Baeck | 1353-02-08 (1352)

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 52/Reg EL 25 fol 32

Achternamenindex

hertog Willem verkoopt: aan Janne Baeck Gerritsz 9 ½ morgen land in het ambacht van Naeldwyck, aen 4 stucken, die Goeswyn van den Poel waren en verbeurd heeft, waarvan zijn vrouw het wederdeel heeft, koopsom 150 scilden, die aan de stad Leiden voldaan zijn; aan Vrancken Jansz 1½ morgen land die Diddeboeijs waren, in het ambacht van Catwyck, belend zeewaarts: Ghered Boeij, landwaarts: Claes Hobbenz, ende strecket mitter eenre side an den Ryn, voorts een camp land geheten "die Clavercamp", groot 2½ morgen in hetzelfde ambacht, belend zeewaarts: Jacob Jansz, landwaarts: Jan Slapelaken uten Haghe en Alyt Godevaerts van Catwyck mit gemengeder vuer, welk land van Diddeboij was, koopsom 60 scilden, betaald aan de stad Leiden

Coppier | 1410~

Leenregister Culemborg fol 38v, 48v, 50, 11v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Sweder van Blasenborch 3 ½ morgen land gelegen ter Weijde, belend boven: Jan Neudenz samen met de heer van Culenborg, beneden: Gysbrecht Coppier en Daem Meenken; - Dirc Coppier 1 viertel te Goedbertinghen, belend beneden: de heer van Buren, boven: jonge Gelis; - Jacob Coppier 12 morgen met hofstad tot Goodbertinghen, belend boven: Jan van der Eme Gysbrecht Coppiersz, beneden: Hubrecht Doncker met land gehouden van Culemborch; - Jan van der Eme Gijsbrechts Coppiersz (doorgehaald); - Claes Stevensz Steven Alarts.z.z. 4 morgen tot Lanxmeer, boven aan het oosteinde van der Meer, der vrouwen Bruederschap met 8 hont, en voorts achter ter Lanxsmeer weteringe toe Dirck Coppier Scoutenz, beneden: de heer van Culemborg met land hem aangekomen van Wemmer Sadelmaker

Dalem, van | 1541-01/02

Arch Nassau Domeinraad regest 3014

Achternamenindex

Willem van Dongen verzoekt de prins van Oranje een scheiding te laten maken tussen hun beider moeren, daar hij volgens overeenkomst met zijn crediteuren, tot Pinksteren trachten zal zijn moeren te verkopen, hoewel hij wegens het verbod van 's prinsen vader om de moeren die hij te Dongen zelf bezit of aan anderen verkocht heeft, te gebruiken, geen kopers zal kunnen vinden. Voorts verzoekt hij de prins het hem toebehorende ⅓ deel van de warande en van verschillende cijnzen, welke door diens rentmeester met de andere ⅔ gezamenlijk verpacht werden, doch waarvan hij nooit betaling ontvangen heeft, van hem te kopen en hem te doen uit betalen, wat hem over de jaren 1526-1541 toekomt

Harft, van | 1648-11-10

Kroniek Hist Gen Utrecht p 309

Achternamenindex

notaris van Waai te Utrecht instrumenteert dat compareerde Agnes van Harft, weduwe van jhr Johan van Schurman, haar zuster Sibella van Harft, voor haarlzelf, mitsgaders jhr Johan Godschalck van Schurman, zijn zuster Anna Maria van Schurman (geboren 1607-11-05 te Keulen), onder hen beyde met eene hand bij representatie, in plaatse van wijlen hun moeder Eva van Harft, weduwe van jhr Frederik van Schurman, ook voor henzelve en voorts gezamenlijk als erfgenamen van wijlen Christina van Harft, weduwe van Driest [?], hun overleden zuster of moeije. Uit deze akte blijkt dat Jan en Frederick van Schurman getrouwd zijn geweest met een dochter van Harft, zodat Maria Schurman, tante van Anna Maria Schurman een zuster geweest moet zijn van Jan en Frederik Schuurman

Boekel/Bokel | 1295, 1296

De Fremery no 309

Achternamenindex

uitspraak over het eigendomsrecht van gronden, tienden, rechten: 10) in t ambacht van Bokels Florens filius so palen wi den grave toe van den hoirne, an Clays ambocht van Putte totter halve Heydrecht; 11) in Ghizebrecht Bokels ambocht ende Outgiers heren Outgiers filius te Rotterdam soe palen wi den uterdyc den grave toe; 12) Voert, Bokelsdyc ende Bloemersdyc vinden wi dat die here van Diest vercoft van mijn heredes coninx weghen; 13) voorts van den dijc, daar Gizebrecht Bokels stalhuys op staat, alom in Rubroec en Rubroec dore; 14) in Bleeswyc tussen Rotte en Wllynsborne, al dat land dat daar tussen ligt, tegen die van Berkel en die van den Zegwaart, vinden wi den luden den eyghendom diet bezeten hebben, ambocht en tiende van Ghizebrecht Bokel

