22195 resultaten

Ravesteyn, van | 1436

Reg Geld Leenaktenbk 11e stuk p 572; Alg Ned Familieblad jg 1885 p 6
Achternamenindex

leen van Gelre: 13 hont en 7 hont in het kerspel van Deyl, ontving de bastaard van Erckel geheten Ravensteen; 1473: de bastaard vam Arckel geheten Ravestein, 13 hont land in Dyel

Wilde, de | 1429-07-22

R.A.H. no 56 fol 195/Reg in Beyeren IX fol 103
Achternamenindex

gravin Jacoba beleent Aernt Willemsz die Wilde met ⅔ deel van de nabeschreven goede: 1) een huysinge mitter hofstede in Nuwelant, 2) 12 geersen lants gelegen in Valckencoech, tot een erfleen; en zijn broer Soyer houdt het derde deel van dit leen

Heteren, van | 1390-01-03

Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 2 p 225
Achternamenindex

Willem van Heteren en Peter Otte blijven Ghysbert heer van Vianen en den Goye borg, op een boete van 200 gld Geld, dat Johan Deys Korstiaensz binnen 13 dagen dood of levend binnen Vianen zal komen

Oosterwijk, van | 1430-03-21

Arch Delfse Statenkloosters p 367 no 32, 33
Achternamenindex

schepenen van Delf oorkonden dat heer Geryt van den Zyl, ridder, Dric van Tol, jvr Badelog van den Zijl en jvr Lysbet van Oesterwijck hebben verkocht aan het klooster van St Clara 3 morgen 1 ½ hont poortland ; zij verkopen ook 4 morgen 25 gaarden poortland aan dezelfde

Diest, van | 1295, 1296

De Fremery no 304/309
Achternamenindex

uitspraak over het eigendomsrecht van gronden, tienden en rechten: 11) in Ghisebrecht Bokels ambacht en Outgiers heer Outgiers filius te Rotterdam, van de uterdijk den grave toe; 12) "Voert, Bokelsdyc en Bloemersdye vinden wi dat die here van Diest vercoft van mijns here des coninx weghe, dair bevinden wi den eyghendom van dien lande den luden diet coften ende t gerecht den grave"

Heukelom, van | 1396

Leenkakten Gelre 6e stuk Uitheemse Lenen p 99
Achternamenindex

Hof tot Ysshem gelegen tot Asperden: Deric van Hoekelum beleend; 1396-05-08: lijftocht voor zijn vrouw Alit; 1402: Derick van Hoeckelem, burger van Goch; 1403: Herman van Hoekulem; 1405: deze transporteert dit leen; 1326: was dit leen aan Diedrick van den Heytvelde

Coster, de | 1381-02-15

Van Mieris III p 367, 366
Achternamenindex

hertog Albrecht doet uitspraak over de doodslagen te Haarlem: - van Claas Mathysz quetsinge 12 £, dit sullen ghelden Roelof Bertoutsz van den Woude, Albrecht Gerrit Bertoutsz en Bertout de Coster, elk voor een derde

Haarlem

Hamelenberge, van | 1467-05-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op tbv zijn zoon Dirc van Hamelenberch, alle lijftocht die hij had aan ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, die Dirc in leen houdt; zijn dochters Mechtelt, Korstijn en Cornelis, die hij heeft bij zijn vrouw Angniese Gerytsdochter van Hensbeeck, met Jan van Lewen en Jacob Henricsz als mombers, afstand tbv van hun broer Dirc, elk van 1 Eng nobel per jaar rente uit dit leengoed; vervolgens draagt Dirc van Hamelenberch dit leen van ½ van ⅓ deel van deze 4 campen, over tbv Pouwels van Malsen, die ermee beleend wordt; "Pouwels is doot ende dit heeft ontfangen Jan sijn soen"; op dezelfde dag wordt met de andere helft van ⅓ deel van deze vier campen beleend Aernt Knoep, na opdracht van Dirc van Hamelenburch

mannen: Henrick de Wit, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersel

Haerlem, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"

Brederode, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"