Gro(n)duvel | 1363-1374

Rek Rentmeester Kennemerland 811, 809, 812, 816

Achternamenindex

mr Godevert Gronduvel: 1363-1364 van synre pensie 14 £ 8sc (811 fol 18v); 1361-1362: (809 fol 24v) van sijnre pensie van 1362 14 £ 8sc; 1366-1367: (812 fol 23v) mr Goedevert die Gronduvel van sine pensie 14 £ 8sc; 1373-1374: (816 fol 31) idem van zijn wedde van het jaar 1373 12 £ en 14 £ 8sc

Duvel | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland

Achternamenindex

Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x

Dalem, van | 1437, 1441, 1446, 1452

Navorscher 1895 p 15

Achternamenindex

Andries van Dalem, schepen van Gorinchem, met zijn zegel: twee dubbel gekanteelde dwarsbalken en lambel met drie hangers

Cuyk, van | 1101

v.d. Bergh I no 94, no 251

Achternamenindex

Burchard, bisschop van Utrecht, geeft tot redding van zijn ziel, Thiedradeskerke bij de Dubble aan de St Janskerk te Utrecht; 1216-02-05: paus Innocentius III bevestigt het kapittel van ST Jan in zijn bezittingen: ecclesias et decimas de Fronacker, Wail, Dubble [Thiedradeskerke], Hire et Edhe

testes laici: Florentius comes de Holland, Henricus de Kuk, Hermannus de Merehem, Wichardus, comes, Dodo de Furholt, Costetin filius Jonis, Arnoldus ; testes clerici: Rodulphus praepositia, Hermannus praep, Othelricus praep, Focco praep, Lambertus magister, Albertus [Adalbertus?], Luithardus, Radulphus, Blidgerus

Steenberg, van | 1367

Quellen Stift Xanten p 201

Achternamenindex

uitgaven bursa Xantensis: dominis Hermanno Duvel et Mijs, equitantibus Gogh ad Henricum de Steijnbergh, 27d

Heye | 1101

v.d. Bergh I no 94

Achternamenindex

Burchard, bisschop van Utrecht, geeft tot redding van zijn ziel, Thiedradeskerke bij de Dubble aan de St Janskerk te Utrecht

testes laici: Florentius comes de Holland, Henricus de Kuk, Hermannus de Merehem, Wichardus, comes, Dodo de Furholt, Costetin filius Jonis [Heije], Arnoldus ; testes clerici: Rodulphus praepositia, Hermannus praep, Othelricus praep, Focco praep, Lambertus magister, Albertus [Adalbertus?], Luithardus, Radulphus, Blidgerus

Meerhem, van | 1101

v.d. Bergh I no 94

Achternamenindex

Burchard, bisschop van Utrecht, geeft tot redding van zijn ziel, Thiedradeskerke bij de Dubble aan de St Janskerk te Utrecht

testes laici: Florentius comes de Holland, Henricus de Kuk, Hermannus de Merehem, Wichardus, comes, Dodo de Furholt, Costetin filius Jonis, Arnoldus ; testes clerici: Rodulphus praepositia, Hermannus praep, Othelricus praep, Focco praep, Lambertus magister, Albertus [Adalbertus?], Luithardus, Radulphus, Blidgerus

Rijswijk, van~ | 1101

v.d. Bergh I no 94

Achternamenindex

Burchard, bisschop van Utrecht, geeft tot redding van zijn ziel, Thiedradeskerke bij de Dubble aan de St Janskerk te Utrecht

testes laici: Florentius comes de Holland, Henricus de Kuk, Hermannus de Merehem, Wichardus, comes, Dodo de Furholt [van Voorhout = van Rijswijk ?], Costetin filius Jonis, Arnoldus ; testes clerici: Rodulphus praepositia, Hermannus praep, Othelricus praep, Focco praep, Lambertus magister, Albertus [Adalbertus?], Luithardus, Radulphus, Blidgerus

Loon, van | 1309-09-01

Nyhoff: Gedenkw Gesch Gelderland I no 105, 106/Doorninck: Akten Gelre en Zutfen p 255

Achternamenindex

Gerardus de Lo heer van Herlaer verkoopt aan de graaf van Gelre zijn recht op de tollen in Zulinchem en Drile in villa de Mondicke [Mook]; 1309-08-30: hij schrijft aan de abt, prior en koster van Camp om aan Reinald graaf van Gelre over te zenden alle brieven die zij hadden aangaande de tollen te Zuilichem en Driel en het gerecht van Mook, die hij aan de graaf verkocht had

Herlaer, van | 1309-09-01

Nyhoff: Gedenkw Gesch Gelderland I no 105, 106

Achternamenindex

Gerardus de Lo heer van Herlaer verkoopt aan de graaf van Gelre zijn recht op de tollen in Zulinchem en Drile in villa de Mondicke [Mook]; 1309-08-30: hij schrijft aan de abt, prior en koster van Camp om aan Reinald graaf van Gelre over te zenden alle brieven die zij hadden aangaande de tollen te Zuilichem en Driel en het gerecht van Mook, die hij aan de graaf verkocht had