Deze, van | 1388

De Raadt I p 375

Achternamenindex

Lambert van Deze, gerechtsman, zegelt een akte van de baljuw van Salland

Does, van der | 1563-08-12 (07)

Holl Leenkamer no 274 Repert Egmond fol 210, 216v, 217

Achternamenindex

Werner van der Does doet hulde voor zijn vrouw Elisabeth Dever van Minnen, die door de heer van Brederode beleend wordt met 2 ackeren aan de Veerweg te Heemskerk; 1565-03-29: na dode van zijn vrouw wordt hijzelf beleend; 1569-05-07: na dode van Warnaer wordt dit leen blijkens diens testament gemaakt aan Adriaen van der Does, die hem "mijn oom" noemt. Vervolgens op Jan van der Does, daarna Steven van der Does

1e zijtak

Wassenaer, van | 1418-01-08

R.A.H. Coll Aanw 84 fol 23v

Achternamenindex

gravin Jacoba beveelt heer Henrick van Wassenaer, houtvester van Haarlemmerhout en Willem van Brederode, "dat si onse dune after Tetrode ende Aelbrechtsberge sullen doen bepoten als hun dat nutste ende oirbaerlicser dunken sal ende so wes dat costen sal te bepoten daer sel toe gelden enen ygelicke die geland is tusschen Breedsloot ende den dunen"

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142

Achternamenindex

vervolg I: "Item noch een ander clage, dair Gheryt Claesz, myn oem, ontboden wordt te comen bij myn gen. here van Beyeren tot Amsterdam, welk geboth hy gedaen heeft ende doe hij weder thuys trecken soude, soe wart hij jammerlic verraden ende dootgeslagen, daer Aernt die Wilde een upsetter aff was ende myn oem verraden heeft, daer hij claerlic aff bedragen is van der hantdadigen dieselve in die reyse geweest hebben, ende hem overgethuycht hebben voir vele sheren mannen" vervolg II

Raaphorst, van | 1352-12-07

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 27/Reg EL 25 fol 18

Achternamenindex

Dirrick van der Dobben en Gheryt van Oestgheest of andere mombers van de kinderen van heer Dirric van Raephorst krijgen opdracht ver Machtilden van Outshoerne, vrouwe van Raephorst, "van hore kindrhoudinge sint[s] Clays van Zweten doet bleef", 40 scell groten per jaar; "voert betaelt haer, die si over hare kinderen uytgeleecht heeft tot hore noetorfte ende clederen tot dese dage toe, 135£ 13sc 8 den Holl"

Walichdorp, van | 1338

Rek Houtvester dl VII

Achternamenindex

Haarlemmerhout: "Diric van Walensdorp als bi myns heren bekete om enen hen[g]st 9 £ 10sc" (p 117); (p 119) "bi mire vrouwen behiete Diric van Walichsdorp om sadel ende om hosen 1 £; (p 119) van der jager wedde van 28 dagen, ieder 12 d per dag; (p 120) "utgheven Diric van Walichsdoerp en Hessel van hare wedde, doe si laghen an den Hout om hinde te jaghen omtrent Keravond, doe myn vrouwe en skeyserskinde in den Haghe waren, 7 dagen, haerlike sdages 12d, maecht 14sc"; "van der honde coste van den voerscr. tyt 7 dagen: 6 winde en 6 honde, elk wind sdages 2d en elkenhont 3 ob, maect al ineen 12sc 3d"; 1344-1345: (p 166) "den jagers van dat si an den Houte lagen in die jachtijt 40 dagen, eerst Dieric van Walichdorpe van zijn wedde 40 dagen, sdages 12d, maket 40sc"

Lichtenberg, van | 1343-08-23 - 1344-08-20

Rek Hen Huis II bl 73

Achternamenindex

uitgaven van reizen: dat Gheret wesen soude mid heren Jacob van der Binchorst te Utrecht, alst Jacob van Lichtenberch beheerde, om recht te hebben van den huyze te Lichtenberch, samen 15 dagen, per dag 8sc, doet 6 £

Dunen | 1473-1474

Rek Rentmeester Kennemerland 905 fol 10v

Achternamenindex

[of Duven ?] Jan Dunen Garbrandsz: schepen van Beverwijc, certificatie

Dunen | 1450

Kerkelijke Rek Haarlem fol 2v

Achternamenindex

Gherijt Dircsz Dunen, bi Schoterkapel, 1 Wilh sc van besprec

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142

Achternamenindex

"dit syn alsulke punten als Jacob Janse over Aernt den Wilde gheeft: in den ersten als dat hij Jan Jacob, Jacobs voirn. oem, aengevochten heeft tot jonge Everts in t huys, daer een vrede aff gemaict wordt van 14 dagen. Dez is hij binnen 8 dagen nae dat die vrede gemaict was, ghecomen mit vergaderde mannen tot Florys Jan Lambrechtsz in t huijs, ende heeft Gheryt Claisz, mijn oom, en Jan Jacob, mijn oom, over een hantvrede geslagen ende gequetst bynae ter doit, dair die Raede van Hollant mit heren Willem van Egmonde een stilte waerheijt affgeseten hebben, ende die wairheit leit nog bezegelt bi heren Willem van Egmonde. Item up dieselve tijt dat dese saken ghesciet sijn was Gheryt Claesz, mijn oem, een scout van Alcmaer van myns heren wegen van Beyeren" vervolg