82 resultaten
Leeuwen, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 63
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Herman van Lewen Johansz van Lewen: - 3 morgen in de maelscap van Rijswick, van de bandijk tot aan de halve middelwech, belend boven: Geryt van Wyck, beneden: de hertog van Gulick, - 3½ morgen in Rijswiker maelscap tussen de Grippel die achter de koelkule ligt en de Lecke; - 2 morgen int Overbroeck, van de Broecksteeg tot aan het land van Alijde, vrouw van Gerrit van Puyflick, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Rolant Heymericxz en Stevensdochteren van Buesinchem; - 20 hont aldaar, strekkende van het middelpad tot aan die mere en het gasthuis van Wyck, tot aan de Heeskamp toe, belend beneden: Roelant Heijmericxz, na zijn dood te komen op zijn oudste dochter Mechtelt, indien zij kinderloos sterft op haar oudste broer of zuster
Berkenrode, van | 1501-11-20
Ms Opstraten van der Molen III fol 704
Achternamenindex
Gerrit van Berkenrode Gerritsz schenkt aan het Predikherenklooster te Haarlem: 1) een stuk land in de ban van Bergen in Kennemerland, nu gebruikt door Allard Jansz voor 10 R gld per jaar, 2) 1 gouden Eng nobel erfpacht op 9 morgen land achter 's Gravenbergerhout, waarvan de ene helft toebehoort aan Jan van der Havens erfgenamen en de andere helft Thames Jacobsz, die ze bezit en gebruikt. Het klooster zal hiervoor 5 missen per week doen voor de ziel van Gerrit. Worden Gerrit of zijn moeder Aef ziek, dan zullen de missen op hun verzoek in hun woonhuis gedaan moeten worden. Indien Gerrit zijn woonstede houdende is op zijn hofstede buyten, tot Berkenrode, zullen de 5 missen daar gedaan worden
Beer, de | 1463-11-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 466v, 449v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de broers Jan en Gysbert de Beer Rutgerszonen vermaken elkaar, indien zijn kinderloos sterven, de volgende leengoederen: 1) 1 ½ morgen veen after Zoesenge in de Cleyne Slage, strekkende van Hezerveen then herden wert, belend noord: Rutger Jacob Tymansz.z, zuid: Jacob Scaijen erfgenamen, 2) ⅓ deel van 5 morgen veen in Heserveen, strekkende van der meer te grafte weert, onderdeylt met Gysbert Heijnricsz, belend oost, west: Peter Lambertsz van Hamertvelt; 1468-10-29: Jan de Beer Jacobsz maakt de helft van deze lenen tot lijftocht voor zijn vrouw Marie Aernt Willemsz, een rente van 5 gouden R gld per jaar en meer niet, sterft zij kinderloos dan komt de rente aan het St Barbaragasthuis te Utrecht
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell; 1468: Henric van Duven, Symon Jansz
Wittelo | 1540-1543
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 437
Achternamenindex
Geertruid Witteloo, weduwe van Steven Engelsz van Linneck [Linnick], wonende te Amsterdam, contra Arent Velwijk, koopman te Antwerpen: Steven verklaarde in 1539 aan Aaernt 196 £ Vls schuldig te zijn; hij overleed op 1540-06-21; zijn weduwe werd door het gerecht van Amsterdam tot verdere betaling veroordeeld; zij en haar man hadden in 1529 notarieel laten vastleggen, dat indien hij eerder overleed dan zij, zij dan zijn erfgenamen 4000 gld zou betalen; zij kon de schulden dus voorlopig niet afdoen. Het Hof veroordeelde haar tot betaling van de helft; 1540-08-04: verklaren hun zoon Engel Steffensz en Hubrecht Scheeffhart, schoonzoon van wijlen Steven Engelsz dat Geertruid Wittelo hun 4000 gld betaald heeft; Engel Steffensz stelt zich borg voor de schulden van zijn vader
Asperen, van | 1380-03-10
