26075 resultaten

Does, van der | 1388-05-27

Arch Gasthuis Haarlem Inv no 157/24
Achternamenindex

schepenen van Haarlem oorkonden dat Dirc Wunciaensz de scoenmaker erkende gehuurd te hebben in erfhuur van "Matheeus Gherijt Claesz.z. dat erve dat gheleghen is bi Gherit …s van der Does, … s en Florens Gheritsz den scoemaeker an die noordzijde, die strate ... voorscr daer heeft laten legghen 18 voeten breet an die zuidzijde scr..... an der middel .... burchwalsloots, oestwaerts als vere als Flo.... soens erve nu gaet. Om 1 £ Holl per jaar"

Haarlem

Engeland, van | 1333-05-04

Van Mieris II p 545
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat Willem van Brawode, die men hiet van Engheland, onrecht gedaan is door heer Jan van der Wateringhen betreffende de renten van het land gelegen te Vlairdinghe in het ambacht van heer Jan van Vlaardingen, die eerder van jvr Willem van Teylingen waren. Willem van Brawode zal 5 £ Holl hebben, die hij kocht van den goedshuyse van der Lee. Voorts had de vrouwe van Haghesteyne zes kinderen, die het land van jvr Willem van Teylingen erfden, waarvan ⅙ deel kwam op de vrouw van Goeswijn van Rossem, en waarvan Dirc van den Wale 4/6 deel kocht: één van Janne uytten Goye, één van Ghizebrecht uten Goye, één van Stasekyn van Brakel en één van heer Jacobsdochter van Lichtenberg; deze 4/6 delen verkocht Dirc van den Wale aan Willem van Engheland, dus deze Willem heeft er recht op

Diert | 1470-09-20

Bijdr Bisdom Haerlem IV p 261
Achternamenindex

Aelbrecht Ottenzvan Egmond schenkt land aan de pastoor te Heemskerk om daarvoor memorie te houden voor hem en zijn familie: "In den eersten de helft van een hoeff lants legghende in den ban Heemskerck bij der Duyn, twisken cyen voer Baert Jan Michielzoons huys, daer lenden off zijn: an t westeynde die grote cye, an die noertzijde Dirc Gherytsz, ant oesteynd die grote cye ende an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter. Item noch in denzelven ban voirseyt die helft van de 1 ½ hoeff legghende bij der Duyn bijnoerden den ouden dyck, twisschen cyen, daer lenden off sijn Dirc Mathysz an die zuytzyde ende Aeff Michiel Diertsdochter an de noertzijde. Item noch in denzelven van voorseyt bij der Duyn die helft van een stucke lants twisschen cyen, bijzuden den ouden dijck ende is gheheten "dat block" daer lenden off zijn an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter ende an die noertzijde Dirck Michielsz"

Beer, de | 1446-07-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz wordt na dode van zijn vader Jacob die Beer Rutgersz beleend met: 1) ⅓ deel van 7 hoefslagen, belend landwaarts: Vrancken hoeve mitten groeten slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, opstrekkende van Zoester enge an Hezer Veen, 2) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: der nonnensloet, landwaarts: Rutger Goede Scaelsz also sij Rutger Jacobsz was, 3) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Rutgersz en zijn broer Dirck Rutgersz, landwaarts: Jacob van den Doem, 4) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachtwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamellenberch, 5) een kamp land geheten dat Grote Broeck; behalve de lijftocht van zijn moeder Geertruijt Rutgers aan het Cleijnebroeck; "nu: Henric, zyn zoen, apud abb. Wilh. de nova ecclesia fol 76"

mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goese van Scadick

Arkel, van | 1397-08-06

Van Mieris III p 660
Achternamenindex

Johan van Arkel oorkondt dat "ick om ons lants oirbaer dien van Oesterwyck, ende dien van Kedichem, die van Westeringen en van Ryetvelt alle dier erven binnen hebben, dien achterdyck vercoft hebbe haer water mede te keerne, arvelicken ende eeuwelicke te liggene elckermalck jegen sijn erve te behouden in alsulcken rechte als hair erve gelegen is, ende des dyck sal wesen alsve breedt ende alsve lanck als hij placht te wesen in mijns heren tijden mijns vaders eer hij dien lande off genomen wert. Hierbij heb ick doen liggen op desen dyck 3 scouwen in elken jare"

Dus, van der | 1743-06-02

G.A. Amsterdam DTB no 110 fol 368, 82 fol 16
Achternamenindex

gedoopt Westerkerk te Amsterdam: Johanna, dochter van Jacob van der Dus en Maria Oderheymers, getuigen: Tymentje Kok en Hendrik Voogelaar; 1745-01-27: gedoopt Noorderkerk , Jacoba dochter van Jacob van der Dus en Maria Oderoijmers, getuigen: Hermanus Verbrug en Jacoba van Groenenwegen

Doe, van der |

Achternamenindex

zie op Does, van der

Doem, van | 1447-05-01 (of 1445)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 484
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt "dat wij ontfangen hebben van des cloesters wegen van West[er ?]oijen buten Tyel, bij handen Alerts van Doem 6 R gld van onsen tyende van Zandwijc. Welc gelt voirs wij ontfangen hebben ende ontfangen in affcortinge des pachts van der tyende voirs. Gegeven anno 1445 op den Meydach 47" [!]

Heukelom, van | 1424-03-02

A.R.A. Graf Rekenkamer Holland rek 2152
Achternamenindex

rekening rentmeester van de landen van Arkel 1423-11-11 -1424-11-11: de drossaet en rentmeester van het land van Arkel ontboden, om te weten hoe het met Dirck van Huekelom gaat die "bewant waer van siecten, ende storve hij, dat sij dan t slot tot Loevesteijn eijschen ende innemen tot mijns ghenedighen heren behoef; dair die reijntmeyster rechtevoer t utrecht seijnde, dair Dirck sieck lach, enen geheiten Willemken die ridder, die dair lach 6 weken ter tijt toe dat Dirck doet ende aflyvich was. Ende beliep binnen dier tijt veell reijsen wech ende weder, bi den daghe ende bij nacht, en bracht vier brieff daerenbinnen van Ghijsken van Raephorst hoe t mit Dirck gheleghen was"

Binchorst, v.d. | 1344

Rek Hen Huis II p 413
Achternamenindex

uitgaven van de rentmeester van Kennemerland: - cost van de heren van de Merwede, van Egmonde, Willems van Outshorne, Dierix van Brederode, Symon van Teylingen, Jacobs van der Binchorst, ridders; Henric van Heemskerk, Gherard Alewynsz, Heinric die Rode, knapen, "ghedaen tot Medemleke, met horen gheselscip tsaterdaghes ten avont, tsonnendaghes ende tsamenendaghes na ons Heren Hemelvaert al den dach, doe si dair ghecomen waren van myns heren s graven weghen, als om den dach te houden die ghesproken was jeghens die Oost Vriezen, dair die somme of loipt 25 £, 18 sc 9 d"