmus filius dictus Verreloef, Martinus filius Hugonis de Duveland, Jacobus Cloet, Betto filius Bavin de Dreischire en hun erfgenamen, voor 32 £ jaarlijks. Tevens schenkt hij de pachters het schepenrecht
Mondijn | 1383-03-10
R.G.P. Grote Serie dl 170 Rek Dom van Putten II p 347, 348
Achternamenindex
leen van Putten: Jan pape Mondynsz Witte Waddynsz, hieruit: Pouwelijn x Pieter Jansz (1383-03-10) en Kathelyn x Jan pape Mondynsz (1384-03-15) elk beleend, na hun vader, met een deel van Stollaertsdijk en een deel van de tienden van Spijkenisse
vóór 1361: Boudyn Claesz draagt ⅔ van 1/18 deel op aan de heer van Putten en wordt beleend; 1361-1393: Claus Boudynsz x Deliana; Willem Claes Boudynsz; Masse Claasdochter x Jan pape Mondynsz, hieruit: Deliana (1414-05-01) en Elisabeth (1414-05)