161 resultaten

Arkel, van | 1329-09-20

Van Mieris II p 487, 488
Achternamenindex

Otto heer van Asperen, ridder, draagt de graaf op zijn huis Lingenstein a.d. oostzijde van Asperen en een huis daarnaast gelegen aan de kant van Eckoye met de hofstede waarop het staat en 5 morgen land, "uterdyxs, dair an geleghen" die hij kocht van de heer van Arkel

bezegeld door minen heren broeder heer Arnoud van Hoekelem, heer Jan van Hoekelem, zinen zone, minen neve en heren Otten van Asperen minen sone

Ramp | 1433-11-14

Ons Voorgeslacht 03-1985 p 100
Achternamenindex

leen van de hofstede van Swieten: 5 morgen aan de oostzijde van de Goude te Alphen in een weer dat vroeger Alyt van Boshusensweer heette, belend west: Gerrit Ramp Enghebrechtsz; 1433-11-14: Jacob Doedenz, schout van Alphen, neef van de leenheer Boudyn van Swieten, na opdracht uit eigen

Stapel, van | 1363-11-06

Nibbelink regest no 62
Achternamenindex

Jan van Bloys beleent, na opdracht van Berwout van Stapel, Roelof Dukinc met 17 morgen en 1 hont ambacht in Zwijndrecht, waarvan 2 morgen 1 hont in de Zantdeelinge en 15 morgen in de hoeve die Berwout had, waarvan 5 op de oostzijde en 10 op de westzijde

mannen: Jan van der Halle, Henric van der Zydenwinde

Hamersveld, van | 1507-03

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 328
Achternamenindex

leen van Vianen: no 718) huis en hofstede aan de oostzijde van de Voorstraat te Vianen: Joost, natuurlijke broer van de leenheer van Brederode, zoals de leenheer kocht van Herman van Hamersveld, die het vervallen huis, verbeurd door Gysbert van Beesd en zijn moeder, optimmerde, te komen op de leenheer

Lockhorst, van | 1594-08-12

R.A.H. Recht Arch no 2866 fol 26/Transportregister Weesp
Achternamenindex

voor schepenen van Weesp transporteert Jan Willem Beerenssz, poorter van Weesp, aan Reyer Huessensz 7 morgen land genaamd het Sellandt aan de oostzijde van het Gheyn, belend noord: Stien Heynen weduwe van Gheryt Martensz, zuid: voornoemde Reyer, gelijk zijn moeder hem in zijn huwelijk gegeven heeft; Jan Willemsz belooft vrijwaring

Smit | 1567-07-07

R.A.H. Recht Arch Hoorn 4577 fol 299
Achternamenindex

Symon Jansz Smit, poorter dezer stede, verklaart dat zijn moeder Joanna Pieters van Keern, Griet Pietes van Keern en Cornelis Sybrantsz van Enchuijsen, tezamen voor de helft en Adriaen Symonsz voor de andere helft, hebben verkocht aan Evert Fredericxz, schoenmaker, een huis en erf in de Noorderstraat, aan de oostzijde

borgen waren Frederic Dircsz, timmerman, en Gerrit Pietersz, cuyper, elk voor de helft

Haestrecht, van | 1518-06-15

Arch Nassau Domeinraad dl I 5e stuk p 12/Leenregister Leck en Polanen Inv no 46 fol 98v
Achternamenindex

leen van Leck en Polanen: te Baardwijk, 5 morgen land tussen het outaersland aan de oostzijde, strekkende van de dwarssloot tot de hoekgracht; 1483-07-29: Pauwels Ghysbrechtsz; Mergriete Jansdochter van Haestrecht, niet tegenstaande wanverzoek door haar vader en om de diensten, bewezen door haar man Robbrecht van Malsen, gewezen kastelein van Heusden

Drongelen, van | 1303-07-28

De Geer: Arch Duitse Orde II p 289
Achternamenindex

Herbaren van Dronghelen treedt in de Duitse Orde en geeft aan het Duitse Huis te Utrecht het (huis en) erf gelegen in Colins ambacht in Overslidrecht, daar Ysebrant Jans Coxs op woont en een ½ viertel land gelegen in Florens erve veren Ermetrudensz aan de oostzijde van Ysebrand, met 10 £ rente en 10 hoenre

Lockhorst, van | 1594-05-18

R.A.H. Recht Arch no 2865 fol 205/Transportregister Weesp
Achternamenindex

schepenen van Weesperkarspel oorkonden dat Jan Jansz Lang erkent schuldig te zijn aan Jan Claesz Possen 55 gld per jaar verzekerd op 6 morgen land in de Hofstedeszaet, gemeen met het St Bartholomeus gasthuis binnen Weespe gelegen aan de oostzijde van het Gheyn, belend noord: truye Willemsdochter en zuid: voornoemde Jan Jansz huijssciet

Werve, van den | 1326-08-01

A.R.A. Leenkamer 1 Copie fol 104v/Reg EL 6 fol 50/Ons Voorgeslacht 05-1988 p 211, 212
Achternamenindex

grafelijk leen: no 6) 7 morgen in het ambacht van Keten, Jan Florysz krijgt het leen dat hij heeft verkocht aan Jacob van den Werve ten eigen en draagt er in ruil daarvoor 7 morgen op de oostzijde van zijn zate te Ouderkerke op, in handen van Heynekin Claesz, bode van de leenheer