89 resultaten
Kyfhoek, van | 1457-03-17 (1456)
R.A.H. Coll Aanw 102 Z.H. fol 76v/Reg Principum Z.H. fol 57
Achternamenindex
Philips oorkondt: alsoe Florys van Kyfhoeck een wijltijts sijn leen dat hij van ons schuldig is te houden alse van der heerlicheyt van nyeuwe Goudrijaen versocht heeft aen den ringe van der sale van onsen Hove in den Hage, omdat onse Stedehouder van Hollandt hem des weygerde van onser wegen te verlyen anders dan tot een recht leen, ende des voirn. Florys voocht, also hij die onmondich was, meynde dat hij dat schuldich was te houden tot een erfleen. Soe is die voirn. Florys die nu mundich is, gecomen ende heeft an onsen stedehouder versocht verlyt te hebben die voirs. heerlycheyt van nije Goudriaen. ende na deliberatie van Rade hierop gehadt, zoo beleent de hertog Florijs na dode zyns vaders Florys met genoemde heerlijkheid "tot sulken recht ende leen als dat mit rechte behoirt na uytwysing der ouder brieven ende handvesten die daerof zyn"
Beresteyn, van | 1463-11-03
Amsterdam Archief Weeskamer lade 22
Achternamenindex
Wybrech Willem Heinricxzs weduwe met haar vader en voogd Aelbert Gerytsz aan de ene zijde en Geertruydt, Alijdt haar twee kinderen met hun voogd Jan die Wael aan de andere zijde en met Jan Vrese, Hilbrant Jacobsz, Aernt Ghijsbertsz Lastman Bardinz en Jacob van Berensteijn, "hoeren alre vier vierendelen" , voor haar twee kinderen de helft van haar vaders erfenis: een vrij huis en erf gelegen achter de Oude kerk aan de Burchwal, een huis en erf gelegen bij de Pylsbrugge, daar Wybrich in woont, een huis en erf in de Calverstraet aan de Burch walle, noordzijde Meeus Mathijszoon met zijn pachtbrief, rente op huis en erf in de Kercstrate, daar Godevert die schemaker in woont. Item die helfte van een stuk land geheten Reggerssen bij Monkedam, daar de andere helft aan Simon Janszoen toebehoort. Item een deel van jonge Jans roggescip met vracht etc en geld en goederen tot Conyncxbergen en nog vele andere zaken
Teylingen, van | 1585-04-02
G.A. Haarlem Not Protocollen
Achternamenindex
"op huyden heeft Augustyn van Teylingen, van Amstelredamme, die te Meye hijer zal comen metter woone" stelt zich borg (O 97 Inv II: 1781); Grietgen van Teylingen Adriaensdochter op Baekenessergraft (N 291: 76: 71); 1585-07-18: (Not Protoc 7 fol 334v) procuratie van mr Adriaan van Teylingen, doctor medicine, aan de meesters Johan van Wittendel en Augustyn van Teylingen, beide advocaten; (Not Prot 8 fol 299) 1589-06-02: Augustyn van Teylingen in Amstelredamme, zijn schoonvader Cornelis Jansz Coster; (Prot 4 fol 24): Augustyn van Teylingen; 1586-07-02: (Prot 6 fol 277) testament van Bartholomeus van Teylingen Augustynsz van Alcmaer, nu binnen Haarlem, 17 jaar: hij legateert Cornelis Florisz van Teylingen en Pieter Florisz van Teylingen (de laatste tevens administrateur van zijn goederen); universele erfgenamen: zijn ooms Cornelis en Pieter en de kinderen van Jacob FLorisz van Teylingen op hun vaders plaats, ieder voor een derde; legaaat aan zijn moeder: Belytge Jansdochter
Veldt, van der | 1629-04-04
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 36v
Achternamenindex
Jan Willemsz als man van Feijtgen Cornelis weduwe van Philips Claesz, wonende in de Vogelesanc, ter ener, en haar kinderen bij Philips Claesz, Maritgen, 20 jaar, Neeltgen, 17 jaren, Claes, 14 jaren, Nanninck, 12 jaren, Jacob, 9 jaren, en Anneken Phillips, 6 jaren, voor hen compareren hun halfbroers Jan en Wouter Phillips, vóórzonen van Phillips Claesz, als naaste bloedvoogden van de 6 nagelaten kinderen, t.a.v. de erfenis van hun vader: zij ontvangen gezamenlijk een stuk land genaamd de Zudsse, groot 6 morgen in de ban van Vogelesanck, belend oost: Jan Cornelisz Blij, noordwest: Jacob Jeroensz, zuid: de wildernis, belast met erfpacht die de kinderen tot hun last nemen; hun stiefvader Jan Willemsz zal dit land nog 6 jaar mogen gebruiken zonder huur te betalen, waartegenover hij de kinderen zal opvoeden; 1649-11-05: verklaren de kinderen Claes Phillipsz, Jan Cornelisz x Maritgen Phillips, Naninck Phillips, Willem Jansz x Neeltgen Phillips, Claes de Boer x Jacoba Phillips, Claes Havicken x Anna Phillips dat zij voldaan zijn van hun vaders erfenis
Bloemendaal
