1661 resultaten
Caron | 1562-11-24
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 620/2
Achternamenindex
N. Caron, notaris te Gouda
notaris | 1562-11-24
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 620/2
Achternamenindex
notaris te Gouda: N. Caron
Grevenbroek, van | 1654-04-24
Navorscher jg 1893 p 91
Achternamenindex
blason de noble in de kerk van Oorschot: N. de Grevenbroek (uit het huis van Arkel) en zijn vrouw N. Aelbouts, overleden 1649-03-06
Herlaer, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius [van der Aa], castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena. Met deze zullen zij delen allodum Brustorne et in Sesen et in Kurtere. [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]
testes: Henricus en zijn broer Rutgerus de Kuc, Johannes de Husden en zijn broer Rubertus (Rudolphus?) en Henricus, Arnoldus de Stene, Theodericus de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr[imbergen?]
Altena, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius [van der Aa], castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena, met hem delen zij allodium Brustorne, Sesen et in Kurtere [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]
testes: Henricus en zijn broer Rutgerus de Kuc, Johannes de Husden en zijn broer Rubertus (Rudolphus?) en Henricus, Arnoldus de Stene, Theodericus de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr[imbergen?]
Cuyk, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius, castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena. Met deze zullen zij delen allodum Brustorne et in Sesen et in Kurtere. Apud Lira. [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]
testes: Henricus en R. de Kuc, Johannes, Rudolphus en Henricus de Husdenne, Arnoldus de Stene (?), Th de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr….
Dongen, van | 1614-04-22
Schepenregister Breda 513 fol 52v
Achternamenindex
Jan Jacopsz van Dongen voor zichzelf en in de naam van zijn vrouw Anneken Mijs Adriaensz van Ghilsedochter, verkoopt aan Joris van Bernagien oud president en nu tegenwoordig schepen van Breda, de 3/8 delen in 25 R gld per jaar in mindering van een rente van 50 R gld per jaar, de verkoper voor ⅛ deel vanwege zijn vrouwen de andere 2/8 delen bij koop van haar broers Eernout en Adriaen verkregen
Cock, de | 1436-04-25
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 344
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem oorkondt dat jvr Adriaen Johan Cocksdochter hem opdroeg "die tiende in oudelant van der Rotte totter ouder Vrijer Wedeme toe, die nu heet Oudsiers ka[de] van Kralingen, ende voirt gaende totter ka van den Nywenlande toe. Ende den smaltiende van Geilwijck", zoals wijlen haar vader van de abdij in leen hield; vervolgens wordt Geryt Petersz hiermee beleend, tegen een pacht van 8 scellinge Holl per jaar; in margine: "anno 1499 Jan Jansz bij Rotterdam"
mannen: Tyman Deel [= Dedel], Matheus Gysbrechtsz
Biggenkerke, van | 1437-05-08
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 346v, 347, 347v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de broers Andries en Cornelis, zoons van Bartholomeus van Bigghenkerke voor henzelf, voor hun oudste broer Claes, en voor de jongsten Peter en Wolfaert, worden na dode van hun vader beleend met het ¼ en ⅛ deel en 1/32 deel van ⅛ deel van alinghe die tienden in Biggenkerke, tegen een jaarlijkse pacht van 22 scell Coninx Tourn en 6 epenninck en een goede maaltijd; 1437-05-09: Andries Bartholmeusz van Bigghenkerke draagt over zijn ⅕ deel, een ¼ deel en ⅕ deel in ⅛ deel van ⅛ deel, en ⅕deel in een 1/32 deel in een ⅛ deel van der alinger tiende, die Andries van zijn oudste broer Claas gekocht had, vervolgens wordt Reijnier Willemsz beleend, pacht 4 scell; dezelfde dag draagt Cornelis Bartholomeusz van Biggekerke zijn delen (zie hiervoor) over, en wordt Johan Jan Willemsz.z ermee beleend, pacht 4 scell (vgl 1437-05-09 en 1437-05-11)
mannen: Hugo van Dorsche, Reynier Willamsz; Matheus Gysbertsz, Hugo van Dorschen; Reynier Willamsz, Andries van Biggekerke