23544 resultaten
Bergh, van den | 1349
De Raadt I p 303/Düss Jül Berg no 529
Achternamenindex
Wynnemar van Boedelenberch doit une redevance viagère à noble dame Agnès dame d'Angermond jadis comtesse de Berg, van yreme hove uf deme Berghe … den si mir und mynen reychten erven us hait verain, et lui donne engage mijnen zaken hof zu Sermede [Seron] die geheyssen is Benrade
Delft, van | 1357-09-10
De Raadt II p 114/Chartes Ducs de Brabant no 1385
Achternamenindex
Chretien van Horwinen reçoit, du Brabant, 1978 vieux écus, van coste dien ic ghedaen hebbe op den huse van Lilloe ende in den lande aldaer, soe binnen den tide dat her Goedvert van der Delf daer ruwaert was ende oec anders, van den beghinne des orloeghs teghen Vlaenderen tot nu toe
Delen | 1554~- 1563
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 69/6 sub C/2
Achternamenindex
Coenraed Delen, gezworen landmeter van Delfland: opmeting van de landerijen in de ring van Papendrecht
Veen, van | 1395-1396
Rek Baljuw Heusden fol 3v p 21
Achternamenindex
Jan Obbe van Veen omdat hi Aernt, sinen broeder, die hem tot synre vorwarde gewyst was ende dien hi in helden hadde ende dieselve Aernt daer uyt brac ende diens selve weder irne buten minen here, die broeken gheeffent om 180 £. Ende van dier sake hadde Aernt van Wye overmits hij daarin sier gearbeit hade 20 £. Item Jan van Veen grote Ghibenz die sceepen wederseet 10£
Does, van der | 1623-03-19
Ned Leeuw jg 1913 p 70/Notaris Paets te Leiden regest 183
Achternamenindex
Elysabeth van Zuylen weduwe van Johan van der Does, heer van Noortwijc, Cattendijc, verklaart te approberen en ratificeren de cessie en overgifte bij akte op 1621-03-09, met haar zoon Steven van der Does heer tot Noordwijck, tbv haar zoon Diederick van der Does, baljuw van Reynsburch, heeft gedaan. Dezelfde dag geeft zij deze prebende aan Johan van der Does, haar kleinzoon, tegenwoordig omtrent 1½ jaar oud
Biggenkerke, van | 1437-05-08
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 346v, 347, 347v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de broers Andries en Cornelis, zoons van Bartholomeus van Bigghenkerke voor henzelf, voor hun oudste broer Claes, en voor de jongsten Peter en Wolfaert, worden na dode van hun vader beleend met het ¼ en ⅛ deel en 1/32 deel van ⅛ deel van alinghe die tienden in Biggenkerke, tegen een jaarlijkse pacht van 22 scell Coninx Tourn en 6 epenninck en een goede maaltijd; 1437-05-09: Andries Bartholmeusz van Bigghenkerke draagt over zijn ⅕ deel, een ¼ deel en ⅕ deel in ⅛ deel van ⅛ deel, en ⅕deel in een 1/32 deel in een ⅛ deel van der alinger tiende, die Andries van zijn oudste broer Claas gekocht had, vervolgens wordt Reijnier Willemsz beleend, pacht 4 scell; dezelfde dag draagt Cornelis Bartholomeusz van Biggekerke zijn delen (zie hiervoor) over, en wordt Johan Jan Willemsz.z ermee beleend, pacht 4 scell (vgl 1437-05-09 en 1437-05-11)
mannen: Hugo van Dorsche, Reynier Willamsz; Matheus Gysbertsz, Hugo van Dorschen; Reynier Willamsz, Andries van Biggekerke
Does, van der | 1427
Stadsrekening Leiden I p 161, 162
Achternamenindex
dit zijn degenen die geld geleend hebben tot de reijse voir die Eem: Heynric van der Does 5 scilde, Dirc van der Does 5 scilde
1e zijtak
Hamelenberge, van | 1465-10-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 176v, 177, 177v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, zoals Gysbert die tevoren in leen hield; vervolgens wordt zijn zoon Dirc van Hamelenberch hiermee beleend, behalve de lijftocht van Gysbert aan dit goed; de 2 andere delen hebben ontvangen: Pouwels van Malsen en Aernt Knoip (fol 196); Gysbert draagt ook over tbv zijn zoon Geryt van Hamelenberge: een erve gelegen tot Zoes mitter camer ende husinge die nu betimmert saet, streckende van de brenck in die Eme, belend zuid: Henric Jacob Goedenz, noord: de Birct, Gysbert behoudt zijn lijftocht hieraan; Dirc van Hamelenberch Gysbertsz maakt aan zijn zusters Mechtelt, Korstijn en Cornelis een erfelijke rente elk van 1 Eng nobel per jaar, uit te betalen na dode van hun vader Gysbert, uit ⅓ deel van de 4 campen, en 1 Eng nobel uit zijn leengoed; "dese brieve syn doot"