16023 resultaten
Oostrum, van | 1468-06-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum draagt op: 1) 4 morgen veen onderdeylt gelegen in de Zoesscher Venen, waarvan Willam van Doem vroeger de helft aan Dirc overgedragen had, en de andere helft door de broers Claes Meusz en Geryt Meusz overgedragen zijn, belend zonnewaarts: Lambert Pijl, zeewaarts: Dirc van Oestrum, 2) een viertel veen in het kerspel van Zoes, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van Doem, zoals Dircs vader Claes van Oostrum in leen hield; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met deze 8 morgen land beleend, na zijn dood te komen op zijn zoons Jan en Willam, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Haze Jan de Boelendochter, behalve haar lijftocht, met voorwaarden voor zijn oudste zoon Claes, die zijn broers Jan en Willem 1500 Beyers gld moet betalen waarmee zij de 8 morgen kunnen lossen, of de helft voor 750 gld; na de dood van Dirc van Oestrum en zijn zoon Jan: "Willem van Oestrum, sijn soen, heeft dit ontfangen, vide in libro abb de Stege fol 4"
mannen: Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersell
Dever | 1429-05-16
Ons Voorgeslacht 05-1988 p 217
Achternamenindex
leen van Honthorst: no O) 1 morgen te Alphen, belend noord: Pieter Dever Hendriksz met 2 morgen roerende van Brederode, zuid: dwarswetering, oost: Dirc van Egmond, west: een capelrie die de graaf van Holland begeeft, beleend Pieter Dever Henricsz; 1490-03-27: Gerrit Boije Jacobsz na dode van Gerrit Dever Pietersz, zoon van zijn oudoom, die hield van Honthorst
Duyn | 1520
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 302, 302/2
Achternamenindex
Marten Adriaensz Duyn, klerk en ontvanger van de waterpenningen in de Oostwatering (op Walcheren); 1520-02-17: hij heet Marten Adriaen Pier Duynsz, hij is zoon van de dijkgraaf
Haerlem, van | 1288-08-16
v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex
graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"
Brederode, van | 1288-08-16
v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex
graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"
Hagen | 1352-12-09
A.R.A. Leenkamer 32 copieen fol 28/Reg EL 25 fol 18v
Achternamenindex
"Ick Symon Hagen, poerter in Haerlem, make condt allen luden, dat ick getuucht hebbe in tiegenwooridicheden mijns liefs heeren Hertoge Willems van Beyeren etc, dat ¼ deel van dien cogge die voor Lusenborch bi Sceveningen brack des vridachs voor St Martynsdach in den winter, ende geheten was "God beraet", ende ¼ deel van wande ende van vrachte van dien cogge was en is Wonninge Elsteden van Hamburch en waer daer gebreck aen, of dat Woninge voers meer aen hem toge van den aengecomenen goede uyt dien cogge dan hem met rechte van dien ¼ deel toebehoerde, dat lant (?= sou't) Symon voers minen lieven heer voers te beteren met 200 goede scilde. In oerconde desen brieve besegelt met minen segele. Ende ick Wonninc voers, want Symon, mijn trouwe vrient, dese voerg. tuge ende loefte om mine vordering en bede gedaen heeft, soe love ick hem in goede trouwen daer scadeloes of te houden"; volgen de merken die op de zakken voorkomen. Verder heeft Wonninge betaalt aan Heynric Jansz, rentmeester van Aemsterland van ¼ deel van t hout van de cogge 3 £ 5 sc en van den gewande 4 £ 8sc, maakt 7£ 13sc
Haarlem
Dorp, van | 1294
Navorscher jg 1882 p 94
Achternamenindex
het kapittel ten Dom te Utrecht beleent Jan van Dorp Arnoutsz met 146 morgen onder Schipluiden