Duijst, uter | 1474-03-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 444v, 472v, 97v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Garbrant uter Duijst maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Mechteld, 6 R gld per jaar uit alingen 27 dachmaet land in de Duysten, dat hij in tijns heeft; Garbrant maakt zijn kinderen Gysbert, Jan en Agnies bij zijn vrouw Mechtelt, na zijn dood, elk ⅓ van 15 dachmaet land in de Duijst, binnen de nije wech en de nederenwech, belend zuid: Geryt van Scadijc, noord: Ricout Steven Ricoutsz.z; "Mit sulke voorwaerde: ist sake dat Ricout Garbrants outste sone die buten lants is op dese tijt doot, is off waer t dat hij storve eer Garbrant syn vader wirg, so sellen Jan en Angniese na hun vaders dood elk ½ van deze 15 dachmaet ontvangen"; 1482-11-14: Johan Garbrantsz van der Duijst draagt zijn deel over aan zijn broer Ghysbert, die beleend wordt tegen een erftijns van 2 oude Vls per jaar; Ghysbert maakt aan zijn broer Jan een rente van 11 Rijnse gld per jaar deze 15 dachmaet; Agnijse Gerbrantsdochter geeft over 5 dachmaet hiervan, en heeft Jan Willem Tylmansz ontvangen, die het overdraagt aan Willem Evertsz
tijnsgenoten: Willem Adriaensz, Rutger Jan Tymansz, Tyman van Heersell; 1482: Geryt van Rijn, Willam Adriaensz
Firenbais | 1290-12-11
v.d. Bergh II no 754
Achternamenindex
graaf Floris regelt de voorwaarden van de zoen over de doodslag op Claas Oem en de verwondingen aan enige anderen: niet inbegrepen is Pauwels heer Thylemansz, maar Thyleman Thylemansz, Willem Stovenackenz, Heine Diddericsz, Arnout Massez, Willekin Arnoutsz en Thyleman Peters Keysersz zullen varen naar onze vrouwen te Rotsemadoen [bedevaart] voor de ziel van Clais Oem, eer zij binnen onsen lande komen en dat bewijzen met goede oorkonden dat zij daar geweest zijn
borgen: Jan de Keyser, Peter de Keyser, Peter heer Thylemansz, Martiin heer Thyleman Oemsz, Thyleman die Vriese veren Aghetenz, Gisebrechtsz heer Petersz, Gherart van Dovere, Thyleman Fyrenbais, Daniel Firenbais, Jan en Ghene die Smeker, Willem van Doornen alse ute te reikene die zoen van des vaders weghen
Doveren, van | 1290-12-11
v.d. Bergh II no 754
Achternamenindex
graaf Floris V regelt de schadeloosstelling in de zoen over de doodslag gepleegd op Claas Oem, en voor de verwondingen aan enige anderen
borgen: Jan die Keyser, Pieter die Keyser, Pieter Thylemanszone, Martiin Thylemans Oemszone, Thyleman die Vriese veren Agethensone, Gisebrechtssone heren Peterssone, Gillis heren Wouterssone van den Windase, minnebroeder, Gherart van Dovere, Thyleman Fyrebais, Daniel Firebais, Jan en Ghene die Smeker ende Willem van Binnen, "alse ute te reikene die soen van der vaders weghen. Benevens 4 borgen alse ute te reikene die soen van der moeder weghen"
Binnen, van | 1290-12-11
v.d. Bergh II no 754
Achternamenindex
graaf Floris V regelt de schadeloosstelling in de zoen over de doodslag gepleegd op Claas Oem, benevens voor de verwondingen van enige anderen, te Dordrecht, door Paulus heer Tielmansz [van Striene] gepleegd: Didderic Rysarisbroeder van zijn verwondingen 2 ½ £; Paulus blijft buiten de zoen, maar Tielman Tielmansz, Willem Stovenackenz, Heyne Didericsz, Arnout Massenz, Willekin Arnouts, Tielman Pieter Keysersz moeten een bedevaart doen naar Rotsemadoen
borgen: Jan die Keyser, Pieter die Keyser, Pieter Thylemansz [van Striene], Martiin Thylemans Oemszone, Thyleman die Vriese veren Agethensone [Agatha], Gisebrechtssone heren Peterssone, Gillis heren Wouterssone van den Windase, minnebroeder, Gherart van Dovere, Thyleman Fyrebais, Daniel Firebais, Jan en Ghene die Smeker ende Willem van Binnen, "alse ute te reikene die soen van der vaders weghen. Benevens 4 borgen alse ute te reikene die soen van der moeder weghen"
Keijser, de | 1290-12-11
v.d. Bergh II no 754
Achternamenindex
graaf Floris regelt de voorwaarden van de zoen over de doodslag op Claas Oem en de verwondingen aan enige anderen: niet inbegrepen in de zoen is Pauwels heer Thylemansz, maar Thyleman Thylemansz, Willem Stovenackenz, Heine Diddericsz, Arnout Massez, Willekin Arnoutsz en Thyleman Peters Keysersz zullen varen naar onze vrouwen te Rotsemadoen [bedevaart] voor de ziel van Clais Oem, eer zij binnen onzen lande komen en dat bewijzen met goede oorkonden dat zij daar geweest zijn; verder genoemd: Henric Tater (40 £), Martiin 30£, Hughe Pauwels broer 15£, Blancart 10£
borgen: Jan de Keyser, Peter de Keyser, Peter heer Thylemansz [van Striene], Martiin heer Thyleman Oemsz, Thyleman die Vriese veren Aghetenz, Gisebrechtsz heer Petersz, Gillis Woutersz van den Windase, minnebroeder, Gherart van Dovere, Thyleman Fyrenbais, Daniel Firenbais, Jan en Ghene die Smeker, Willem van (Doornen ?) Binnen: alse ute te reikene die zoen van des vaders weghen; borgen moederswegen: Willem Hugemansz, Gherart van Wieldrecht, Gilis van Wendelnesse, Jan van Tolhusen; verdere borgen: Wolbrant, Gillis heer Vredericsz van Rijedike, Heineman Suus