Cuyper | 1410~

Leenregister Culemborg fol 2v, 11v, 62, 70, 84v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Wouter van Mijnden het goed te Ravenswade dat van Claes Cupers was; - Claes Stevensz Steven Alartsz.z. 4 morgen tot Lanxmeer, met 8 hont die van Jan Kupers waren, en voorts Dirck Coppier Scoutenz; - Johan van Kulenborg, broer van de heer, 1 hoeve in Beesderbroeck over den grave, belend beneden: de jonker van Arkel en boven de kerk van Beusichem. Bij kinderloos overlijden voor de helft te versterven op Slinter van Voern Johans Kupersz, gekomen van zijn moeder Hildwaren vrouw van Johan Kupers, en voor de andere helft op Johan Gerytsz; - Margriet Wouter Henricsz zuster 1 hoeve op Lanxmeer, belend boven: Gosen die Keympe met leen van Culemborg, beneden: Mouris Zuermont en Willem Zuermont (doorgehaald en vervangen door 1422-02-20: Jacop de Kuper van Amersfoorde)

Culemborg, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 115v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - hertog van Gelre beleent de vrouwe van Culemborg, met dat wat de heer van Culenborg verkocht heeft en hij met huer en hilike nam als Arlenderweer ende Outshoerne, met gerecht en renten. Volgen enige landerijen en hofsteden te Mauderick; lijftocht van de vrouwe van Culenborg die de hertog van Gelre bezegeld heeft: 1) 6 ½ hoeven land in Culenborgerbroeck int Vreedstroe; 2) 6 hoeven en 1 morgen in dezelfde broek in de Cortehoeven; 3) 1 ½ hoeve en 1 morgen in de Corte aventuer; 4) de steenweert gelegen boven Wyck; 5) het nieuwe huis te Culenborg "mit sinen vuerborcht gelijck huer brief daer af helt". Voorts heeft de heer van Culenborg haar gegeven de hofstede tot Redinchem met het land dat nu "Guebel die muelener bouwet"

Drakenburg, van | 1440-04-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 77v, 79, fol 150

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent Vrederick van Drakenburgh, binnen het jaar na dode van zijn vader Vrederick met een tiende gelegen op Emenesse, opstrekkende van de dorpswech tot aan Goijerlant toe, zuid: het veen van Baern, noord: Jhan Hombout's tyende, zoals de oude Vrederic van Drakenburgh van de abdij in leen hield, tot een onversterfelijk erfleen; 1440-04-15: Vrederick van Drakenborch maakt dit leen tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Cornelis; 1451-04-10: beleend Eernst van Drakenborch, na dode van zijn vader Vrederic; 1452-08-28: Ernst van Drakenborch, zoals zijn vader Vrederick; voorts verzocht Ernst na dode van zijn moeder juffr Cornelis en na dode van zijn oudevader Dirc van Oudaen, de smaltiende op Emenesse, die zijn oudevader in leen hield

mannen: Aernt van Amerongen, Eerst van Amerongen; 1451: Wouter die Beer, Jan van Renen; 1452: Zow van Ryn, Aerst van Amerongen

Heussen, van | 1586-11-09

Arch Marquette no 596

Achternamenindex

voor notaris Lubbrandus filius Jacob Loren, ten huyze van hem aan de noordzijde in Maria Magdalenenstraet te Alkmaer, testeren Jan van Heussen, van Amsterdam, en zijn vrouw Lijsbet Jansdochter. Zij vernietigen het bij hun huwelijksvoorwaarden bepaalde. De langstlevende zal behouden hetgeen hij ten huwelijk gebracht heeft. De erfgenamen van de eerstaflijvige zullen aan de overlevende jaarlijks 200 gld gedurende diens leven moeten betalen. Voorts verklaren zij dat zij staande huwelijk een huis gekocht hebben tot Amsterdam bij de Minnebroeders, ende dat Jan van Heussen enige termijnen nogt zij e goeden daerop betaelt heeft, ende dat mitsdien die voors. Jan van Heussen off zijn erffgename tselve huys alleen behouden sullen, terwijl Jan en zijn erfgenamen de verdere termijnen alleen uit zijn goed zullen moeten betalen; in dorso: testament van vader van Heussen en Elysabeth Jansdr.

Arkel, van | 1623-11-28

R.A.Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden Inv 12 no 244 no VIII a en a3

Achternamenindex

Ottho van Arckell geeft procuratie op Bartholomeus van de Velde, procureur voor het Hof van Holland, om aldaar te nemen eysch en conclusie op en tegen Walraven van Gent, heer van Dussen en Munsterkerk en Rene van Renesse baron van Elderen, zijn zwagers, voor al hetgene de comparant als cessie en transport hebbende van jvr Walraven van Arckel, de comparants moeder; 1625-05-03: "Catalyn Jans, kuekenmeecht van de edele heere van Amerzoden daecht aen den scholtis van sheren wegen over gewelt van straatschenderije, dat vrouwe Francelina de Affitadie vrouwe van Amersoden haar voor gisteren op Meijdach aan eenen vollen dans op te straat heeft geslagen en seer qualijk toegesproken ende voorts voor t gene me voorn vrouwe haar hier bevoerens heeft naegeseijt"; 1632-08-24: heer Otto van Arkell draagt over aan Gedeon van Arkell, zijn natuurlijke zoon, de doorgestoken brief