27370 resultaten

Horst, van der | 1469-12-30

Arch Huis Bergh Reg Brieven 243
Achternamenindex

de heer van den Bergh schrijft aan heer Derck van der Horst, ridder, maarschalk, dat hij Daem [Adam] Schaep heeft ondervraagd, waaruit bleek, dat deze tot een conferentie bereid was, en deelt mede te betreuren dat dit plan niet is aangenomen door de tegenpartij

Cuser, de | 1441-03-15

Mr van Overvoorde: Arch Kloosters regest 721, 767
Achternamenindex

Willem Kuyser van Bosschuysen en Joest Heynricsz, schepenen van Leiden oorkonden een verkoop van land aldaar; 1444-01-16: Willem Kuyser van Bosschuysen en Dric van der Does idem verkoop van een rente

Aa, van der | 1285-10-27

Bijdr Hist Gen jg 1901 p 60/Reg EL 5 fol 33v
Achternamenindex

dit zijn degenen, die hun goed op hebben gegeven aan de graaf van Holland en "sinden sine mannen worden dore der zoene willen van den here v. Amstelle jeghens den grave van Holland": Geret van der A, leen; Gherard van der A [Ter A onder Ruwiel] anderhalve hoeve in Denemarken [Demmerik onder Vinkeveen]; Jacob van der A, leen; Jacob van der A, een hoeve in Oudencoep [beoosten Demmerik]

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Steenhuysen, van | 1319-04~

R.A.H. no 33 Vriesland fol 50/Reg EL 10 fol 9
Achternamenindex

"voerd segghen wi dat Allaerd van den Stienhuze die kerke van Oestwoude besinghen doe, ende der koreland diken doe als hi ghelovet hevet toet onser wedercoemsten toe"

Woert, van der | 1422-09-06

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Ponsken Ponskensz 10 hont in Molderiker maelstat, belend boven en beneden: Dirick de Rover Ponskensz; Ponsken draagt 4 hont over op Diric de Rover, "item rechte voert op die selve tijt aen Otto van der Woerde 6 hont lants daer boven en beneden naest gealnt is Diric dije Rover Ponskensz"; - Ponsken Jansz 4 hont in de maelscap van Molderik, belend: Dirick die Rover Ponskensz, en draagt ze vervolgens over aan Otte van der Woerde, belend boven en beneden: otto zelf (fol 91)

Gelmen, van | 1250

H. Pirenne: Livre abbé Ryckel abt van St Truyen p 167, 168, p 88, 311
Achternamenindex

"item vestes non forratas habuerunt Arnoldus" [van Gelmen]; 1264-11-25: Arnoldus de Gelmen apud Borlo; de abt commisit dulo Arnoldo jurisdictionem suam de censibus quos solvit que tenet de predita domo Adam de Fine

Diert | 1470-09-20

Bijdr Bisdom Haerlem IV p 261
Achternamenindex

Aelbrecht Ottenzvan Egmond schenkt land aan de pastoor te Heemskerk om daarvoor memorie te houden voor hem en zijn familie: "In den eersten de helft van een hoeff lants legghende in den ban Heemskerck bij der Duyn, twisken cyen voer Baert Jan Michielzoons huys, daer lenden off zijn: an t westeynde die grote cye, an die noertzijde Dirc Gherytsz, ant oesteynd die grote cye ende an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter. Item noch in denzelven ban voirseyt die helft van de 1 ½ hoeff legghende bij der Duyn bijnoerden den ouden dyck, twisschen cyen, daer lenden off sijn Dirc Mathysz an die zuytzyde ende Aeff Michiel Diertsdochter an de noertzijde. Item noch in denzelven van voorseyt bij der Duyn die helft van een stucke lants twisschen cyen, bijzuden den ouden dijck ende is gheheten "dat block" daer lenden off zijn an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter ende an die noertzijde Dirck Michielsz"

Wayer, de | 1342-1343

Rek Houtvester dl VII p 150, 159
Achternamenindex

de boeten die noch achterstaen in 't Lis: Willaem die Wayer, van dien dat hi drifturf in die wildernisse dede besetten ende anevinc buten den houtvorsters, want die turf des heren is, te boeten 16 £ en Symon Ditgher van dierselver sake 10 £; 1343-1344: dezelfde post als afterstal, (p 159) Willem die Waeyer heet hier Willem de Waert

Doem, van | 1464

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Doem draagt op ½ van 4 morgen veen, onderdeijlt, gelegen in de Soesche Venen, waarvan de andere helft van Ricout Geryt Rutgersz.z is, belend zonnewaarts: Lambert Pijll, zeewaarts: Dirc van Oestrum; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met dit leen beleend, tot een goed onversterfelijk erfleen; "Dyrck van Oestrum is doet ende dit heeft ontfangen Willem syn soon"