24395 resultaten

Dorcout | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"

Beresteyn, van~ | 1438-09-15

G.A. Amsterdam Arch Gasthuizen no 396
Achternamenindex

voor schepenen van Amsterdam compareerden Duve Ghijsbert Jacobsz vrouw met Ghijsbert Jacobsz, haar man en voogd, en Jacob Jacobsz, zoon van Duve met zijn voogd Jan Scoirt Jansz die screenmaker, dat zij verkocht hebben aan Jan Symonsz 1/6 deel van 1/8 deel van het erf dat Jacob Jansz met Tyman Heynricsz placht toe te behoren en te bewonen, gelegen in de Calverstrate tussen de steeg geheten Ruysch Claessoensstege aan de zuidzijde en Gerrit Heynricxz erf op de noordzijde, strekkende van de halve strate tot aan de Aemstel toe. "In allen schijn alst dair gelegen is ende zijt mitten convents kinderen ter Lely [=oude nonnenconvent] binnen der voorn stede gemeen hadden "

Hack | 1292

Van Mieris II p 409, 410
Achternamenindex

verlaring onder ede afgelegd door Loper van Bridorp omtrent de paalscheiding tussen Holland en Brabant dd 1326-12-26: 32 mannen "sceyden die pallen met tonnen op masten ghesteken van den Hollanschen weghen, die van Oisterhout loept tote Gheldolf Haecs waert, ende benoirden Gheldolf Haecs ommetrent 100 roeden, ende alse westwaert op Clippelberch, die leghet in t moer, ane die noirtzide ane die berch, ende alzo te Sonsele, mar die kercke van Zonsele stond binnen 's Hertoghen palen ende also doir dair een Vlederbose stond, in die Merke lopende; ende dat doe Gheldolf Haec liet was, dat hi buten den palen van Hollant ghevallen was, ende dit was doe men scref 1292"

Cuyk, van | 1343-11-11

Van Mieris II p 680
Achternamenindex

"Ic oorconde ende tughe ver Hasetiaen vrouwe van Raephorst, als dat die Borchgrave Dirc ende ver Justine Haren Hughen des Gouwersdochter rechte eerste lid waren als in maechschap, bij deser redenen als hierna beschreven staet: want heren Dirc die Borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die [nl heer Dirk] des Borchgraven Dircx die leste was sijn oudevader was [dwz deze 1e heer Dirk was grootvader van heer Dirk die nu pas overleden was]. Ende heren Hughe van Heenvliet, dat hi deser ver Justinen oudevader was. Ende dat die Borchgrave Dirc die broeder was te Kuucq ende Haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder" [dwz kinderen van een zuster en een broer, dus volle neven]

Does, van der~ | 1635-05-19

G.A.Amsterdam DTB 765 fol 35
Achternamenindex

huwelijk Amsterdam: te Weesp ingetekend: Reijnier Hercksz van der Does [Doos?], Spaense stoelmaker, wonend in de Annenstrate en Lammertie Mathews, wonende te Weesp. Hij tekent: Reijniers Harck. "puije"

Zeelander, de | 1415-06-23

Van Mieris IV p 340
Achternamenindex

hertog Albrecht doet op enige punten nader uitspraak over de doodslag op Simon van Zaenden te Haarlem; "overeede" zullen doen van Simons dood, o.a. Claes Zeelander; als Claes en Dirc Symons bastaarden gekomen zijn en overede gedaan hebben, zullen zij elk uit de zoen 50 £ ontvangen en Willem Hagen, Simons bastaardzoon 25 £. Weigeren zij dit te doen dan zal dit geld bijven bij Claes van Ruyven tot zij zich bereid verklaard hebben. "Item die voirzoen zal hebben Claes Zeelander met een deel van Symons magen, die daer cost om gedaen hebben. Item die machzoen sal men smaldeelen, is dats die mage niet eens en worden, bi Vranc van Zenden, Dirc Wyntgensz, Jan van Sparnwoude, Claes Zeelander"

Berge, van den, Arkel | 1333-03-28

Reg Hann p 211/Reg EL 24 fol 60, EL 6 fol 77v/A.R.A. Leenkamer 7 fol 27v/Van Mieris II p 527
Achternamenindex

toewijzing van land aan ver Agniese van den Berge, vrouw van Helyaes van Woudenberch, te Heer Arendsberge: "ende hebben ghevonden, dat die hoeve lands, legghende toit sheren Arntsberghe naiste den 10 viertelen, dair t huys ten Berghe in staet, westwairt, heren Arnts vrij eyghen was van den Berghe. Voirt ½ hoeve naest den voirs viertelen oostwaert leggende dat die heren Arnts eyghen was, voirt ½ hoeve daer Beckevoirt over gheclaghet heeft, dat die was heren Arnts eyghen, ende dat heer Arnt hadde in die Kijfhoeve ½ hoeve vrij eyghen. Ende omme dat Harparen dit land vrijlike ghebrukede toit sire doet toe, ende hair Airnt niet meer trouwede kinderen en hadde danne drie dochteren behalve Harparen, soe segghen wi joncvr Agniese ende Helyaes haren man datdeel van al desen eyghen land voirscr.."

Does, van der | 1406-12-31

Inv Arch Secretarie Leiden regest 267/Van Mieris: Handvesten Stad Leiden p 672
Achternamenindex

hertog Willem doet uitspraak in het geschil tussen Geryt van Zijl, Mouwerijn van der Does en Gerrit van Bennebroek over voorrang (voorofferen) in de kerk van Leiderdorp: Alle drie moeten beneden het koor staan, Gerrit en Mourijn aan de noordzijde, Gerrit van Bennenbroec aan de zuidzijde, daar Gerrits ouders "altoes voirtijts t voordeel gehadt hebben van den voor offeren en paeis nemen"

hoofdtak

Barendrecht, van | 1330-01-03

Reg Rotterdam en Schieland no 391
Achternamenindex

graaf Willem verklaart om den nood waarin de 8 ½ hoeven in Barendrecht en de daarnaast gelegen 45 gaarden in Karnisse verkeren ten opzichte van hun dijken, op verzoek van heer Daniel van de Merwede en van Jan Claeuwairtsz van Barendrecht, die daar ambachtsheren zijn, te geven vrijdom van schot en heervaart voor 60 £ Holl voor zich en zijn nakomelingen aan een ieder die schotbaer is en op den dijk of op het land, dat aan de dijk toebehoort, woont, als hij drie roeden dijk neemt en deze bedijkt, en op gelijke wijze vrijdom voor 120 £ Holl als hij 6 roeden dijk neemt en deze bedijkt, verbredende evenwel meer dan 6 en minder dan 3 roeden te mogen bezitten

Lottijn | 1410-02-13

Rechtspraak Graaf van Holland II p 244
Achternamenindex

wijlen Willem Bertout Lottijnsz, schout van Haarlem, op het kerkhof vermoord, "in den duuster dageraet, dair hi quam gaen om die eerste misse in der prochikerke onser stede voorsz te horen, upten vrijen kerchove aldair jammerliken vermoert ende dood geslagen is"; de daders waren de broers Gheryt, Dirc, Claes en Willem zoons van Claes Kybben, die daarvoor ten eeuwigen dage verbannen worden

Haarlem