76 resultaten
Buren, van | 1548-03-21
Leenregister Gelre 5e stuk Uith lenen p 61
Achternamenindex
vervolg 1403: 21-03-1548-03-21: Hubert van Buren, erve van zijn vader Dirx, 1555-03-21: lijftocht voor zijn vrouw Agniet van Buchel; 1570-11-27: Balthazar van Buren bij transport van Hubert die zijn lijftocht behoudt; 1612-05-05: met zijn vrouw Margriet van der Haer, na de dood van haar man zal zij 5 jaar lijftocht daaraan behouden; hun zoon Dirck erft de huizing, hofstede te Reygersfoort te Tricht in het land van Buren, met alle toebehoren en 12 morgen; 1617-09-03: ander testament over al zijn goederen onder zijn dochters Anna, Elia en Isabe van Buren; 1617-12-22: Anna van Buren vrouw van Frederick de Voocht van Rynevelt wordt ermee beleend; 1618-12-09: lijftocht voor haar man; 1621-11-29: Elia van Buren erft van haar zuster Anna, beleend 29-11-1621; 1625-05-27: haar zuster Isabeau, vrouw van Dirck van Buren is erfgenaam; 1647-11-19: Adriana, zus van Dirck van Bueren; 1647-11-23: Hubert van Leeuwen, erfgenaam van Isabeau van Buren
Van Buren van Reygersfort
Bruijn, de | 1410~
Leenregister Culemborg fol 27, 35, 78v, 17v, 75v, 79v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Peter Hughe Phijlipsz.z een tiende tot Achthoeven in het gerecht Leiden, belend: Danels Brunenland Ansemsz; - Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderick, belend boven Hinrick Doys, beneden Arnt die Brune; - Reymbrant Claes van Zweten Petersz.z. een tiende te Achthoeven in het ambacht Leiderdorp, belend: het land van Danyels des Brunen Ansemsz tot de Bovensloot; - heer Sweder van Bloemensteyn 1 hoeve in het land van Haghensteyn, daar Jan Puusche op woont, belend boven: heer Sweder, beneden Jan die Brune; 1423: - Fije van der Woerde Jansdochter van Myddelwijck een camp in der Merschen, geheten die Hogemate, strekkende zuidwaarts op die Ledegrave, belend boven: Geryt die Brune (vervangen door Lambert die Brune), beneden: Evert Freyse (vervangen door Dirc van Dolre Dircsz); - Geryt uten Weerde Gerytsz ontvangen het goed dat Geryt van Culenborg opgedragen heeft, 10 morgen in de Husmalen, van de meente tot aan Nyeslach, belend boven: Jan van Oijduyel (?), beneden Gerefaes v.d. Wade. Dit erf hebben Gerefaes van Hollant en Geryt die Brune als hierna beschreven staat. Geryt van Culemborg behoudt 1 Vrancr schilt uit dit leen. Vervolgens komt de belening van Willem Vlaminck met dit leen, waarbij staat "dit en was niet toe gegaan"
Swieten, van | 1414-01-30
Repertorium Lenen Culemborg
Achternamenindex
3 morgen in het land van Hagenstein onder de Weert, belend boven: Dirc van Loen met erfpacht van de Dom, beneden: Geryt Spronck zelf met leen van Arkel, beleend Geryt Spronck Arntsz; 1423-09-22: opnieuw beleend; 1452-04-11: Gerit Spronck van Zweten Claesz; 1487-05-28: Egbert van Zweten na opdracht door zijn vader Gerit; 1483-06-25: lijftocht voor zijn vrouw Elysabeth; 1491-03-15: zijn zoon Gerit na dode van zijn vader Egbert; 1519-07-13: Egbert van Zwieten Geritsz, onmondig, na dode van zijn vader, hulde doet Herberen Jansz, zijn moeder Joost behoudt haar lijftocht; 1521-06-27: na dode van de hulder doet Alert de Vries de eed; 1533-04-21: Egbert van Zwieten, mondig; 1544-12-08: lijftocht voor zijn vrouw Hase Jan Bernszdochter; 1570-04-18: vernieuwt de eed; 1574-12-21: heer Gerit van Sveten, priester, na dode van zijn vader Egbert, hulder is Louff van Culenborch; 1596-03-03: Joost Cornelisz namens zijn vrouw Alit Engbertsdochter van Zweeten, na dode van haar broer Geryt; 1605-09-18: Gevert van Viersschen na opdracht door Alit
Asperen, van | 1341-01-26
R.A.H. coll Aanw 36 fol 277v t/m 280 en t/m 282/Van Mieris II p 644, 645 en 646/ Kemp bl 68 (met datum 1342-07-06)
Achternamenindex
