96 resultaten

Herlaer, van | 1444

Reg Leenaktenboeken Gelre 12e stuk p 718, 719
Achternamenindex

Aelst no 324): Lysbet van Heeswick vrouw van Conrad van Gyssen draagt op aan Arnt van Herler, ridder, de halve nes en de meer met visserij gelegen in Bommelreweert, tussen aan de ene kant: de gemene dijk van Aelst van Zulinchem en Poideroyen en andere kant: de Mase; 1465: idem; 1473-10-15: idem Martin van Herler heer te Puderoyen (te weten ¾ van dit leen, behalve de lijftocht van Aleyt Pieck, vrouw van Arnt van Herlar); 1476: Margriet van Herler, vrouw van Johan van St Gorickx, ridder, draagt op ¾ van een weerd geheten de Essche of de Mere, tussen Aelst en Puderoyen, zoals haar oom heer Arnt te bezitten placht, en Marten van Herlar, tbv de Cartuser te Vucht buiten 's Hertogenbosch; 1481-10-15: Johanna van Herlaer enige dochter van Martin van Herlaer, vrouw van Peter van Hemert, beleend met ¾

Colentijn/Colentier | 1410~

Leenregister Culemborg fol 2v, 34v, 38, 56, 57v, 91v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Henric van Mauderick 7 morgen te Mauderic in Pelmaet en 1 morgen in den Winckel; - 4 aude weijden, gelegen bij de woonplaats van Hubert Colentijn; - Hubert Colentier 6 morgen in Mersenrebroec in 13 morgen die hij houdt van de heer van Zulen; - Ghysbert Colentijer 6 morgen in Mersenrebroec, te rechter leenweer; - Jan Colentier 6 morgen in het nedereinde van Mersenrebroec, die Jacop Hellinc te gebruiken placht, belend boven: die vrouwe van Zulen, beneden: jvr Torn, vrouw van Loef van der Haer; - Hubert van Mauderic 4 aude weyden [tot Mauderic] also als die gheleghen sijn daer bi daer Hubert Colentijn te wonen plach; 1422-09-13: - mr Johan Colentier 6 morgen in het nedereinde van Mersenrebroec, die Jacob Hellinc gebruikte, belend boven: de vrouwe van Zulen, beneden: jvr Torn, vrouw van Loef van der Haer

Bouchorst, van den | 1435

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Jan van Bouchorst en Boudewyn van Swieten en Goossen Michielsz kopen van Arent van Gent zijn rechten op de Wogmeer (865 fol 7); 1442-1443: (873 fol 10) met Jan van Zwieten, de visserij geheten dat Clochuys van Hensbroec en de watertocht buiten Spanbroec, daarom hier niet, (fol 11) samen hebben zij ook nog de Wogmeer; 1443-1444: (874 fol 8v, 9v) samen het Clochuys en de Wogmeer; 1444-1445: (875 fol 10v, 9v) de Wogmeer placht Albrecht die Deen te hebben, en nu Jan van den Bochorst en Jan van Zwieten, ook het clochuys; 1445-1446 (876 fol 8v) tot en met 1449-1450 (880 fol 8v): als vorig jaar; 1450-1451: (881 fol 5v, 8v) kocht met Boudyn van Zwieten de tienden van Opmeer, Spanbroek, Opdam en Hensbroek, de visserij het Clochuys buiten Hensbroec en de watertocht buiten Spanbroec

Duyn, van der | 1561-03-20 (1560)

G.A.Heemstede Reg "Holland van Heemstede" 67 (no 465) fol 124
Achternamenindex

koning Philips beleent jhr Adam van der Duijn na dode van zijn moeder jvr Alydt van Amsaet, met: 1) een camer met boomgaert in de ban van Heemstede, ter ener zijde: de huyzinge die men van Geryt van Heemstede te leen placht tehouden, ter ander zijde: het land daar die capelle van Heemstede op staet; 2) 3 ½ deymde lants in de cooch van Groot Oosthuizen, belend noord: Claes de Man, zuid: Rijmken Agniesenz, oost: nu Jacob Stoockers, west: nu Aris Gerritsz; 3) 54£ van 40 gr Vls t pond uit 30 morgen land in Rijswijckerbroeck, belend noord: de vaert of wateringe, oost: de Commanderije van St Jan te Haerlem, west: St Aechten susterhuijs te Delft; 4) 29 (26 ?) gouden Kar gld per jaar, losbaar den penn 16, uit de huysinge en hofstede van der Mye met 100 morgen land daaraan gelegen, te Nieuwkoop, tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1593-03-17)

mannen: Willem van Berendrecht, Cornelis Berthouts, Job Jansz, Adriaen Le seur, Pieter van der Houve