Wapenheraut jg 1903 p 300, p 456; Van Mieris III 187
Achternamenindex
stierf heer Wouter van Heemskerk, gehuwd met Catharina van Asperen. Zij ontving na diens dood haar lijftocht en zij hertrouwde met Stasekyn van Brakel. [Van Spaen gist dat zij een dochter was van Dirk van Polanen en Elburg van Asperen, doch dit is niet aannemelijk, daar dit huwelijk eerst 1366-05-09 voltrokken is. Obreen noemt inderdaad Catharina Dirksdochter van Polanen gehuwd met Steeskyn van Brakel. Volgens Koenen is zij een jongere zuster van Elburg voorn. Huwelijksdatum 1266-05-09 is een vergissing, er is slechts sprake van een belening. Het staat niet vast dat Elburch de heerlijkheid Asperen van een van haar ouders heeft geerfd. Het is volstrekt onzeker wie Elburch van Asperen was: volgens Obreen een dochter van Robert van Arkel en van Elisabeth (lees Aleid) erfdochter van Guido (lees Otto) van Heukelom heer van Asperen. Indien dit juist is, kan Elburch onmogelijk de moeder geweest zijn van Cahtarina van Asperen, de tweede vrouw van Wouter van Heemskerk die in 1380 overleed, want Robert van Arkel was 1346-09-01 nog de verloofde van Aleid en sneuvelde 1347-07-21 bij Walef. Indien Robert de vader van Elburch geweest is, moet deze dus in 1347 geboren zijn en kan haar huwelijk niet vóór 1366 gesteld worden. Kan Catharina geen dochter van Elburch geweest zijn, evenmin kan zij haar zuster geweest zijn daar Robert slechts een half jaar gehuwd geweest is en dus slechts één kind gehad kan hebben. Bij Ramaer (p 286) wordt Elburch vermeld als zuster van Aleid die met Robert gehuwd was. Zij moeten dan dochters geweest zijn van Otto van Heukelom heer van Asperen, gesneuveld bij Staveren1345-09-26. Een jongere zuster van Elburch en Aleid zou dan Catherina geweest zijn.]
Duvenvoorde, van | 1421-11-04
Ons Voorgeslacht 07-1988 p 249
Achternamenindex
leen van hofstede Wateringe: no 18 bis) in Rijswijk, 5 morgen in 13 morgen, 3 ½ morgen genaamd Jan Arendswoning, 3 morgen 4 hont, 40 gaarden land: Jacob van de Woude, heer van Warmond; 1496-03-10: Jacob van den Woude. Indien zijn beide getrouwde dochters jvr Reynoud en jvr Jacob kinderloos sterven, zal dit leen vererven op Jacob van Matenesse, zoon van zijn derde dochter, die verplicht zal zijn aan diens beide zuster Mary en Margriet en hun nakomelingen renten uit te betalen; 1527-11-04: het testament van zijn ouders Jan van Duvenvoorde x Maria van Mathenesse, bepaalt dat hun zoon jonge Jacob van Duvenvoorde dit leen zal erven; 1553-11-08: Maria van Matenesse vrouwe van Warmond, weduwe van heer Jan van Duyvenvoorde bepaalt bij testament dat haar tweede zoon Jacob van Duvenvoorde dit leen zal erven. Het leen is ten onrechte later geregistreerd als leen van Hontshol
Noordwijk, van | 1295-03-24
Ons Voorgeslacht 12-1984 p 580/Arch Staten van Holland na 1572 Inv 2637d
Achternamenindex
akten betreffende t Woud: Jan van Noertich geeft aan de landzaten, die op zijn Hernesse wonen, tussen de landen van heer Jacob van Mierlaer en van Philips van Groenevelt en de Zwette, waaraan zijn moeder haar lijftocht had, deze in erfhuur tegen 3 ½ sch Holl per morgen, met uitzondering van 3 morgen die ver Luytgairt en haar zoon Diederic gebruiken, die moeten 5 sch per morgen betalen en ¼ vat boter per 7 morgen. Indien het land versterft moet de pacht van een half jaar worden betaald; 1356~: de lenen die heer Jan van Noortich vroeger van de grafelijkheid hield: - het ambacht van Noirtigerhout; - 10£ aan erfpachten te Noortigerhout; 10£ aan tijnzen te Noortich en Noortigerhout; - 26£ hield hij van de vrouwe van Putten, haar rentmeester betaalde hem vanwege de visserij voor Vlaerdingen; vergolgens de opsomming van de lenen op t Woud die hij van de grafelijkheid houdt
