14318 resultaten
Boekel/Bokel | 1323-12-11
Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex
Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis
Uytternesse
Doem, van | 1447-05-01 (of 1445)
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 484
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt "dat wij ontfangen hebben van des cloesters wegen van West[er ?]oijen buten Tyel, bij handen Alerts van Doem 6 R gld van onsen tyende van Zandwijc. Welc gelt voirs wij ontfangen hebben ende ontfangen in affcortinge des pachts van der tyende voirs. Gegeven anno 1445 op den Meydach 47" [!]
Doem, van | 1422-02-28
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 421v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Evert van den Doem gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Beatrijs Ghysbertsdochter van den Damme, 8 scaer weyden per jaar in Kriexkamp, in het kerspel van Zoes, belend boven: Ricout Scuep Ricoutsz
mannen: Tyman de Lange, Vrederic van den Voirde
Doem, van | 1425-05-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 462v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert van Doem maakt aan het convent der besloten zusteren van St Claren in Amestelredam 80 Reynaldus Arnhemse gld eens, te betalen binnen jaar en dag na Everts dood, uit 4 acker land gelegen op ter Beeck in den kerspel van Zoes, belend boven: Willem Jansz erfgenamen, beneden: Henric Stoep, dat onse mangoed is
mannen: Gysbert Godscalc, Tyman de Lange
Doem, van | 1436-02-22
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 269v, 270
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Otto van den Doem draagt op 8 scaerweijen in een stuk land geheten Kriecskamp, strekkende uit de Eme tot aan de Biscopswech toe, belend noord: Ricout Willemsz met ⅓ deel van dezelfde camp, zuid: die scut en Gheryt Jansz; vervolgens wordt Herbert van Palaes beleend, hij maakt het goed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Udell
mannen: Zoude van Rijn, Wessell Zuermont
Doem, van | 1452-06-19
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 148
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem van Doem draagt op een stuk erf te Zoest, dat Jacob Scade gebruikte, belend boven: Steven van Zulen van Nyevelt, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt hij ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, na zijn dood te komen op zijn 2 dochters Gheertrude en Evert, elk voor de helft
mannen: Heynric Botter, Hugo Bull
Doem, van | 1464
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Doem draagt op ½ van 4 morgen veen, onderdeijlt, gelegen in de Soesche Venen, waarvan de andere helft van Ricout Geryt Rutgersz.z is, belend zonnewaarts: Lambert Pijll, zeewaarts: Dirc van Oestrum; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met dit leen beleend, tot een goed onversterfelijk erfleen; "Dyrck van Oestrum is doet ende dit heeft ontfangen Willem syn soon"
Doem, van | 1482-10-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 233
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen Willem van Doemsdochter, weduwe van Jan van der Maeten, draagt op ½ van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met haar zuster Geertrude, zoals haar vader Willem van Doem van de abdij in leen gehouden had, belend boven: Aernt van Drije, beneden: Oud Munster te Utrecht; vervolgens wordt Henric Kracht ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; sterft Henric voor zijn vrouw Wendelmoet Aernt Mutsendochter, of sterven zij beide zonder kinderen, dan zal de helft komen op Henrics erfgenamen en de andere helft op Wendelmoets erfgenamen; "item dit heeft Wendelmoet sijn wijf"
mannen: Jan van den Anxter, Henric van Ringenberghe