Alkemade, van | 1545-04-17

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 155v, 157/Leenboek Egmond D
Achternamenindex

compareerde in de Griffie van de Hove van Holland Hillegont van Alckemade, vrouwe tot Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Cruesinck, ridder, in zijn leven houtvester van Holland, en machtigt haar zwager jhr Roelof van Dongen om namens haar haar leen te ontvangen, 4 percelen gelegen in den ambacht van Oestgeest, haar aanbestorven bij dode van haar zuster juffr. Margriete van Alcmade, die deze lenen te houden placht van de Kon. Maj. als grave van Hollant, den here van Nassau, den grave van Egmond en den here van Warmond, waarvan de andere helft gehouden wordt door de prins van Oranje als heer van der Lecke en Breda; 1545-04-20: Lamoraal graaf van Egmond beleent haar met 2 morgen land in het ambacht van Oistgeest, tot een recht erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven, zoals haar voorzaten. Haar zwager Roelof van Dongen doet hulde, eed en manschap

1545-04-20: getuigen, mr Pieter Jansz van Rotterdam, Aernout Cobel, leenmannen van Holland

Culemborg, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 67
Achternamenindex

leenregister Culemborg: heer Johan van Kulenborch: - 2 ½ hoeve in t gericht van Eckoye int Vornsche broeck, - in Beesderbroeck … hoeve land en drie vierdel en een hoeve op Kort Bolgrij, die Gysberts van Kulenborch, bastaard, en Arnt Arntsz van Kulenborg te wesen placht; -in het gericht tot Scalcwijck die hofstede tot Scalckwijk met 23 morgen; - 12 morgen met hofstad dat Wolter van Yngen op woont en die half tot de hofstede tot Blochoven hoort; - een viertel land die Willem Diercksz bouwt (fol 67); - op Dwerdyk een halve hoeve; - een weert en opslag in de Rijn in de maelschap van Yngen en van Johan Hubertsz van Lyenden was; -Rijswijk 6 morgen 2 hont en 28 schafte in Breemaet; - 13 morgen op Breedslach; - 2 morgen 5 hont in Breemaet en nog 3 morgen; - die Breijde en de hofstad in dezelfde maelschap daar Willem van Oemeren op woonde; - 3 morgen 33 roeden, welk voors erf heer Jan van Kulenborg opgedragen en is aan Otte van Wyck tot erftijns gegeven (1413)

Saij | 1598

Rek Rentmeester Kennemerland 979 fol 30v
Achternamenindex

"van een saete lands groot 10 morgen 497 roeden Rynlandse maat, gelegen in Eemskerk, eertyts aan de grafelijkheid gecomen by confiscatie van enen Philips Say, die mette boomgaerden, huysinge, hoijhuys ende anders heure toebehooren vóór den trouble, te gelden placht 60£ munte deser, ende deselve omtrent den jaer 1572 by den algemeynen vyandt affgebrant en geruineert synde, enige jaeren wilt, woest en ongebruyct is blijven liggen tot na de pacificatie, te welcker tyt die nyet connende verhuuren jae nyemant om nyet gebruycken wilde, heeft desen rendants vader [de vader van Johan Colterman] de voors. verbrande hofstede en verwoest landt, naer voorgaende inspectie oculair van myn heeren van de Reeckeninge in pacht genoomen ten tyd van 36 jaar ingaende Petri ad Cathedram 1578 voor de somma van 20£ te 4 gr Vls sjaars (...) onder conditie van de huysinge weder tot redelicheyt weer op te bouwen te synen coste", bij beeindiging van de pacht het huis over te nemen

Heemskerk, de Vlotter

Corf | 1534-06-22

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 44/Leenboek Egmond D
Achternamenindex

