Dobbe | 1407-02-01>

Rechtspraak Graaf van Holland II p 226

Achternamenindex

deze personen uit Haarlem blijven de uitspraak aan de hertog: o.a. Claes Ysebrant Dubbenz en zijn vrouw

Haarlem

Alphen, van | 1296-12-26

De Fremery no 313

Achternamenindex

vermeld Willem van der Dubbe en Coppe van Alfen als schepenen van Leiden

Dalem, van | 1535-05-20

Hoynk van Papendrecht: Analecta Belgica III p 367

Achternamenindex

Necrologium Bredanum: obitus Domine Adriane relicte Judoci de Daelem olim de Donghen

Haestrecht, van | 1422-03-21~

Taxandria jg 33 p 298

Achternamenindex

in een akte noemt Willem an Dalem heer van Dongen "sinen liven swager Pauwels van Haestrecht here van Loen"

Dongen, van | 1424-08-04

Taxandria jg 33 p 220

Achternamenindex

geschil over de erfenis van Jan van Nederveen wordt bijgelegd door vrienden; voor zijn zoon Jan treden op: Ludolf van Uden, priester, Willem van Dalem heer van Dongen en Peter van der Beversluys, drossaard van Breda

Daeij | 1734-1736

Bruinvis: Alkmaar no 400, p 24

Achternamenindex

schepen van Alkmaar: mr Hendrik Nanning Daey, stierf 1772-07-23

Duven, van der | 1424

Quellen Stift Xanten p 527

Achternamenindex

Novimagium: Fredericus de Duve uno anno 3d, secundo anno 4d

Dalem, van | 1514-11-18

Arch Nassau Domeinraad regest 2583

Achternamenindex

Henrick graaf van Nassau heer van Breda wijst aan Joost van Daelhem genaamd van Dongen, zijn zuster, Cornelie van Daelhem, Katherina van Goisdorp, vrouw Jan Herve van Millendorp en haar zuster Margriete een rente toe van 40 Rijnse gld jaarlijks, gevestigd op de heerlijkheid Breda, ter vergoeding van zekere goederen, door hen geerfd van Joost van Heijger en aan zijn vader graaf Johan van Nassau gegeven; 1571-06-22: is een derde van deze rente afgelost

Zaenden, van | 1423-1424

Rek Rentmeester Kennemerland bijlage

Achternamenindex

Duve Jan van Sanen betaalt visserijgeld van 64 ½ geers in Winkel

Dalem, van | 1370-04-17

Arch Nassau Domeinraad regest 670

Achternamenindex

Willem van Oesterhout en Willem van Dalem, heer van Donghen, knape, beeindigen hun geschil over het leenmanschap van Dongen door overeen te komen dat Willem van Dalem aan de heer van Oesterhout zal opdragen een hoeve land in het land van Altena, zoals zijn vader Roelof beloofd had, waarmee hij vervolgens beleend zal worden