20466 resultaten
Dops, smerich | 1375-1376
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Smerich Dops: de biertollen op de Coedyc 21sc (819 fol 11v); 1380: (822 fol 6) land te Vronen 3 £ 15sc; 1384-1385: (826 fol 4, 7, 12) afterstal van Vronen 4 £ 14sc, afterstal van de biertollen op de Coedijc 46sc 8d, van die in Graft 16sc 8d, 11 want te Vronen 3£ 15sc; 1389-1390: (828 fol 3) afterstal van Vronen van 1388, 42sc 2d; 1383-1384: (825 fol 17v) de biertollen op de Coedyc 28sc, in Graft 10sc
zie ook op Smerige
Villattes, des | 1752
Inv Arch Marquette, Assumburg en Limburg Stirum no 1351
Achternamenindex
het geslacht des Villattes: Wigbold Jan Theodoor van der Does x Wilhelmina Margaretha van Wasssenaar, dochter van Marie Louise des Villates; August Alexander des Villattes x Louisa Christine von Kronemann, dochter Marie Louise x Carel Lodewijk van Wassenaer
Egmond, van | 1312-10-28
Van Mieris II p 127/Bockenberg: Egmondanorum Historia et Genealogia p 51, 52
Achternamenindex
twist tussen Wouter van Egmond en abt Bartoud van Egmond over het goed van Egmond; Wouter volgt het advies van zijn Raad: - dat men in den boeme voor dat steenhuys houden sal drie gadinghe s jaers, - dat waar enich man geslagen orde binnen den dorpe, so souder Wouter comen ende vragen den abt wanneer dattet den abt goedtdocht dat menre over rechte, ende sal den abt bidden dat hij daerover ware; als de abt niet thuis is, zou hij de prior aanspreken, also bij mijn te zitten ende dat recht van den dooden manne sal wesen voor t naeste huys van den dorpe voor die bregge. - Hij sal niet rechten over des Godshuys mannen dan van dootslagen ende van vechten. - Voort waert dat saecke, dat die boden van den Hoeve misdaden in den dorpe, dat soude ic, ofte mijnen bode den abt seggen etc
scheidslieden: Hugo prior van Egmond, Gerardus de Heemskerk, Joannes Persyn senior, Walterus Wterwyck [uter Wijc], Theodericus de Rollant
Duven, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 38, 78v, 108, 109v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Dierck Coppier Jacobsz ⅓ deel van 6 morgen op Parijs, geheten Volfslant, met Haze Hugen en haar kinderen, belend boven: Henric Jacopsz en Jutte Coppers en kinderen, beneden: Henric van Duven (dit leen komt vervolgens aan Willem van de Lochte); - Reynalt van Mauderick 1 morgen in der maelschap van Mauderic die Dircks van Duven te wesen placht, belend boven: Reynald van Mauderick met leen van Culemborg en beneden: Geryt uten Weerde Roelofsz.Tijns van Culemborg tot Mauderic op 11-11: - Geryt van Duven van 1 oude weyde en 1 slach op die Weijde en 1 husmate, samen 5 morgen; - Geryt van Duven van husmaten, van 1 oude weyde en van een slage 9 d
Cassiopijn | 1544-1545
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 446
Achternamenindex
wijlen Maria Dircsdochter, weduwe van Thomas Cassiopyn had in haar testament mr Dominicus Boot Vranckenz, Jan van Ilpendam en mr Pieter Jansz van Rotterdam aangewezen als voogden over haar drie kinderen, maar Pieter wilde dit alleen doen als naaste familielid van de wezen. Het Hof waaraan Pieter als advocaat verbonden was, weigerde hem als voogd, daarop werd Jan van Dorp Willemsz als voogd aangewezen, die mr Franck Boot en Jacob van Dorp Willemsz als borgen aanwees. Pieter ging in beroep bij de Grote Raad, die andere voogden in het gelijk stelde (1545-06)
Does, van der | 1469-09-23
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 25v/Leenregister Brederode (oud) fol 12v
Achternamenindex
Rynolt heer tot Brederode oorkondt dat Fueij van der Does hem heeft opgedragen een camp land van 4 ½ morgen in het ambacht van Leiderdorp, bij de hofstede van der Does, belend tussen de Does wetering en heer Willem Jacobsz, priester, streckende van den lande die Fueij van ons te lene houdende is tot achter an enen camp lant, die geheten is den Derwer. Willem van der Does wordt er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl. Mit vorwerden, waert sake dat dit voors. lant ijet becommert waer of belast dat soude Willem voors. voirt mogen verhalen op alsulcke goeden ende landen als Fueij voers. noch van ons te lene hout, sonder enich weer van recht daer tegens te doen of doen doen in eniger manieren hoet genoemt mocht wesen. Item tot welcker tijt Fueij van der Does Willem van der Does voors. vernuecht heeft van alsulcke brieve als Fueij van Willem heeft, soe sellen wij willich wesen Fueyen voors. dit voors. lant wederomme te belenen ende Willem voors. daeroff quijt te scelden
mannen: Reynolt en Henric van Brederode, basterden, Foij voors. selve
hoofdtak
Doos, van | 1330, 1374
Batavia Illustrata bl 1196
Achternamenindex
Diderik van Doos x Clementia; 1374: Diderik van Doos met negen gewapende mannen hertog Albrecht te hulp gekomen
uit Brederode
Donk, van der | 1466-01-22
Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 297
Achternamenindex
leen van Vianen: no 665) te Lexmond: een viertel in Cortenover, waarvan 2 morgen gemeen met Jan Symonsz, belend boven: Jan van Lakerveld, beneden: Pieter Mathysz, 2 morgen gemeen met Luitgen Roelofsz, belend boven: Aleid van de Eem, beneden: de heren van Oudmunster; 1466-01-22: Wouter van Ingen [= van der Donk] na overdracht door zijn broer Jan van der Donk, neven van de leenheer; 1509-10-09: Goye van der Donk, na overdracht door haar vader Wouter van der Donk; 1543-12-18: Hendrik van der Donk voor zijn vader Hubert van der Donk, die oud en ziek is, na dode van diens nicht Goye van der Donk; gesplitst: 665BA) het eerste perceel 1545-09-14: Hubert Hendricksz van der Donk en zijn vader Hubert dragen dit leen over aan Cornelis Arnoutsz, voor zijn dochter Anna, belend boven: de erven Wouter van der Donk, beneden: de erven Arnoud Jansz; 665B) het tweede perceel, 1545-09-14: Gysbert Arnoutsz voor zijn zoon Jan, na overdracht door Hendrik van der Donk en zijn vader Hubert; 1569: Jan Gysbertsz
Made, van der | 1394
Rek Baljuw Rijnland fol 2v p 94
Achternamenindex
[Noortigerhout ?] Willem van der Maede van enen deding van een pene, 15 £; des hadde die ambachtsheer dat ⅓ deel, zoe blijft minen heer 10 £
Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)
Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex
twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"