14438 resultaten

Doys | 1423-07-28~

Leenregister Culemborgfol 96v, 97, 97v
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Geryt Doys Sprunck een hoeve land die Henric Buddinc van Attevelt opdroeg aan Geryt, gelegen in het Merlant, belend boven: Ot Doijs erfgenamen, beneden: Herman Gysbertsz kinderen, strekkende van de Mergrave op aan de wetering; -Ponsken Johansz 14 hont land ter goeder maten, belend boven: Jorden Doijs erfgenamen, beneden: de hertog van Gelre; zijn vrouw Geertruid wordt met de helft van dit leen beleend

Doys | 1423-07-29~

Leenregister Culemborg fol 99
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Otto van Wyck Ottenz 1 akker land in der maelscap van Rijswick in het Wijfdijcse velt, belend boven: Gerit van Wyck Ottenz, beneden: Jorden Doijs erfgenamen

Doys | 1423-08-19~

Leenregister Culemborg fol 100
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Gerijt Doijs Willemsz 2 morgen te Scallicwick, in onsen gerichte, belend boven: de heren van St Martyn te Utrecht, beneden: Henric Gerijtsz van Cleve en Jan Tullenz met een gemeijnen eygendom

Doys | 1423-09-21~

Leenregister Culemborg fol 99
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Jan Kerstansz 2 ½ morgen in de Rijnweert, belend boven: Gerit Doys Sprunc, beneden: Rolof uten Weerde Ottenz

Doys | 1423~

Leenregister Culemborg fol 95
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Willem van Heteren 4 morgen in Ryswicker maelscap in het nederbroek, strekken met de broeckstege aan Hoeswycskamp, zoals Willem van den Werve dat van ons te houden placht, belend boven: Johan Ottenz, Johan Zurmont, beneden: Gysbert van Vyanen van Beverweerde, Johan Doijs

Doys | 1424

Leenregister Culemborg fol 94v
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Herman van Wyck Gerytsz 4 morgen en 2 hont land ter goeder mate, belend boven: Kunegont vrouw van Jorden Doijs, beneden: Wolter Wuwes erfgenamen

Doys | 1430-09-23

Navorscher jg 1917 p 214
Achternamenindex

de erfgenamen van wijlen Dirc Hollant, waaronder Jacob Brunincsz als voogd van Bruninc Jacob Claes Brunincsz.z en Dirc Doys als borg voor Bruninc (erfgenaam voor 1/13 deel) verkopen 5 maden land achter de Dam te Amsterdam aan het klooster van St Margariet aldaar. Verder genoemd: Corst Bruninc Meynertsz, Jan Bondgersz, Jacob Brunincsz, Voppe Blanke Heynenz, Pieter Egbertsz, Garwairt Jansz elk 1/13 deel; Claes Dirc Meynertsz en zijn waarborg Gheryt Brantsz, Willem Gerrit Meynertsz.z. met zijn borg Arnt Jacob Willlemsz.z., Jan Egbertsz met zijn oom Peter Egbertsz, Hem [Hein?], elk een 1/13 deel, Allert Fransen en Bruninc Meynertsz tezamen voor 1/13 deel; Volkert Pieter Borstsz 1/26 deel, Dirc Claesz en Bruninc Petersz tezamen ook voor 1/26 deel

Nagel | 1344-1345

Rek Houtvester dl VII p 169
Achternamenindex

Jan Naghel van wine te voeren doe myn here ziec lach ten Berghe [Geertruidenberg], die cost van Delft uten Berghe te brengen, 30 sc

Pauw | 1387

Bortet: Delft p 274
Achternamenindex

Jan Pauw Jansz Pauw: "buyten Amsterdam in N-H gaande wandelen, door een haastige schrik zo ontstelt dat een lit zijns lichaams niet roeren en konde"; drie jaar lang reiste hij overal rond tot hij in 1387 door OLVr ter Nood in de Nieuwe Kerk te Delft genezen werd

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse