15809 resultaten

Hüchelhoven, van~ | 1445

De Raadt II p 162/Chartes Ducs de Brabant
Achternamenindex

Gerard duc de Gulik, de Berg, comte de Ravensberg donne au duc de Bourgogne, quittance de 5938 ½ florins du Rhin, à lui payés, pour la rétrocession du château et terre de Kerpen et de Lomeshem (Lommersum ?) qu' Antoine duc de Brabant avait engagés, moyennant 5000 couronnes de Franc, au duc Adolphe de Juliers et de Berg, lequel avait reçu en fief, dudit duc Antoine le château de Huekenshoven, avec seigneurie

Blokland, van | 1407-04-06

R.A.H. Coll Aanw 53 fol 276, 285; Van Mieris IV p 54
Achternamenindex

Bruenis van Blocklandt wordt beleend met de ambachtsheerlijkheid van Overblockland, na zijn dood te komen op zijn zoon Dirc de Cock van Blocland; op fol 285 staat: uitgezonderd ⅓ deel van de tienden in den Beemte, zoals dat toebehoorde aan Splinter van Loenresloet

raden: de heer van Wassenair, burggraaf van Leiden, Hugo van Heenvliet, Philips van Dorp

Vullinc | 1424

Quellen Stift Xanten p 529
Achternamenindex

census curtis Rottum, Udem: Aleidis filia Mechteldis Vullyngs de agro dicto Langebanemente (vel dije Brymmenacker, ± 3 ½ maldrata) 15 den

Blokland, van | 1468-08-02

R.A.H. Coll Aanw 104 Z.H fol 5, 5v/Reg Karolus A I Z.H. fol 2
Achternamenindex

hertog Karel beleent Bruenis van Blocklant, na dode van zijn vader Wouter, met: 1) ⅓ deel van het dorp Neder Bloclant; 2) hoeve met husinge; 3) ¼ deel en ⅙ deel van al de tienden op de zuidzijde van Bleskensgrave; 4) ⅙ deel van de tiende van Bleskensgrave op de noordzijde van Abbekensdoel. Hij maakt de helft van dit goed tot lijftocht voor zijn vrouw Beatrijs Woutersdochter van Stoutenberch

Duven, van der | 1424

Quellen Stift Xanten p 527
Achternamenindex

Novimagium: Fredericus de Duve uno anno 3d, secundo anno 4d

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse

Oostrum, van | 1468-06-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum draagt op: 1) 4 morgen veen onderdeylt gelegen in de Zoesscher Venen, waarvan Willam van Doem vroeger de helft aan Dirc overgedragen had, en de andere helft door de broers Claes Meusz en Geryt Meusz overgedragen zijn, belend zonnewaarts: Lambert Pijl, zeewaarts: Dirc van Oestrum, 2) een viertel veen in het kerspel van Zoes, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van Doem, zoals Dircs vader Claes van Oostrum in leen hield; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met deze 8 morgen land beleend, na zijn dood te komen op zijn zoons Jan en Willam, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Haze Jan de Boelendochter, behalve haar lijftocht, met voorwaarden voor zijn oudste zoon Claes, die zijn broers Jan en Willem 1500 Beyers gld moet betalen waarmee zij de 8 morgen kunnen lossen, of de helft voor 750 gld; na de dood van Dirc van Oestrum en zijn zoon Jan: "Willem van Oestrum, sijn soen, heeft dit ontfangen, vide in libro abb de Stege fol 4"

mannen: Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersell

Gruijter, de | 1412-10-17

Rechtspraak Graaf van Holland II p 15
Achternamenindex

mannen van de graaf van Holland doen uitspraak in een geschil tussen Dirc Aelbrechtsz en de abdij van Egmond, vertegenwoordigd door Dirk die Weent

mannen: Dirc Jacopsz, baljuw van Kennemerland en Vriesland, Dirc van der Lec, Jan van Heemstede heer van Benthuysen, ridders; Jan van der Lane, Gheryt uten Haghe, Gheryt Kercman, Claes van Waterland, Claes die Gruter, Jan Gheryt Bartoutsz

Oostrum, van | 1459-11-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 435v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Hadewich Jan de Boelendochter: 1) 4 dachmaet land in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp land streckende van den Brinck an Wouter Willemsz maet toe, dat van Steven was, lantwaarts: Rose Lambert Wouter Mutschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede met engeland, van de Brinck streckende an den Overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) de Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7) ½ mud land, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: de heren van Oudmunster, 8) een schepel land, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem

mannen: Gysbert Heinricsz, Rutger de Beer Jacobsz

Doem, van | 1447-05-01 (of 1445)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 484
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt "dat wij ontfangen hebben van des cloesters wegen van West[er ?]oijen buten Tyel, bij handen Alerts van Doem 6 R gld van onsen tyende van Zandwijc. Welc gelt voirs wij ontfangen hebben ende ontfangen in affcortinge des pachts van der tyende voirs. Gegeven anno 1445 op den Meydach 47" [!]