8895 resultaten

Donk, van der | 1366-1372

Ons Voorgeslacht 02-1985 p 53
Achternamenindex

leen van Arkel: heer Jan van der Donk, ridder als getuige vermeld; 1386, 14..: Jan van der Donk, neef van de leenheer; 1459-11-17: na opdracht door Johan van der Donk wordt Dic Woutersz beleend met 3 morgen in Enspijk, belend boven de vrouw van Herman Piek, beneden Dirk Woutersz

Hornes, van | 1394

Quellen Stift Xanten p 289
Achternamenindex

uitgaven bursa Xanten: pro reformation cappe, data per dominum Constantinum de Cornu [Hoorn], 11 sol 10d

Pellant | 1540~

Quellen Stift Xanten p 541-543
Achternamenindex

Gryet Pellantsz bebouwt land in het land van Meurs dat aan de abdij Xanten toebehoort (p 542): p 543: tijnsgoederen van Essmer, nr 15) van Pellantz hoff, 28 morgen, 4 sc; daaraan behoudt Henric Pellandt en zijn vrouw Gryetgen; 1545: Henrick verstorven, nu kinderen, 13 daler

Rietwijk, van~ | 1251-01-20 (1250)

v.d. Bergh I no 535/Reg XVIII Albertus fol 75v
Achternamenindex

Symon miles de Harlem beleent Jacobus de Hilckebroeke, oppidanus in Harlem, met het land dat Theodericus zoon van wijlen heer Allard Dove dicti van hem in leen hield; opschrift akte: Willem van Hilsebroek; vgl 1331-04-01

Duiven, van | 1504

Ons Voorgeslacht 05-1988 p 216
Achternamenindex

getuigen bij leenakten van Heulestein: Bernard van Duven, Herman Claasz

Dalem, van | 1390-03-14

Arch Nassau Domeinraad regest 796
Achternamenindex

schepenen in Dalem oorkonden dat Peter die Hole heeft overgedragen aan Jan heer van Dalem 3 ½ morgen land in Stade

Gellicum, van | 1360-06-27

Arch Nassau Domeinraad regest 592
Achternamenindex

schepenen van Woudrichem oorkonden dat Beatrijs vrouw van Roelof van Dalem, haar zoon Willem heer van Donghen, Florans van Dalem, Lisebet van Wisschel met haar zoon Robbrecht en heer Otte van Ghellichem, ridder, met zijn vrouw Aleyt, aan Roelof van Dalem beloofd hebben zich ook na zijn dood te zullen houden aan de verdeling van zijn goederen, in deze brief gemaakt tussen zijn bovengenoemde kinderen en zijn dochter die non is, Ruelken de bastaard en Jan [in de klapper wordt Aleyt van Dalem vrouw van Otto van Ghellichem genoemd]

Wilde, de | 1466-06-30

Ons Voorgeslacht 06-1986 p 527-529
Achternamenindex

leen van Vianen: 5 ½ morgen in Boeikop in heer Arnoutsgerecht, Hendrik de Wilde voor zijn vrouw Jutte, dochter van Dirc van Hien; 1501-12-09: Hendrik de Wilde Reinersz voor Jutte van Hien, zoals Pieter van Wijk, te komen op hun dochter; 1514-05-09: Hendrik van der Donk, voor Maria, bij dode van haar moeder Jutte van Hien; 1517-04-28: Henrick van der Donc voor Maria de Wilde, te komen op haar neef Jan van Heteren Bertoutsz of Dirkje Jansdochter; 1537-03-03: Cornelis van Zandwyc Zwedersz voor Maria de Wilde bij dode van Henric van der Donk; 1552-02-14: Pelgrim Willemsz voor Theoderica van Heteren bij dode van haar tante Maria de Wilde

Dalem, van | 1360-06-27

Arch Nassau Domeinraad regest 592
Achternamenindex

schepenen van Woudrichem oorkonden dat Beatrijs vrouw van Roelof van Dalem, haar zoon Willem heer van Donghen, Florans van Dalem, Lisebet van Wisschel met haar zoon Robbrecht en heer Otte van Ghellichem, ridder, met zijn vrouw Aleyt, aan Roelof van Dalem beloofd hebben zich ook na zijn dood te zullen houden aan de verdeling van zijn goederen, in deze brief gemaakt tussen zijn bovengenoemde kinderen en zijn dochter die non is, Ruelken de bastaard en Jan

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"