20678 resultaten
Dunen, van den | 1332-02-04
Van Mieris II p 510
Achternamenindex
enige edelen oorkonden dat zij het geld, ontvangen als zoen voor degenen die te Vere dood bleven, aan vier verwanten van elk der gedoden hebben uitgekeerd: 5) Arnoud Jansz van den Dunen, Arnoud Philipsz van den Dunen, Jan die Muus en Symon van der Hoeve, van de dood van Jans van den Dunen 90 £ Tournoys
Hellu, van | 1340-07-31
Akten Gelre Zutfen 1107-1415 p 245, 246
Achternamenindex
Adelysse van Herwijnen oorkondt dat zij op verzoek van Gysbrecht Roelofsz, de helft van de tiende die gelegen is in het gericht van Herwijnen, tussen Vadersstege en het gericht van Vurn, behalve de tiende des papen van Vurn, beleent "daer se Jan die Vaijg heyt verlien ende waerr hij niet, daerre se Jan van Hellu heyt verlien Vaerr hij niet daerr, sou Jan van Herwijnen het verleen off sijn erftgenamen, behaudelic heren Johan Canssen alle sijnre brieve, die hij op dijt voerrs goijt heeft"
mannen: Jans van Hellu en Jans Stercken
Rostocke, van | 1284-05-13
Oudste Stadsrekening Dordrecht p 1
Achternamenindex
"doe finirden scepenen ende Raet omme dat heme grote scult anquam van dienghenen die voer heme scepenen ende Raet waren ende coften rocke ieghens Coelike van Rostocke, daer of versceen 136 £ 16 sc 9d, die Vastrard innam ende Claes die Vrode van der stede weghen"
Dam, van | 1397-03-07
Arch Rijnsburg
Achternamenindex
Jacob van Dam, schout van Rijnsburg, met zijn zegel (drie ankerkruiers);1403-04-23: idem
Damme, van | 1451-01-05
Ned Leeuw jg 1911 p 53
Achternamenindex
Philips Aerntsz van den Dam zegelt met de drie wassende manen met de stok eroverheen
Donk, van der | 1281-1284 (1282-11<)
De Fremery no 328, no 228
Achternamenindex
lenen ten tijde van Floris V: no 244) in Voorschoten 6 morgen land van Peter van den Donc; 145) in het ambacht Vorscoten: Peter van der Donc 6 morgen op der Donc
Boekel/Bokel | 1295, 1296
De Fremery no 309
Achternamenindex
uitspraak over het eigendomsrecht van gronden, tienden, rechten: 10) in t ambacht van Bokels Florens filius so palen wi den grave toe van den hoirne, an Clays ambocht van Putte totter halve Heydrecht; 11) in Ghizebrecht Bokels ambocht ende Outgiers heren Outgiers filius te Rotterdam soe palen wi den uterdyc den grave toe; 12) Voert, Bokelsdyc ende Bloemersdyc vinden wi dat die here van Diest vercoft van mijn heredes coninx weghen; 13) voorts van den dijc, daar Gizebrecht Bokels stalhuys op staat, alom in Rubroec en Rubroec dore; 14) in Bleeswyc tussen Rotte en Wllynsborne, al dat land dat daar tussen ligt, tegen die van Berkel en die van den Zegwaart, vinden wi den luden den eyghendom diet bezeten hebben, ambocht en tiende van Ghizebrecht Bokel