18430 resultaten
Diert | 1593
Bijdr Hist Gen dl 34 p 320
Achternamenindex
Willem Diert, Delff, studeert in Orleans; 1581-09-17: jurist te Leiden; 1586-04-18: te Heidelberg
Diert | 1602, 1610, 1617
Bruinvis: Alkmaar no 181, p 11
Achternamenindex
vroedschap te Alkmaar: Jacob Dierten, houtcoper te Alkmaar in 1602; 1610-02-23: herbenoemd; 1617-08-08: begraven
Diert | 1618-10-11
Bruinvis: Alkmaar no 223, p 26
Achternamenindex
Diert Anthonisz, houtcoper benoemd tot vroedschap van Alkmaar, begraven 1620-03-30
Diert | 1659-1663
Bruinvis: Alkmaar no 362, p 24
Achternamenindex
Jacob Dierten Cromhout, 1671-03-02 benoemd tot vroedschap van Alkmaar, stierf 1671-03-07 vóór zijn beediging; tussen 1659-1663: schepen
Maelre, de | 1423~
Leenregister Culemborg fol 97
Achternamenindex
leenregister Culemborg: Gerit van den Damme 7 hont land van de Olde A ingemeten, belend boven: Gerit van den Damme, beneden: Gerit die maelre
Dever | 1394
Rek Baljuw van Rijnland fol 4, p 50
Achternamenindex
Snielwijk [Snydewyk]: heren Reyner Devers ambacht. Scout: Bertelmeus Evertsz niet; Huberts ambacht van den Werve, schout: Willem Gysbertsz niet
Statze | 1374
De Raadt II p 410
Achternamenindex
Statze van den Bongert, ritter zu Boelsbeck, burgrave de Dalhem
Boekel/Bokel | 1323-12-11
Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex
Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis
Uytternesse