Boetzelaer, van de | 1258-10-27

Ned Leeuw jg 1925 p 35

Achternamenindex

Graf Diedrich junior von Cleve gibt den Einwohnern von Rees zu erkennen, dass die Feindseligkeiten zwischen ihm und den nunmehr gefangenen Dienern seines Bruders Luvo, sowie die mit Wetzel von Butzlar bis zur Tagfurt in Rees suspendiert seien, und verspricht der Stadt Sicherheit

Duvenee, van | 1320-10-29

Van Mieris II p 245

Achternamenindex

Willem grave van Henegouwen oorkondt "dat in dien tiden dat Lemmelijn Willaemssone van Duvenee was beneden sinen neghen jaren, ende op enen tijd ghinc eten, daer hi spize in die hand hadde, soe quam een groet hont, die omme dier spisen wille hem beet, ende scoerde een stuc van sinen luchteren oere, als wi wel ter waerhede verstaen hebben. Ende omme dat hi van den onghevalle voorsz. hier namaels ghien blame, noc scande hebben en moghe, soe hebben wi hem desen brief ghegheven open bezeghelt met onsen zeghele. Ghegheven in Middelburch"

Berge, van den, Arkel | 1333-03-28

Reg Hann p 211/Reg EL 24 fol 60, EL 6 fol 77v/A.R.A. Leenkamer 7 fol 27v/Van Mieris II p 527

Achternamenindex

toewijzing van land aan ver Agniese van den Berge, vrouw van Helyaes van Woudenberch, te Heer Arendsberge: "ende hebben ghevonden, dat die hoeve lands, legghende toit sheren Arntsberghe naiste den 10 viertelen, dair t huys ten Berghe in staet, westwairt, heren Arnts vrij eyghen was van den Berghe. Voirt ½ hoeve naest den voirs viertelen oostwaert leggende dat die heren Arnts eyghen was, voirt ½ hoeve daer Beckevoirt over gheclaghet heeft, dat die was heren Arnts eyghen, ende dat heer Arnt hadde in die Kijfhoeve ½ hoeve vrij eyghen. Ende omme dat Harparen dit land vrijlike ghebrukede toit sire doet toe, ende hair Airnt niet meer trouwede kinderen en hadde danne drie dochteren behalve Harparen, soe segghen wi joncvr Agniese ende Helyaes haren man dat ⅓ deel van al desen eyghen land voirscr.."

Dam, van | 1397-03-07

Arch Rijnsburg

Achternamenindex

Jacob van Dam, schout van Rijnsburg, met zijn zegel (drie ankerkruiers);1403-04-23: idem

Bast | 1100~1200

Bijdrage Nyhof: 3e reeks dl 6 p 294

Achternamenindex

goederen van de abdij van Echternach op Walcheren, in officio Westmunstre: 11) Godebertus Bast en Dodinus zoon van Abben hebben 9 mensuras in Herkenboldeshem, 4 mensuras volengers duas, in Dick ub suthwer unam, Ostmede dimidiam; Heimkin St Willibrordi unam ....., Gerwinsland dimidiam; 31) Werenboldus zoon van Godebertus dedit mensuram in Everdeisheim; Agatha weduwe van Reinzo de undecim mensuris dabit marcam

Arkel, van | 1297-08-12

Kemp: Gorinchem p 52

Achternamenindex

Johan heer van Arkel verkoopt aan die van Oosterwijc, Kekum, Westeringen en Rietveld, "alle dier erve binn hebben, dien achterdijk, haar water ervelyk mede te keeren, elk ten sijn erve, te behouden in sulken recht als haar erf gelegen is"

Bentheim, van | 1201-02-20

v.d. Bergh I no 188

Achternamenindex

graaf Dirk VII en zijn vrouw Aleid bevestigen aan het klooster Rijnsburg de gift door zijn vader graaf Floris III gedaan voor het zieleheil van zijn overleden broer Robert, van goederen en renten te Lier, "LX libras in Liere super duos mansos id est duas hovas"

Otto de Benthem en zijn broer Florentinus, Symon de Harlem, Willem de Teiling, Arnoldus dapifer, Jacobus castellanus, Willem de Osgest, Franco de Warmund

Camphuysen, van | 1526-07-14

Leenregister Huis Bergh no 183 p 182

Achternamenindex

⅕ deel van de Grote Assel: Craicht van Camphuysen, drost, na koop, met beding van wederinkoop, van Zeyno van Dort en diens vrouw Henrick van Aiswiin

Bennebroek, van | 1409

R.A.U. Leenreg Ysselsteyn 1409 no 1 leen XVI b

Achternamenindex

Gerrit Dever Jan Aerntsz van Bennebroek: " die woeninge te Bennebroeke metten heemwerf alst begrepen heeft, ende voirt dat 1/3 deel van den lande te Bennenbroek, dat Brune in huerware te hebben plach, tot enen onversterfelijken lene krijgt "

Diest, van | 1295, 1296

De Fremery no 304/309

Achternamenindex

uitspraak over het eigendomsrecht van gronden, tienden en rechten: 11) in Ghisebrecht Bokels ambacht en Outgiers heer Outgiers filius te Rotterdam, van de uterdijk den grave toe; 12) "Voert, Bokelsdyc en Bloemersdye vinden wi dat die here van Diest vercoft van mijns here des coninx weghe, dair bevinden wi den eyghendom van dien lande den luden diet coften ende t gerecht den grave"