19219 resultaten

Berge, van den, Arkel | 1333-03-28

Reg Hann p 211/Reg EL 24 fol 60, EL 6 fol 77v/A.R.A. Leenkamer 7 fol 27v/Van Mieris II p 527
Achternamenindex

toewijzing van land aan ver Agniese van den Berge, vrouw van Helyaes van Woudenberch, te Heer Arendsberge: "ende hebben ghevonden, dat die hoeve lands, legghende toit sheren Arntsberghe naiste den 10 viertelen, dair t huys ten Berghe in staet, westwairt, heren Arnts vrij eyghen was van den Berghe. Voirt ½ hoeve naest den voirs viertelen oostwaert leggende dat die heren Arnts eyghen was, voirt ½ hoeve daer Beckevoirt over gheclaghet heeft, dat die was heren Arnts eyghen, ende dat heer Arnt hadde in die Kijfhoeve ½ hoeve vrij eyghen. Ende omme dat Harparen dit land vrijlike ghebrukede toit sire doet toe, ende hair Airnt niet meer trouwede kinderen en hadde danne drie dochteren behalve Harparen, soe segghen wi joncvr Agniese ende Helyaes haren man dat ⅓ deel van al desen eyghen land voirscr.."

Camphuysen, van | 1526-07-14

Leenregister Huis Bergh no 183 p 182
Achternamenindex

deel van de Grote Assel: Craicht van Camphuysen, drost, na koop, met beding van wederinkoop, van Zeyno van Dort en diens vrouw Henrick van Aiswiin

Weent, de | 1395-1396

Rek Baljuw Rijnland p 69 fol 5v
Achternamenindex

Alphyn: Dirc die Weent van vechten an Willem Dircsz, 40sc; Dirc van Delf van vechten an Willem Dircsz 40 sc

Duin, van | 1546-1559

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 509
Achternamenindex

Frans Willemsz mijn heer cs., poorters van Delft, contra Arent van Duin, te Terheide, proces over de roof van een buis karveel door de Schotten

Delf, van | 1478

Kerkelijke Rek Haarlem fol 9v
Achternamenindex

Lysbeth, weduwe van Willem van Delf, in die Foghe[le]sanc, testament 10 st

Arkel, van | 1381

A.R.A. Graf Rekenkamer 2146, los inliggend/Rentmeestersrekeningen van Arkel 1417-1418
Achternamenindex

"Wij Otte here van Arkel, richter, borghermeijsters ende scepen van Ghorinchem doen cond allen luden dat wi ghegheven hebben ende gheven Wouter van Delf ende Dirc sinen zoen den toern die staet teijnden der Corenbrugghen, ende gheheiten is Dumensteijn, hem beiden te ghebruiken also langhe als si leven zullen, of enich van hem beiden levet, in deser manieren, waert dattet die poert van Ghorinchem te doen hadde van open oerloghes weghen, so souden die poerteren van Ghorinchem verburen ende besighen tot hoerrre nutscap alse solanghe alse open oerloghe waer. In .... des briefs bezeghelt met onser poerten zeghel van Ghorinchem. Vermeld wordt... Des had mijn genedige Here selichge gedachten [d.w.z. hertog Willem] Wouter daer ouer gegeven 1111 M steens van den ouden huze tot Gorinchem, dair Wouter een deel steens of wech had ende den anderen tegens hem quit gecoft so men tot Gorinchem aen der grafte ende opten huze vermetselen moest ende men anders en genen gurigen en conde 3 Eng nob".

Wassenaer, van | 1418-01-08

R.A.H. Coll Aanw 84 fol 23v
Achternamenindex

gravin Jacoba beveelt heer Henrick van Wassenaer, houtvester van Haarlemmerhout en Willem van Brederode, "dat si onse dune after Tetrode ende Aelbrechtsberge sullen doen bepoten als hun dat nutste ende oirbaerlicser dunken sal ende so wes dat costen sal te bepoten daer sel toe gelden enen ygelicke die geland is tusschen Breedsloot ende den dunen"

Duyn | 1520

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 302, 302/2
Achternamenindex

Marten Adriaensz Duyn, klerk en ontvanger van de waterpenningen in de Oostwatering (op Walcheren); 1520-02-17: hij heet Marten Adriaen Pier Duynsz, hij is zoon van de dijkgraaf

Daeij | 1774-1778

Bruinvis: Alkmaar p 24
Achternamenindex

schepen van Alkmaar: Hendrik Daey

Zaenden, van | 1404-03-11

G.A. Alkmaar Klooster Oude Hof no 15 (in dorso no 4)/naar Vangassen no 255 p 134
Achternamenindex

Claes van Saenden Willemsz erkent dat "den baghinen den eyghendom toebehoirt van der muere en van den erve daer die muer op staet die strect twischen den baghynhove ende der hofstede die hair Gheryt van Delf zijn broeder ruemede metter doot mar dat die timmering die hair Gheryt op ter muer hadde doen timmeren sal blijven staen ende dat men in der tymmering gheen op en vensteren houden en sal thegen den baghynhove"