graaf Willem doet uitspraak tussen heer Otto heer van Asperen en heer Jan heer van Arckel "onsen lieven neve" in zake de cijnsgoederen binnen de heerlijkheid van Hagensteijn: 1. aanspraak op cijnsgoed aldaar zal berecht worden door de heer van Arkel, eigen goed door de heer van Asperen; 2. boeten inzake tijnsgoed: de heer van Arkel. De heer van Asperen behoudt het gerecht van allen goede hetzij coren op den velde of van getimmerde huijsen of vervallen, van wegen en wateringen; 3. Vast en gestade zullen blijven de brieven die uijten onze vader gegeven heeft tussen heer Gillis van den Bossche op die een zijde ende Heynrich van der Lecke op die ander zijde, gegeven te Leiden 1329; 4. nieuw recht zal gesproken worden, dat men also rechte als men dede op die tijt dat die heerlycheid van Haghensteijn voirs an onsen vader bestarf bij dode jvr Margriete van Haghensteijn Heynrics wijf van der Lecke was. Voor de nakoming daarvan had de heer van Arkel een boete van 2000 £ Zw Tourn beloofd onder borgtocht. Beloften van beide parijen om deze uitspraak te houden (zie fol 280 t/m 282). De graaf ontslaat de borgen uit hun borgtocht, daar hij tevreden is met de belofte tot nakoming van de heer van Arkel
borgen voor Arkel: Sweder van Abcoude, Diederik van Hairlair, Aarnd van Arkel, Diederik Aelras van Arkel; voor Asperen: Aarnout van Yselsteyn, Otto van Haeften, Nicolaas van der Dussen, ridders, Jan Westvaling, knape
Haeften, van | 1341-01-27
R.A.H. coll Aanw 36 fol 277v t/m 280 en t/m 282; Van Mieris II p 644, 645 en 646; Kemp bl 68 (met datum 1342-07-06)
Achternamenindex
graaf Willem doet uitspraak tussen heer Otto heer van Asperen en heer Jan heer van Arckel "onsen lieven neve" in zake de cijnsgoederen binnen de heerlijkheid van Hagensteijn. 1. aanspraak op cijnsgoed aldaar zal berecht worden door de heer van Arkel, eigen goed door de heer van Asperen 2. boeten inzake tijnsgoed: de heer van Arkel. De heer van Asperen behoudt het gerecht van allen goede hetsij coren op den velde of van getimmerde huijsen of vervallen, van wegen en wateringen 3. Vast en gestade zullen blijven de brieven die uijten onze vader gegeven heeft tussen heer Gillis van den Bossche op die een zijde ende Heynrich van der Lecke op die ander zijde, gegeven te Leiden 1329 4. Nieuw recht zal gesproken worden, dat men also rechte als men dede op die tijt dat die heerlycheid van Haghensteijn voirs an onsen vader bestarf bij dode jvr Margriete van Haghensteijn Heynrics wijf van der Lecke was. Voor de nakoming daarvan had de heer van Arkel een boete van 2000 £ Zw Tourn beloofd onder borgtocht. Beloften van beide parijen om deze uitspraak te houden, zie fol 280 t/m 282. De graaf ontslaat de borgen uit hun borgtocht, daar hij tevreden is met de belofte tot nakoming van de heer van Arkel
borgen voor Arkel: Sweder van Abcoude, Diederik van Hairlair, Aarnd van Arkel, Diederik Aelras van Arkel; voor Asperen: Aarnout van Yselsteyn, Otto van Haeften, Nicolaas van der Dussen, ridders, Jan Westvaling, knape
Arkel, van | 1341-01-25/26 (1342)
R.A.H. Coll Aanw 36 fol 277v t/m 280 en t/m 282; Van Mieris II p 644, 645, 646 (datum: 1341-01-27); Kemp p 68 (met datum 1342-07-06)
Achternamenindex
graaf Willem doet uitspraak tussen heer Otto heer van Asperen en heer Jan heer van Arckel "onsen lieven neve" in zake de cijnsgoederen binnen de heerlijkheid van Hagensteijn: 1) aanspraak op cijnsgoed aldaar zal berecht worden door de heer van Arkel, eigen goed door de heer van Asperen; 2) boeten inzake tijnsgoed: de heer van Arkel. De heer van Asperen behoudt het gerecht van allen goede hetsij coren op den velde of van getimmerde huijsen of vervallen, van wegen en wateringen; 3) Vast en gestade zullen blijven de brieven die uijten onze vader gegeven heeft tussen heer Gillis van den Bossche op die een zijde ende Heynrich van der Lecke op die ander zijde, gegeven te Leiden 1329; 4) nieuw recht zal gesproken worden, dat men also rechte als men dede op die tijt dat die heerlycheid van Haghensteijn voirs an onsen vader bestarf bij dode jvr Margriete van Haghensteijn Heynrics wijf van der Lecke was. Voor de nakoming daarvan had de heer van Arkel een boete van 2000 £ Zw Tourn beloofd onder borgtocht. Beloften van beide parijen om deze uitspraak te houden (fol 280 t/m 282); 1342-01-26: de graaf ontslaat de borgen uit hun borgtocht, daar hij tevreden is met de belofte tot nakoming van de heer van Arkel
borgen voor Arkel: Sweder van Abcoude, Diederik van Hairlair, Aarnd van Arkel [van Noordeloos], Diederik Aelras van Arkel; voor Asperen: Aarnout van Yselsteyn, Otto van Haeften, Nicolaas van der Dussen, ridders; Jan Westvalinc, knape