Mathenesse, van | 1421-11-04
Ons Voorgeslacht 07-1988 p 249
Achternamenindex
leen van hofstede Wateringe: no 18 bis) in Rijswijk, 5 morgen in 13 morgen, 3 ½ morgen genaamd Jan Arendswoning, 3 morgen 4 hont, 40 gaarden land: Jacob van de Woude, heer van Warmond. 1496-03-10: Jacob van den Woude. Indien zijn beide getrouwde dochters jvr Reynoud x Jan van Rossum] en jvr Jacob [x Gysbrecht van Raaphorst] kinderloos sterven, zal dit leen vererven op Jacob van Matenesse, zoon van zijn derde dochter, die verplicht zal zijn aan diens beide zuster Mary en Margriet en hun nakomelingen renten uit te betalen. 1527-11-04: het testament van zijn ouders Jan van Duvenvoorde x Maria van Mathenesse, bepaalt dat hun zoon jonge Jacob van Duvenvoorde dit leen zal erven. 1553-11-08: Maria van Matenesse vrouwe van Warmond, weduwe van heer Jan van Duyvenvoorde bepaalt bij testament dat haar tweede zoon Jacob van Duvenvoorde dit leen zal erven. Het leen is ten onrechte later geregistreerd als leen van Honts hol
Polanen, van | 1420-01-30
Reg Rotterdam en Schieland no 2037
Achternamenindex
Gelis van Cralingen, ridder, baljuw van der Goude, betuigt, nu hij vernomen heeft dat zijn zoon Vranc van Cralingen beschuldigd wordt van de doodslag op Alffer van Polanen in den Hage, dat deze daaraan onschuldig is, daar hij te Medemblic bij de tresorier was, toen de doodslag plaatsvond, zoals hij door goede getuigen kan bewijzen; dat de mannen die Alffer doodden, niet waren bloedverwanten of knechten van Vranc, niet zijn klederen droegen noch in zijn dienst waren; dat deze met zijn bloedverwanten zijn onschuld daaraan wil bezweren; verklaart, indien Willem van Pollanen en zijn vrienden daarmee niet tevreden zijn, de beslissing hierover te willen opdragen aan vier van Alffers naaste bloedverwanten, nl heer Dirc van der Lec, Arnt van Duvenvoirde, Jan van Hodenpijl en Jan van Yselsteijn, en verzoek zijn neef heer Jan van Heemstede, Willem van Polanen en zijn bloedverwanten hieromtrent in te lichten en hen te bewegen tot aanneming van zijn voorstel
Leyden, van | 1428-04-03
Arch Gasthuizen Leiden regest 432/Inv no 374/Cartul B p 190
Achternamenindex
Machteld [dochter van Pieter van Leyden], weduwe van Willem Foytgen [zoon van Willem Bort], vermaakt voor schepenen van Leiden bij testament aan het St Catharinagasthuis 1/6 kamp van 6 morgen land, genaamd de Oude Venne, tussen de Leytsche Vaert en de Roedenburger Vliet in den Hoorn in Zoeterwoude, waarvoor zij memoriediensten bedingt, met grafgang en uitdelingen aan de commandeur ,zijn gezellen en de koster, aan elke kapelaan en terminarius van de 5 biddende orden, die hierbij aanwezig is; van het 2e zesde deel zullen de heren van St Pancras op het Hogelant 10 sch per jaar ontvangen voor memoriediensten met grafgang, indien een hogere opbrengt komt dat aan haar dienstmaagd Machtelt Govairtsdochter, als zij tot de dood van de schenkster bij haar blijft; daarna komt dit overschot aan Katrine Dirx dochter van den Werve [Dirc van den Werve zoon van Pieter van Leyden, dus haar broer] en Machteld Heynricx Tiersdochter en na beider dood aan de Huiszitten en de Minnepot opt Hoghelant, tenzij er behoeftige nabestaanden zijn
zegels van: Jan Hughenz van der Hant en Pieter van Leyden [zoon van Dirk van den Werve ?], schepenen van Leiden