29940 resultaten

Beer, de | 1446-07-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v, 151
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: Ver nonnensloet, landwaarts: Gherijt Jansz, 2) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Woutersz erfgenamen, landwaarts: Willam van den Doem; vervolgens worden zijn zuster Hildegart en Lysbeth elk voor de helft beleend en Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en eed; 1501: Jacop Gerritsz heeft dit leen ontvangen, na dode van zijn moeder Hildegont de Beer, met een acker land in die Schalbrinck tot Zoes, "dat een wyle tyts van der abdije verdwaelt was", voor 2 gouden Koervorster R gld

mannen: Jhan van Hamelenberge, Willam Heinricsz, Goesen van Scadick; Jan van der Anxter, Dirc van der Beeck

Drij, van | 1423

Wapenheraut jg I: 13, 14, 57, 58
Achternamenindex

lid van het St Jorisgilde te Harderwijk: 1423 Pelgrim van Drij, 1438: Henrick van Drij, 1548: Gerrit van Drij, 1559: heer Gerrit van Drij

Duyn, van der | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073v
Achternamenindex

Daem van der Duyn gedaagde door de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt; 1468-07-27: Daem van der Duijn zou de veerstede te Hardincsvelt in bezit genomen hebben; 1468-07-28: Aernt de Juede contra Daem van der Duijn (1468-08-11)

Heumen, van | 1395-1396

Rek Drossaard van Heusden 1395-1396 p 25
Achternamenindex

Aernt van Heumen; - een reyse gedaen in den Haghe om myns heren Raat te laten weten dat heren Aernts gheselschappe van Hoemen in t lant ende doer t lant van Heusden gereden waren ende myns heren onderscalc ghevangen ende gheslagen hadden, op die tijt verteert onder varen en comen, 8£ ; - den goeden luden die heren Aernts gheselscappe van Hoemen haer peerde ende scepen den droosats holpen nemen ende halen, doe si weder quamen tot Huesden van coste teringe die si deden in herbergen alom daer si waren, gegeven ende betaelt 24 £

Arkel, van | 1379-02-18

Rek Bisdom Utrecht 1378-1573 I p 167
Achternamenindex

rekening van de bisschop van Utrecht, 1378-1379: "item des vridaghes na St Valentijnsdach doe had mijn heer ghewaent, dat die greve van Bloys, die vrouwe van Arkel ende anders veel vrouwen ghecomen soude hebben t Utrecht, ende hebben horen Vastelavont daer ghehouden"

Grove, de | 1409

De Raadt I p 520/Düss Cleves Mark no 684
Achternamenindex

Arnd den Grove, dey Jonge, reçoit en fief du comte Adolphe de Cleves son alleu "mijn hus geheiten ter Hassele, dont le comte pourra s aider contre ses ennemis, sauf contre l'archevêque de Cologne", vgl de zegels van de Lede 1315, 1348

Arkel, van | 1316-01-30

Reg Hann p 62/Arch Kapittel Oudmunster no 1853 suppl 300/Or O.M.H. no 2/ook Or P.A.U
Achternamenindex

Johan van Bronkhorst, proost van Oudmunster te Utrecht beleent Johan van Arkel met heerlijkheid Haestrecht; Dit is gedaan tot oerbaer van de proostdij ende om scade mede te scutten die onser proefstijen van den dycke comen mocht want ons dicke scade daer of gehesciet is""

Blanckevoort, van | 1393

Van Zomeren Gorinchem p 148
Achternamenindex

dit zijn zulke renten als die poort [van Gorinchem] heeft der Visbruggen van den kameren die daar op staan ende Jan van Blankenvoerde ende Ysebrand van der Eycke, als burgermeesters der poorten des jaars 93 de luijden verhuurt hebben 5 jaer lang

Looz, van | 1373

De Raadt I p 230/Düss Jul Berg no 890
Achternamenindex

Daem van Berge en zijn vrouw Bela van der Haigen font avec Godefroid de Looz et Philippe de Juliers, seigneur et dame de Heinsberg, un accord au sujet des biens provenant de feu Thierry de Looz, chevalier

Herlaer, van | 1460-04-09 (1459)

Coll Aanw 102 Caput Z.H fol 98
Achternamenindex

hertog Philips oorkondt dat Martijn van Poederoyen hem verzocht heeft namens zijn vrouw jvr Kerstyne van Gent beleend te worden met een deel van de tiende van Hardinxsvelt die haar vader Aerndt van Gent gekocht had van zijn broer Wouter van Gendt; de stadhouder had belening geweigerd daar heer Aernt de gehele tiende van de grafelijkheid in rechten leen had gehouden, die dus na zijn dood zonder zoon aan de grafelijkheid vervallen was; Martijn voert hiertegen aan dat heer Aernt hem de tiende te medegave met zijn dochter gegeven had. De hertog beleent hem nu met dit deel van de tiende