Dil | 1468-03-21

Mem Hof van Holland Coll Aanw 238 fol 456v, 240 fol 960v, fol 1013, 1041, 1057, 1240v

Achternamenindex

heer Jan Dil, canonick te Geervliet, stelt dat hij deze prove verkreeg van de jhr van Gaasbeek als heer van Putten, en deze reeds meer dan 30 jaar bezeten heeft, doch deken en kapittel hem deze nu ontnomen hebben te St Banusse herwech. Hij begroot zijn schade op 10 £ gr Vls. Deken en kapittel stellen dat heer Jan Dil onridlich gebleven was de verschuldigde 10 £ aan de deken te betalen. Diverse stukken: 1468-07-14, 1468-07-28, 1468-08-04, 1468-08-08, 1468-09-28

Dil | 1635-05-18

Arch. Gecommiteerde Raden Noorderquartier Inv 51

Achternamenindex

losrenten kantoor Enkhuizen: verschijndag 05-29, de kinderen van Simon Simonsz Dil, fl 6400 - fl 256; 1646-06-22/07-01: Symon Symonsz Dil, fl 1975 - fl 79; 1673-04-15/11-01: Simon en Pieter Dil, fl 240 - fl 9-12

Laen, van der | 1423-10-31 - 1424-05-01

Rechtspraak Graaf van Holland III p 169

Achternamenindex

tresoriersrekening van heer Henric Nothaft: "item want Boudyn van der Laen mijn heere gebruect heefft, also hij daer mede over was, daer Malle Huyctgen tot Beverwijk uuten stock geslagen ende buten den here van der live ter doit gebrocht wort, van welken brueke die voirs Boudijn yegens minen Here gedadinct heeft ende die Vitszdom hier ontfaen rekent 50 Eng nobelen, facit 31 £ 5sc

Sobbe | 1368

De Raadt II p 424

Achternamenindex

Engelbrecht van der Marke zegelt voor Englebert Sobbe een quittance voor 200 vieux écus, revenus de cinq années, dus par le duc de Luxembourg du chef des tonlieux de Rolduc et de Maestricht

Does, van der | 1388-05-27

Arch Gasthuis Haarlem Inv no 157/24

Achternamenindex

schepenen van Haarlem oorkonden dat Dirc Wunciaensz de scoenmaker erkende gehuurd te hebben in erfhuur van "Matheeus Gherijt Claesz.z. dat erve dat gheleghen is bi Gherit …s van der Does, … s en Florens Gheritsz den scoemaeker an die noordzijde, die strate ... voorscr daer heeft laten legghen 18 voeten breet an die zuidzijde scr..... an der middel .... burchwalsloots, oestwaerts als vere als Flo.... soens erve nu gaet. Om 1 £ Holl per jaar"

Haarlem

Wasgaert | 1340-01-21

Cartul Marienweerd no 491, 505

Achternamenindex

Daemken de Dulle verkoopt aan Gheryt Wasgaert 1 morgen in Beesd in die Meinten in Daemkenscamp, tussen de gemene stege en Daemken die Dolle, op voorwaarde dat de 3 morgen land naast deze ene morgen, "solen helpen konden altoes ende mede graven den grave gelegen naest der steghe"; 1341-02-25: Aleyt Claes Sulincs, Gheryt Wasgaerts zuster, haar dochter Yda en Gouda Gheryt Wasgaertsdochter met haar voogd Dirc den Crighelaer, dragen de doorgestoken brief aan de abdij Marienweerd over

1341-02-25 schepenen in Beesde: Goswijn Meusz en Peter Juttenz

Zaemslach, van | 1330

De Raadt III p 294/Chap Notre Dame, à Courtrai; CCB Acquits de Lille 1.42

Achternamenindex

Philippe van Zaemschlacht, chevalier; 1431-1435: Jehan de Saemslach donne au bailli de Bruges des quittances relatives aux gages de Denis del Porte, chapelain du duc de Bourgogne, dans son hotel à Bruges

Assendelft, van | 1443-02-05

Inv Arch Medemblik 1915 Inv no 297 regest 52

Achternamenindex

de broers Baertout van Assendelff, ridder, en Dirc van Assendelff, ooms van Dirc van Sandhorst, keuren goed de verkoop van het land den Uiterdijk gelegen vóór het huis te Medemblik aan Jan Dever van Mynden door Dirc van Sandhorst, en dragen alle recht dat zij op het goed hebben, over aan Jan Dever van Mynden

Duyn, van der | 1544

Maatboek Bennebroek

Achternamenindex

Kohier 1561 fol 28v: hier begint een polder binnen het dorp; (fol 33) Pieter Jeroensz huyert een huijs met omtrent 5 hont teelant, eigenaar Claes van der Duyn, wonende in den Hage, huur 36 R gld; Maatboek 1544 Bennebroek, geestland tussen Voor- en Achterweg: mr Pieter Zanto als voech van den eigenaar die boghert daer Jacob Jacobsz op woont, groot 531 roeden(p 10)

Alras | 1299-06 (03)-24

Cartul Marienweerd no 110

Achternamenindex

Otto van Buren verkoopt aan het gemene land enig land tot het leggen van dijken: "voert nederwaert ter Linghenen hebben in een deel lants ghecocht alse die Corengrave gaet, ende wat sijs hier meer behoeven dat zoelen zi ghelden den merghen vor Xlb binnendijcs, met sulker vorwaerde dat Alremallijc zinen vrient, die aen den dijc ghelant is, goet sal maken dat hi des coeps volghen sal, ende dat men met desen vorseiden lande sal diken ende houden Aelswijc ewelike"