22796 resultaten
Witte, (de) | 1315
Van Mieris II p 140
Achternamenindex
"also dat om dese vryheden te hebben die voorsz luyden onse dycken sullen besorgen, alsoo dat di van Werckendam ende die van Houweningen den dyck, die hoort toe tot Geert die Witten lande, ende een deel van 't slijck, dat hem aencoemt, ende die bij Giessenmonde den dijk bij Robbertshouve met een deel van 't slijck die hem aencoemt"
Does, van der | 1469-09-23
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 25v/Leenregister Brederode (oud) fol 12v
Achternamenindex
Rynolt heer tot Brederode oorkondt dat Fueij van der Does hem heeft opgedragen een camp land van 4 ½ morgen in het ambacht van Leiderdorp, bij de hofstede van der Does, belend tussen de Does wetering en heer Willem Jacobsz, priester, streckende van den lande die Fueij van ons te lene houdende is tot achter an enen camp lant, die geheten is den Derwer. Willem van der Does wordt er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl. Mit vorwerden, waert sake dat dit voors. lant ijet becommert waer of belast dat soude Willem voors. voirt mogen verhalen op alsulcke goeden ende landen als Fueij voers. noch van ons te lene hout, sonder enich weer van recht daer tegens te doen of doen doen in eniger manieren hoet genoemt mocht wesen. Item tot welcker tijt Fueij van der Does Willem van der Does voors. vernuecht heeft van alsulcke brieve als Fueij van Willem heeft, soe sellen wij willich wesen Fueyen voors. dit voors. lant wederomme te belenen ende Willem voors. daeroff quijt te scelden
mannen: Reynolt en Henric van Brederode, basterden, Foij voors. selve
hoofdtak
Deym | 1315, 1316, 1334
Rek Hen Huis I p 17, 26, 183
Achternamenindex
ontvangsten rentmeester Noordholland: van landhuur in den Hage, in de meente te Eykendunen: Jan Willaem Deymensz 10 sc; 1316: idem Willem Deymensz 12 sc; 1334: idem
Deym | 1482-08-15
Ons Voorgeslacht 05-1991, no 416 regest 196
Achternamenindex
Dirc Jansz Deym legt verklaring af over door hem aan de abdij Leeuwenhorst betaalde pacht te Monster; ook verklaringen afgelegd door over pacht van land [in de Lier]: Aem Claesz, zijn vader wordt ook genoemd; Lysbeth weduwe van Aem Jansz, Jan Aemsz en Aem Claesz; Jacob Dircsz samen met Adriaen Jacobsz, Adriana vrouw (weduwe) van Dammas Claesz
Deym | 1542-07-12
Batavia Illustrata bl 1035
Achternamenindex
Jan Hallinck Ockersz en Meynart van Segwaart Bartholomeusz, schepenen in Dordrecht, verklaren dat Gerard van Nispen, zoon uit het eerste huwelijk van Gerard van Nispen Gerardsz met Catharina van Houte, bekend heeft ten volle betaald te zijn door Adriaan van Nispen, zijn halfbroer, zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader, met Margriete Willem Deymsdochter, van alles wat hij te vorderen had uit de nalatenschap van zijn vader
Deym | 1540
Batavia Illustrata bl 1026
Achternamenindex
Willem Deyms, dochter Margaretha Deyms, overleden 1540 x Gerard van Nispen
Does, van der | 1428-11-10
Inv Arch Secretarie Leiden regest 436, 438, 895
Achternamenindex
schepenen van Leiden oorkonden dat Ysbrant van der Laen erkennen verkocht te hebben aan Dirc van der Does een huis aan de Bredestraet, afkomstig van Anthonis Coen Vranckenz; 1429 -02-21: draagt Dirc van der Does Heynricsz dit huis over aan zijn zwager Heynric Heynricsz; 1478-08-03: transporteren Jacob van der Does c.s. dit huis aan Dirc van Honthorst
1e zijtak
Duyk~ | 1392-03-20
Nibbelink no 92, A.R.A. Leenkamer 324a fol 20/Graf Rek Holland R.G.P. 182 p 309
Achternamenindex
vermeld Willem Duyt, 's graven meester van Zuidholland; 1394-08-01: Willem Duyc rentmeester van Zuidholland krijgt een beveling op de renten aan te tasten die eigendom waren van de ballingen Willem van Oosterhout, Otto van de Lecke, Willem van Donga en Jan van Emechoven
Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)
Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex
twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"
Sparenwoude, van | 1528-01-08
Arch Heeremans; Hoekstra p 57
Achternamenindex
Gerrit van Sparenwoude schrijft: " den 8e dagh in January anno 1528 storff mijn lieve wairde huisvrou, joncfrou Jooste Floris Bollendochter des mergens omtrent 8 uyren, was out 29 jaar min 7 dagen. Wij trouwden den 11e dag in Mey anno XIV, dus hadden wij dair XIV jaer mit groeter vruntschap tesamen geleeft..."