Bartholomeus Thomasz, van Alcmaar, oud ca 50 jaren. Wijlen Dirck Claes Corffsz, die omtrent 1512 overleed had in leen van de grafelijkheid 3 geersen land in de ban van Heilo over de Yede [= Die], in de noordelijke kamp van een kamp land dat Dirck Arentsz placht toe te behoren. Na zijn overlijden "die naeste leenvolger daerop t voors leen gedevolveert was, dit leen niet verzocht had, maer was geaenwaert bij wijlen Jan van Heemstede uyt naam van zijn huisvrouw die jonger zuster was van den voors Dirck Claes Corff. Welke Jan van Heemstede, noch ook Roeland van Heemstede, zijn zoon, t voors leen niet versocht en hadden bij faulte van Roeland voors verclaert heeft, dat syluyden niet geweten en zouden hebben dattet voors perceel leengoed was". Roeland heeft daarna kwijtschelding van dit verzuim ontvangen en is vervolgens met 3 geersen beleend, belend oost: Bartholomeus Thomasz, van Alcmaer, west: het water geheten Over Dije, noord: Claes Pietersz, zuid: Pieter Claesz Paelinck, en vervolgens opgedragen heeft tbv Bartholomeus Thomasz die ermee beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Pieter Bol, Joris Timmer,onze leenmannen; Anthonie le Bucq, leenman van Holland

Koevoet | 1410~

Leenregister Culemborg: fol 1v, 3v, 6v, 8v, 18, 20
Achternamenindex

leenregister van Culemborg: - Wouter Koevoet van Bonendale die tiende tot Mauderic; - Wouter Coevoet 7 ½ (of 8?) morgen op Goodbertingervelt; - 4 morgen op Pariservelt, beneden Peter Doijs hofstede; - Steven Aerntsdochter van Schalkwyk 4 morgen op Parijs, belend boven: Wouter Coevoet, beneden: Wouter bastaard van Culemborg; - Dirc Willem Ossenz 1 viertel land op Parijs, belend boven Geryt Koevoet Woutersz en beneden: Wouter Henricsz met leen van Culemborg; - Dirc Coevoet Hubertsz 2 morgen tot Mauderic, die hij van de heer van Culemborg placht te vertinsen, boven: Dirc zelf en beneden Gelis van den Berghe; - Jorden van Derthesen 5 (?) morgen op den Perric te Mauderic, belend boven: Henric Doijs van Mauderic en beneden: Hubert Coevoet; - Gerijt van Voern Koevoet 9 morgen tot Everdinghen aan zijn hofstede, belend boven: Heye Nyesenz, beneden: die Heylige Gheest te Utrecht (fol 18); - Ghysbert van der Weijde 1 hofstad met 6 morgen land gelegen then Wale, boven: Wouter Koevoet, beneden: Jan van Blockhoven; - Heymeric Roelantsz 8 morgen op het Hornicsvelt te Mauderic, die van Dirc Coevoet Hubertsz waren, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Henric van Mauderic

Buren, van | 1403

Leenregister Gelre 5e stuk Uith lenen p 61
Achternamenindex

1403: huis en hofstad geheten Reigersfort, met 12 morgen land in het land van Buren, kerspel Tricht ontving Balthazar van Buren Johansz; 1435: Henrick van Buren bij transport van zijn vader Balthazar, tot zijn lijftocht; 1442: Dirck van Buren idem in trichter maelschap, boven naast Marienweerd, beneden Dirck voorn. aan de ene zijde de wetering en andere zijde Johan van der Donck; - een visserij bij Tricht, van de Malsener sluis tot Vleminx hofstad; 1450: lijftocht voor zijn vrouw Jutte; idem 1470; 1473-10-16: vanwege zijn vrouw Jutte van der Bogert, eed vernieuwd; 1491: hoeve land op Ackoy, belend de jonker van Culenborch, Otten erven van Acokoy, van de Diefdyck tot aan de Meerstege; - 2 grintmeren te Reigersfort, van de Malsener wetering tot aan Arnt Cappers erven en met het andere einde aan der Start; - een kempken land te Salmonde, het cleijn weijken, ong 4 morgen, belend o.a. door Balthazar erven van Buren en erve dat Rijck Floiren placht te hebben, tot de hofstad Kopkenshofstat en aan de andere kant aan het Heylige Lant

Van Buren van Reygersfort