21612 resultaten

Dedel | 1589-01-06

Bortet: Delft p 452
Achternamenindex

H Geestmeester te Delft: Willem Joostenz Dedel

Dale | 1299-07-11

De Fremery no 328
Achternamenindex

Symon, persoenre van Delf, Jacob heer Cyzemansz, Jan die Witte en Gherlof Dalenz, schepenen in Delf, oorkonden dat de proost van Koningsveld een molen op de Made verpacht heeft aan Alebrecht van Ockenberghe, Gherard van Delft, Clais ver Conigondenz en Willem van den Kerchove

Dedel | 1376-01-21

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 363
Achternamenindex

leen van Amstel: no 18) heer Willem Edel, lijftocht hem gemaakt door Meinaert Jacob Meynaert Willemsz op 9 ½ morgen 2 hont in het gerecht van Melis van Mynden op Goudoever in Loosdrecht

Dedel | 1466-11-14

Van Mieris Vervolg p 130
Achternamenindex

uitspraak van de stadhouder en raden van Holland over het verschil tussen Florents van Rijswijk en zijn zuster, echtgenote van Jan Dedel, wegens het verkopen van de ambachten van Rijsoorde en Strevelshoek, door Florents aan de rentmeester generaal Claas de Vrieze gedaan

Dedel |

Batavia Illustrata bl 1125, 1126, 1173, 1042, 1188, 868
Achternamenindex

stamreeks familie Dedel (o.a. paus Adriaan VI); Alijt d'Edele [Dedel ?] x Floris Foeyt

Hagen | 1352-12-09

A.R.A. Leenkamer 32 copieen fol 28/Reg EL 25 fol 18v
Achternamenindex

"Ick Symon Hagen, poerter in Haerlem, make condt allen luden, dat ick getuucht hebbe in tiegenwooridicheden mijns liefs heeren Hertoge Willems van Beyeren etc, dat ¼ deel van dien cogge die voor Lusenborch bi Sceveningen brack des vridachs voor St Martynsdach in den winter, ende geheten was "God beraet", ende ¼ deel van wande ende van vrachte van dien cogge was en is Wonninge Elsteden van Hamburch en waer daer gebreck aen, of dat Woninge voers meer aen hem toge van den aengecomenen goede uyt dien cogge dan hem met rechte van dien ¼ deel toebehoerde, dat lant (?= sou't) Symon voers minen lieven heer voers te beteren met 200 goede scilde. In oerconde desen brieve besegelt met minen segele. Ende ick Wonninc voers, want Symon, mijn trouwe vrient, dese voerg. tuge ende loefte om mine vordering en bede gedaen heeft, soe love ick hem in goede trouwen daer scadeloes of te houden"; volgen de merken die op de zakken voorkomen. Verder heeft Wonninge betaalt aan Heynric Jansz, rentmeester van Aemsterland van ¼ deel van t hout van de cogge 3 £ 5 sc en van den gewande 4 £ 8sc, maakt 7£ 13sc

Haarlem

Egmond, van | 1379-09-12

Reg Rotterdam en Schieland no 1020
Achternamenindex

Gysbert Jans van Vorenbroeck draagt aan Arent van Egmond op 5 ½ morgen land in het ambacht van Cralinghe, in een weer land, gemeen met Oudtzier van Cralinge en Damas Claesz [Daem van der Duyn ?], strekkende van de Merwede tot de Cralingewech toe; belend oost: Oedzier van Cralinge, west: Daem van der Duyn (1360), en wordt er vervolgens mee beleend; 1410: Katryn Voppen, daarna haar zoon Voppe die seijer

Bosch, van den | 1458 (1459)

Thesauriersrekening Haarlem
Achternamenindex

Jan Willemsz de botemaker van de boom te bewaren daer men te Sparendam vaart, 1 jaar 4 £ 6sc 8d (fol 31v IV); (fol 34) Pieter van den Bosch, "die die wete dede an degenen die geland zyn onder de sluysen van Sparendam dat men nyeu gat maken soude in den dijc deur Sparendam ende daer een nye grote sluys leggen, voor zyn cost en arbeyt 2£ 16sc"; 1451-1452: (fol 3) Martyn Dircsz van de visserij van Sparendam ½ jaar 501£ 8sc 8d; Jan Claes Symonsz.z van idem 1 jaar lang 383£ 16sc 8d

Duyn, van der | 1544

Maatboek Bennebroek
Achternamenindex

Kohier 1561 fol 28v: hier begint een polder binnen het dorp; (fol 33) Pieter Jeroensz huyert een huijs met omtrent 5 hont teelant, eigenaar Claes van der Duyn, wonende in den Hage, huur 36 R gld; Maatboek 1544 Bennebroek, geestland tussen Voor- en Achterweg: mr Pieter Zanto als voech van den eigenaar die boghert daer Jacob Jacobsz op woont, groot 531 roeden(p 10)

Lottijn | 1410-02-13

Rechtspraak Graaf van Holland II p 244
Achternamenindex

wijlen Willem Bertout Lottijnsz, schout van Haarlem, op het kerkhof vermoord, "in den duuster dageraet, dair hi quam gaen om die eerste misse in der prochikerke onser stede voorsz te horen, upten vrijen kerchove aldair jammerliken vermoert ende dood geslagen is"; de daders waren de broers Gheryt, Dirc, Claes en Willem zoons van Claes Kybben, die daarvoor ten eeuwigen dage verbannen worden

Haarlem