Does, van der | 1563-08-12 (07)

Holl Leenkamer no 274 Repert Egmond fol 210, 216v, 217

Achternamenindex

Werner van der Does doet hulde voor zijn vrouw Elisabeth Dever van Minnen, die door de heer van Brederode beleend wordt met 2 ackeren aan de Veerweg te Heemskerk; 1565-03-29: na dode van zijn vrouw wordt hijzelf beleend; 1569-05-07: na dode van Warnaer wordt dit leen blijkens diens testament gemaakt aan Adriaen van der Does, die hem "mijn oom" noemt. Vervolgens op Jan van der Does, daarna Steven van der Does

1e zijtak

Dalem, van | 1421-02-21/03-17~

R.A.H. Coll Aanw 56 fol 453/Ons Voorgeslacht 03-1985 p 73 en 68

Achternamenindex

leen van Arkel: - ½ korentiende van Gelkenesse en van Kortland, gemeen met de heer van Liesveld, zoals Jan van Brakel gemeen had met Gerrit van der Woerd, tussen Nieuwpoort en de kerk van Ammers: Jan van Dalem zoals Gysbert van Langerak; 1439-04-01: Jan van Dalem; 1458-04-06: Adriaaan van Dalem bij dode van zijn oom Jan; 1458-10-01: Godschalk van Brakel Godschalksz, bij dode van zijn neef Jan van Dalem, eventueel te komen op zijn neef Frederik uten Hamme; 1459-09-19: Otto van Malburg bij dode van zijn neef Jan van Dalem, waarna overdracht aan zijn neef Willem van Brakel Reinoudz; 1459-09-21: Willem van Brakel bij dode van zijn neef Jan van Dalem; 1421-02-21: een tiende in Graafland Jan van Dalem; 1439-04-01: Jan van Dalem;. 1458-04-06: Adriaan van Dalem, zie hiervoor

Steenberg, van | 1367

Quellen Stift Xanten p 201

Achternamenindex

uitgaven bursa Xantensis: dominis Hermanno Duvel et Mijs, equitantibus Gogh ad Henricum de Steijnbergh, 27d

Dalem, van | 1438-06-29

Arch Nassau Domeinraad regest 1376, 1377

Achternamenindex

Roelof van Dalem Willemsz van Dongha belooft zijn broer Jan, dat hij zowel de heerlijkheid van Dongha als die van Swalue, die hij van hun broer Willem geerfd heeft, met hem zal delen

zegels van: Jan van Kockelberch, persoon van Dongen, Roelof van Wisschel, Thomas Jan Heylenz, Jan van Hoesenhout; verloren de zegels van de oorkonder, van Rycout Engelbrechtsz en van Jan Jansz van der Haenberghen

Beest, van | 1422-06-22

Ons Voorgeslacht 02-1985 p 52

Achternamenindex

leen van Arkel: Floris van Beesd beleend met leen in Dalem; 1466-12-29: Adriaan van Dalem bij dode van zijn oom Gerbrand van Beesd beleend met veel stukken land in Dalem

Does, van der | 1432-03-11

Inv Arch Kloosters Leiden regest 537

Achternamenindex

Badeloch Dircsdochter van den Zijl verkoopt aan dezelfden (Regulieren ? zie 1424-02-12): - ¼ van een werf en boomgaard genaamd Heynrix van der Does hofstede, - ⅙ van 7 morgen erbij, - ¼ van 5 delen in 4 ½ morgen land met de uiterwaard, het Rellant, - 1/12 van 8 hond land van de Doeswetering, - ⅙ van de 8 hond land door haar voor haar ouders dood gekocht van Machteld van der Does

1e zijtak

Ploech | 1451

Leenregister Huis Bergh p 39 no 39

Achternamenindex

het goed te Didam: 1443-06-10: Jan van der Aa, tbv zijn vrouw Ode van Montfoord vrouwe te Lathen na dode van Deric van Peterssom; 1451: na dode van Johan van der Aa is hulder: Steven Ploich

Egmond, van | 1275-01-12

v.d. Bergh II no 283/Cartul Egmond fol 48

Achternamenindex

Floris abt van Egmond beleent Wilhelmus dictus Brunus en zijn erfgenamen met land van Alewaerts weduwe en nog 4 agri daarnaast, tevoren in huur gehouden door de "successores Lubberti et Duvae bonae memoriae a monasterio Hecmondensi locationis titulo habuerunt"; vgl 17-08-1277

Haemstede, van | 1226-08-25

v.d. Bergh I no 299

Achternamenindex

Dirk heer van Voorne beslist het geschil tussen de abdij ter Does en Wisso zoon van Symonis de Wellant, Costinus Costinusz de Hamstede, de broers Costinus en Wilhelmus, kinderen van Wilhelmus de Somerlant e.a. ter andere zijde over de tienden van Oosthoek; hij wijst deze aan de abdij Ter Does toe

Zomerland, van | 1226-08-25

v.d. Bergh I no 299

Achternamenindex

Dirk heer van Voorne beslist het geschil tussen de abdij Ter Does en Wisso zoon van Symonis de Wellant, Costinus Costinusz de Hamstede, de broers Costinus en Wilhelmus, kinderen van Wilhelmus de Somerlant e.a. ter andere zijde over de tienden van Oosthoek; hij wijst deze aan de abdij Ter Does toe