1165 resultaten

schoolmeester | 1584-07-06

Lidmatenregister St Bavo Haarlem fol 42
Achternamenindex

Nicolaus N, tegenwoordig schoolmeester te Castricum, getuige te Haarlem

Dussen, van der | 1387-07-04/10 (08-01)

Van Mieris III p 463
Achternamenindex

Aernd van der Dussen, baljuw van Zuidholland, krijgt consent om het huis te Dussen te bouwen op zijn hofstad ter Dussen

Voorhout, van | 1162-08-28

v.d. Bergh I no 143
Achternamenindex

getuigen voor graaf Floris III: o.a. Dodo advocatus et fratres eius Theodericus, Berwoldus et Werenboldus, Wilhelmus de Forenholte [van Voorhout], Odger de Riswic

Brederode, van | 1317

Philippe de l'Espinoy: Recherches des antiquités de Flandres fol 402
Achternamenindex

Eschevins du deuxième bancq, dits Parchons, renouvellez la dicte 1317: - Sohier de Grote, originaire de Hollande, son origine Gerard de Groote, escuier, natif de Brederode x Jossine de Drumez

Hals | 1655-04-02

Navorscher 1885 p 8
Achternamenindex

dr Franciscus Hals testeert voor notaris N Fryenbergh te Delft

Duyn, van der~ | 1304~

R.G.P. Grote Serie 171 Rek Dom van Putten p 264
Achternamenindex

leen van Putten in ZH: Walich van den Damme [Dunen?] den Corten [= coren?] tienden in Caprixhoec

Dussen, van der | 1595-161654

Wapenheraut jg II p106
Achternamenindex

gasthuismeesters of regenten van St Jacob te Schiedam: Arent Bruynsz van der Dussen, Bruin Arentsz van der Dussen, Lucas Huygensz van der Dussen

Rijswijk, van~ | 1174-10-03

v.d. Bergh I no 149
Achternamenindex

graaf Floris III verklaart zich de enige advocaat van Egmond, in de strijd tussen de abdij van Egmond en Dodo filius Berwoldi [van Egmond]

Dussen, van der | 1418-02-01

Van Mieris IV p 456
Achternamenindex

Claes van der Dussen draagt over aan zijn broer Aernt van der Dussen huis en slot van der Dussen en het ambacht heerschap van Hartswairde, na de dood van zijn vader Arnt van der Dussen

de heer van Montfoirt, onse Tresorier, de Burchgrave van Leyden, Dirc van der Merwede

Strijen, van | 1306-11-24

van Mieris II p 58
Achternamenindex

Dordrecht geeft de graaf een opsomming van schade die zij van de Vlamingen geleden hadden, volgt: "ende diesen voorseyden schaede hebben wij verstaen bij gesworen eersten, boven al dien schaede die u Jan van Striene ende Henrick de Vriese, tot Aeth in schrifte lieten"